Ethisch scoren – Karel van het Reve
Karel van het Reve, de Leidse hoogleraar Slavische taal- en letterkunde, was een originele denker. Toon Kasdorp was liefhebber van zijn werk.
Karel van het Reve was geen filosoof van opleiding en in de richting van de academische filosofie had hij zo te zien geen enkele ambitie, maar als hij een probleem tegen kwam kon hij dat fraai abstraheren en in een algemeen kader plaatsen. Dan kon hij er mee bezig blijven tot hij er soep van had gekookt. Dat bezig blijven deed hij in het publiek want hij publiceerde als letterkundige in alle mogelijk media. Zijn verzamelde werk, dat hoofdzakelijk uit stukjes bestaat, telt zeven kloeke delen.
Over veel van de oudste filosofische problemen is na Aristoteles weinig nieuws of beters geschreven dan de meester al had gedaan. Een ervan is de essentie van de ethiek en de esthetiek. Waarom de mensen de dingen mooi of goed vinden en waarom ze het er over eens zijn dat iets mooi of goed is. Onder andere in zijn Huizingalezing kwam Van het Reve, voor wat de literatuur betreft, opnieuw tot dezelfde conclusie na een lang en diepgaand onderzoek: dat we het domweg niet weten. In elk geval kon hij wat zijn eigen wetenschap betreft getuigen dat over de essentiële vraag waarom literatuur mooi was wel veel maar weinig zinnigs werd gezegd. Alle kenmerken van hoog geprezen literatuur treft men ook aan bij keukenromans en omgekeerd is er fraaie literatuur die aan geen enkele van de officiële kenmerken voldoet.
Er is over dit onderwerp, zoals gezegd, sinds Aristoteles weinig nieuws geschreven maar toch wel iets. De Britse ethicus en filosoof Moore heeft voor de ethiek het probleem geanalyseerd en hij kwam tot de conclusie dat goed/slecht primaire begrippen zijn. Mensen weten spontaan, dat wil zeggen: zonder te redeneren, wat goed of slecht is. In moderne neurologisch termen gesproken, dezelfde hersengebieden worden bij vrijwel alle mensen geprikkeld door het waarnemen van dezelfde soort zaken en de aanleg ervoor is genetisch. Wat Moore heeft gevonden voor de ethiek geldt ook voor de esthetiek. We hebben in het algemeen weinig moeite om de producten die in andere culturen als kunst gelden mooi te vinden.
Er zijn wel mensen die dingen mooi vinden die anderen juist erg lelijk vinden maar er bestaat meestal een statistisch zeer significante overeenstemming over dit soort kwesties. Er is onder de mensen een gezaghebbende opinie over wat mooi en lelijk is, een intersubjectieve waarheid als het ware. Moderne kunst is in dat opzicht misschien een uitzondering, in de zin dat mensen uit andere culturen het vaak niet begrijpen maar veel mensen van onze eigen cultuur begrijpen het ook niet. Maar over schilderijen van een paar eeuwen oud bestaat weinig verschil van mening meer.
Van het Reve had waarschijnlijk Moore niet gelezen maar kwam zelfstandig tot een soortgelijke conclusie: er zijn geen systemen voor het vaststellen van wat mooi en lelijk is, we doen het spontaan. Op deze centrale vraag van de literatuurwetenschap bestaat geen antwoord en wetenschappelijke bestudering van het onderwerp is daarom in zijn ogen zinloos. Wat zinvol lijkt te zijn is de vraag waarom er weliswaar een communis opinio bestaat over esthetische en ethische zaken maar geen algehele overeenstemming. In Nederland bestaat het merkwaardige spreekwoord dat over smaak niet te twisten valt. Merkwaardig in de zin dat er juist volop over getwist wordt maar ook in de zin dat goede smaak en een juist ethisch gevoel helemaal geen willekeurige zaken blijken te zijn, maar dat mensen met een reputatie op dat vlak het juist veel vaker eens lijken te zijn dan oneens.
Terug naar Karel van het Reve. In deel I van het verzameld werk staat zijn proefschrift, dat de titel draagt ‘Sovjetannexatie der klassieken’. In het eerste hoofdstuk behandelt hij de Sovjetleer over esthetica en ethiek. Lenin heeft daar vrij veel over geschreven en kort samengevat kwam die leer er op neer dat wat de revolutie bevorderde ethisch goed en esthetische wenselijk was. In de loop der jaren verdween de officiële leer weer uit de boeken, iets wat in de Sovjet Unie gemakkelijk kon want de overheid beheerste verkoop en uitgaven van alles wat gedrukt werd. De reden voor het verdwijnen van deze hoeksteen van de Sovjetfilosofie was volgens Van het Reve dat de bevolking er domweg niet aan wilde dat het goed was iemand te vermoorden die niets gedaan had alleen omdat men meende dat dit de revolutie kon bevorderen. Als zijn promotor hem op Moore attent had gemaakt had hij hier kunnen scoren, zou je denken.
Dit artikel over ethisch scoren verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
In de islam wordt heel veel gruwelijks – o.a. amputeren, stenigen, onthoofden – gezien als ethisch goed en juist en verplicht te praktiseren als men eenmaal de meerderheid heeft in een stad of een land. Voor Amsterdam betekent dit bijvoorbeeld dat de inhoud van het Rijksmuseum in de fik wordt gezet zodra die stad eenmaal – met behulp van massa-immigratie en grote gezinnen en criminaliteit en terreur – in handen is gevallen van de islam. Persoonlijk schat ik in dat het ergens eind deze eeuw zover zal zijn, zoals dan in de andere grote steden ook meerderheden van moslims wonen en zoals er dan in Nederland in het algemeen een grote moslimpopulatie woont. De politiek is verplicht, via eindeloos veel wetgeving, om de genocidale uitwissing van Nederland en de Nederlanders en de Nederlandse cultuur en kunstschatten en dergelijke, tegen te gaan. De huidig heersende politiek wil evenwel dit gevaar niet zien, kijkt ervan weg, demoniseert zelfs de info erover, en maakt zich dus medeplichtig aan deze misdaad van de eeuw. PS. Wie Aristoteles aanwijst als praktisch enige bron van zinnige uitspraken over ethiek en esthetiek, laat grote delen van de geschiedenis van de mensheid buiten beschouwing. En wie schrijft dat na Aristoteles weinig of niets nieuws is geschreven over filosofische kwesties, weet nauwelijks iets van de geschiedenis van de filosofie.
Karel van het Reve – kan nauwelijks genoeg worden geprezen.
Een van de beste intellectuelen, ooit, in ons land.
@CoolPete — Karel van het Reve: “Ik ben opgegroeid in een omgeving waar men figuren als Marx, Engels, Lenin, Stalin, Mao als auteurs van uiterst belangrijke filosofische publicaties beschouwde. Pas toen ik Schopenhauer ging lezen merkte ik dat Marx cum suis helemaal geen filosofen waren.” Bron: https://www.trouw.nl/nieuws/karel-van-het-reve~b4754596/
@Neef Jansen : dank. ‘k Ben op de hoogte.
En ik nu ook.
want ik ben van Friedrich Nietsche van gelezen.