Functievereisten in het openbaar bestuur
Functievereisten in het openbaar bestuur zijn in de praktijk heel anders dan de advertenties er voor suggereren. Dat wijzen de gevolgen wel uit. Toon Kasdorp, scherp als een scheermes.
Onze vroegere burgemeester Job Cohen is voorzitter geworden van het bibliotheekwezen in Amsterdam. Willem Aantjes werd indertijd na zijn aftreden voorzitter van de Kampeerraad en Jaap Boersma gemeentelijk directeur van de vuilnisophaaldienst in Amsterdam. Dat zijn allemaal nuttige functies maar toch banen die onder het niveau van partijleiders en ministers liggen, zou je denken.
Wat Boersma betreft vond ik het, om eerlijk te zijn, eerder te hoog gegrepen. Ik heb met de man te maken gehad toen hij directeur was van de Ogem en daar geen erg hoge dunk aan overgehouden. Ogem ook niet trouwens.
Aantjes, dat weet U wel, van die man vind ik dat hij zichzelf en Nederland geen dienst heeft bewezen door met zijn oorlogsverleden in de politiek te gaan. Maar na zijn demasqué had hij beter burgemeester kunnen worden in een dorp in de Alblasserwaard dan voorzitter van de landelijke kampeerraad, al verdient hij met het laatste misschien wat meer. Hij is van zijn vrouw Gisela gescheiden en opnieuw getrouwd met iemand die dertig jaar jonger is dan hij zelf. Misschien had hij daarom het geld hard nodig.
Persoonlijk vind ik het altijd sneu, wanneer mensen op oudere leeftijd scheiden en dan hertrouwen met iemand die zo veel jonger is. Maar Job Cohen wordt door iedereen zeker serieus genomen. De manier waarop hij voor zijn invalide vrouw zorgde toen die nog leefde, dwong bewondering af en ik ben nog nooit iemand tegen gekomen die de man in ethisch opzicht niet positief waardeerde. Dat is terecht, daar is geen twijfel over, maar geschikt zijn als burgemeester is toch iets anders.
Toen zijn opvolger kwam ging er een zucht van verlichting door de burelen van de Amsterdamse bureaucratie, ook al was Van der Laan voor wethouders, gemeenteraadsleden en ambtenaren heel wat minder gemakkelijk dan de goede Job.
Ik denk ook niet dat Job in de publiciteit heeft willen komen met deze nieuwe voorzittersbaan en dat hij er geen moment bij heeft stil gestaan dat de publiciteit er in zou duiken. Een van zijn zwakke punten is juist dat hij geen idee heeft hoe de publiciteit reageert op de dingen die hij doet. Dat onder meer maakt hem in mijn ogen tot een aardig iemand maar ongeschikt voor de politiek.
Mijn vriend Daan zei naar aanleiding hiervan het volgende:
Van der Laan zal ook wel niet tegen de wethouders zeggen “Ik ben het niet met je eens, maar ik steun je wel”. Cohen deed dat in een interview in de Volkskrant na het uitkomen van het rapport van de gemeentelijke enquêtecommissie over de Noord-Zuidlijn-affaire. Kennelijk schaamde hij zich er niet voor om, ook als hij tegen was, mee te stemmen met de portefeuillehouder in het college van burgemeester en wethouders en dat nog openbaar te maken ook.
Hij beriep zich, geloof ik, op het feit dat hij benoemd en niet gekozen was, maar dat doet niet af aan het feit dat de burgemeester behalve voorzitter ook volwaardig lid is van het college noch aan het feit dat het een collegiaal bestuur is, waarin de portefeuillehouder geen enkele bijzondere bevoegdheid heeft. Een wethouder heeft ook in de uitvoering geen eigen bevoegdheid.
Alle besluiten die niet exclusief door de burgemeester worden genomen (openbare orde) of door de raad (vaststelling van verordeningen en begroting en benoeming van wethouders) zijn besluiten van het college van B&W, niet van een individuele wethouder. Hoewel ‘aardig’ voor de wethouders in kwestie, was het gedrag van Cohen onverantwoordelijk.
De conclusie moet geloof ik zijn dat mensen van het type Job Cohen geen eindverantwoordelijkheid moeten dragen. Maar als rechterhand van mensen die wat steviger in elkaar zitten kunnen ze heel goed functioneren.
Dit artikel over Functievereisten in het openbaar bestuur verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer over Job Cohen en de PvdA leest u hier en hier op Veren of Lood.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.