Frankrijk en de Honderdjarige Oorlog
Valois en Plantagenet waren twee Franse adellijke families die streden om de troon van Frankrijk. Valois ligt in Picardië en de Plantagenets waren oorspronkelijk graven van Anjou en later hertogen van Normandië.
Engeland werd in 1066 door de Normandiërs veroverd en was sindsdien een Normandische apanage (vazalgebied). De Franse hertogen werden later ‘koningen’ van Engeland, maar het bezit in Frankrijk bleef eeuwen lang veel belangrijker dan de Engelse domeinen. Het omvatte ooit praktisch het hele zuiden en westen van het tegenwoordige Frankrijk. Er woonden meer mensen dan in Engeland en het bracht meer op.
Bij het begin van de honderdjarige oorlog was van al dat oorspronkelijke Franse bezit alleen de provincie Guyenne nog over. Maar het Engelse Hof sprak rond 1350 nog steeds Frans[1], ze voelden zich Frans en de oorlog was wat hun betrof een burgeroorlog, niet een buitenlandse veroveringsoorlog.
De Franse bevolking dacht daar anders over. De Engelse troepen spraken wel degelijk een vreemde taal en ze gedroegen zich als vijanden. In feite begonnen de inwoners van Frankrijk zich in en na de honderdjarige oorlog voor het eerst tezamen Fransen te voelen en niet langer alleen Vlamingen, Normandiërs, Angevijnen, Bretons, Gasconjers etc.
Vanuit Engels nationaal standpunt bekeken was de oorlog zinloos. De meeste overwinningen kostten alleen geld en leverden niets op dan wat buit voor de soldaten. En daarvoor gold de oude zegswijze zo gewonnen zo geronnen. Oorlogen zijn kapitaalvernietigingen op grote schaal en de Honderdjarige Oorlog was daarop geen uitzondering.
Van de veldslagen uit het begin van de oorlog zijn Crécy en Maupertuis dankzij Shakespeare in ons geheugen blijven hangen, maar eigenlijk hebben alleen de vlootslag bij Sluys en de belegering en verovering van Calais enig blijvend resultaat gehad. Met die wapenfeiten vestigde Engeland voor het eerst zijn maritieme suprematie in dit deel van de wereld.
Bij Sluys, in het tegenwoordige Zeeuws-Vlaanderen werd de Franse vloot vernietigd en door de verovering van Calais had Engeland een Franse haven die zowel vanuit het oosten als het westen voor zeilschepen aan te varen was. Bovendien bleek Calais als vesting goed te verdedigen. Zij stelde de Engelse export van wol naar Vlaanderen veilig, de basis voor de welvaart van het land in die tijd.
Al die andere spectaculaire veldslagen, veroveringen en strooptochten brachten Frankrijk grote schade toe, maar zonder dat daar een evenredig voordeel voor Engeland tegenover stond. Wanneer er nu nog een zekere animositeit bestaat tussen de beide landen dan is die tot de tijd van de Honderdjarige Oorlog terug te voeren.
De brutale verwoestingen van de Engelsen in Frankrijk zijn alleen vergelijkbaar met de latere verwoestingen door de Fransen in het Rijnland en in Baden in de tijd van kardinaal Richelieu en Lodewijk XIV, de Zonnekoning. Er zit sindsdien een zekere parallelliteit van de nationale gevoelens van de Fransen tegenover Engelsen en die van de Duitsers tegenover de Fransen. Dat is het soort nationale gevoelens dat pas na de Tweede Wereldoorlog en de oprichting van de Europese Gemeenschappen aan het slijten lijkt.
Waar de Honderdjarige Oorlog aan doet denken is aan de twisten in de Mohammedaanse wereld, aan de burgeroorlogen in Jemen en Syrië bijvoorbeeld of de toestanden in Afghanistan. De eerbied voor mensenlevens was nihil, maar de hoffelijkheid tussen tegenstanders kon imponerend zijn, al werd die regelmatig afgewisseld met uitbarstingen van grote wreedheid.
Die hoffelijkheid, zoals bijvoorbeeld de rouwmis die in Frankrijk werd opgedragen na het overlijden van Edward III of de manier waarom de Franse koning Jean le Bon als gijzelaar in Engeland werd onthaald, was beperkt tot tegenstanders van dezelfde stand. Met boeren en burgers uit de lagere stand werd omgegaan als met het vee van de vijand.
Hoe een zo zinloze oorlog zo lang kan duren is rationeel niet te verklaren. Belangrijk is te weten dat dit soort oorlogen niet tot Frankrijk en Engeland beperkt waren. Wij hadden in Nederland in diezelfde tijd de Hoekse en Kabeljauwse Twisten (graafschap Holland), de Schieringers en de Vetkopers (in Friesland en Groningen) en de Van Heekerens en de Bronckhorsten (Gelderland).
Onder uiteenlopende namen kwamen in dezelfde tijd op veel plaatsen in Europa oorlogen voor van een vergelijkbaar wreed karakter. Meestal was er voor de generaties durende conflicten nergens een duidelijke reden en veroorzaakten zij overal dezelfde grote schade.
De versterking van het centrale gezag dat een einde aan de oorlogen kon maken is het belangrijkste gevolg geweest en de adel heeft op het vaste land van Europa een klap opgelopen waarvan zij zich later nooit meer heeft hersteld.
- Sinds 1066. Al driehonderd jaar dus,
Dit artikel over de Honderdjarige Oorlog verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Meer over Frankrijk vindt u hier.