De wereld van Descartes
De wereld van de Franse filosoof René Descartes moet beschouwd worden als een overgangsfase, waar we filosofisch nog niet uit zijn.
De Verlichting is de tijd waarin de nieuwe wereldbeschouwing van het humanisme is ontstaan in de westerse samenleving. Die heeft het christendom vervangen als de cultuurbepalende leer en zowel het feitelijke als het morele zicht op de wereld zijn als gevolg ervan grondig veranderd.
Een van de nieuwe inzichten van de Verlichting is het onderscheid tussen de twee verschillende werelden waar we tegelijkertijd in leven. Eerst is er wereld van de wetenschap. Dat is de kosmos, de natuurlijke wereld, zonder de invloed van de menselijke samenleving.
Daarnaast is er die andere wereld van de menselijke samenleving met haar mengeling van feitelijke en normatieve aspecten, die wel onderdeel vormt van de kosmos en die hem in onze onmiddellijke nabijheid belangrijk heeft veranderd. Dat gebeurde deels om de wereld beter aan onze wensen aan te passen, maar de veranderingen zijn vooral een onbedoeld gevolg van onze aanwezigheid.
In de klassieke Oudheid liepen deze twee werelden in de perceptie van de mensen door elkaar. Wat voor de ene wereld gold, gold voor de andere. Voor zover er in de kosmos geen invloed van de mensen zichtbaar was, was er de invloed van de goden. De wereld van de natuurverschijnselen had haar ethiek net als de samenleving en hield zich in grote trekken aan de normen en waarden die ook voor de mensenwereld golden.
Dat was wel een andere ethiek dan die wij nu hebben, met een grote nadruk op rechtvaardigheid, het bewaken van het juiste evenwicht en van de reciprociteit. Men kende veel minder eerbied voor het individuele leven en voor de menselijke waardigheid, tenzij die waardigheid door eigen verdienste was verworven. Liefde en barmhartigheid vertegenwoordigden geen normen waar men de overheid of de goden op kon aanspreken.
De samenleving speelde in de Oudheid een dominantere rol dan het individu. De laatste verwierf zich roem en aanzien en dus waardigheid, naarmate zijn verdiensten voor de samenleving groter waren. Voor iedereen was de stadstaat waar hij in leefde belangrijker dan hij zich zelf vond of zijn medeburgers.
In de Middeleeuwen verdween het individu, voor zover hij niet een hoogwaardigheidsbekleder was, helemaal uit het zicht. De Middeleeuwen erkenden, net als de Oudheid, maar één wereld. Dat was uitsluitend de wereld van de samenleving, met een sterke nadruk op het normatieve karakter er van.
De wereld van de Dingen an sich, zoals Kant die later ging noemen, was in de ogen van een Middeleeuwer niet helemaal reëel. Hij beschouwde hem, in navolging van Plato als een afschaduwing van de metafysische wereld, die het uiteindelijke doel was waar de mensen en hun samenleving op gericht waren. God speelde niet alleen een rol, hij was de spil waar het leven van de Middeleeuwen om draaide.
Wie de islam Middeleeuws noemt karakteriseert hem beter dan de doorsnee humanist, die deze karakteristiek beledigend vindt. De moslim staat nog met twee benen in een wereld waarvan God het middelpunt is en het gemak waarmee hij het eigen (aardse) leven en dat van anderen op het spel zet is een houding die de oprechte christen een schok van herkenning zou horen te geven: de eigen Middeleeuwen.
Descartes is de eerste geweest die een scherpe scheiding heeft gemaakt tussen de twee werelden, die van de Middeleeuwen , die gericht was op een hiernamaals en de wereld van de Dingen an sich. De werkelijkheid zoals de religie die aan de heilige geschriften ontleende, verwees hij helemaal naar de wereld van de mensensamenleving. De wereld van de Dingen an sich, had geen plaats voor God en geloof en ook niet voor normen en waarden.
Descartes verwachtte daarmee zijn onderzoek naar de kosmische werkelijkheid gevrijwaard te hebben van religieuze interventie en dat was ook wel wat in eerste instantie gebeurde. Maar twee werkelijkheden die elkaar op onderdelen uitsluiten zijn geen eeuwig leven beschoren. Zijn jongere tijdgenoot Spinoza zag dat in en deed een poging om de twee weer bij elkaar te brengen. Die poging had geen succes en het geloof werd het slachtoffer.
De hereniging van de twee werelden moest wachten tot het werk van Darwin in zijn geheel door het intellectuele deel van de samenleving werd aanvaard en die intellectuele meerderheid gooide met het badwater het kind weg. Het christelijk geloof is in de loop van de Verlichting en de moderniteit gesneuveld en dat was niet nodig geweest als men de inzichten van Spinoza had overgenomen.
Wat Darwin aan de orde stelde en waar de consequenties nog steeds niet helemaal uit getrokken zijn is de gedachte dat de wereld van de menselijke samenleving voortgekomen is uit de Welt an sich. De wetenschap hoort zich met de menselijke samenleving bezig te houden en haar normen en waarden te duiden als producten van de evolutie .
Dat zou de twee werelden die Descartes had gescheiden weer bij elkaar brengen, maar op een heel andere manier dan in de Oudheid en de Middeleeuwen. Met de leer van Spinoza had de wereld van Darwin een gelovige wereld kunnen blijven, maar de Nederlandse filosoof en humanist werd voor een grotere ketter gehouden dan Luther en Calvijn. Zijn leer werd met succes uit onze samenleving gebannen.
De weg waarlangs de gezamenlijke inspanning van geleerden als Darwin, Mendel, Hugo de Vries en Francis Crick de verbinding legde tussen de Welt an sich en de wereld van de mensen is via de biologische wet van de natuurlijke selectie, die door de druk van de omstandigheden wordt uitgeoefend op de genen van iedere soort.
De soort kan zich aanpassen doordat de exemplaren elk een licht afwijkende vorm en samenstelling van de gemeenschappelijke voorraad genen hebben. Al die afwijkende genen maken door het seksuele verkeer een voortdurende mix mee binnen het genoom van de soort. Langs een vernuftige en in de kern natuurkundige weg wordt zo de samenleving herleid tot een vorm van leven en het leven een onderdeel van de levenloze Welt an sich.
Pas als de menselijke samenleving beschouwd zal worden als een biologisch construct en bij de individuele mensen de relatie tussen ratio en instinct in kaart gebracht zal zijn, kunnen we hopen een beter inzicht te krijgen in de manier waarop de mensen met elkaar en hun samenleving omgaan. Uiteindelijk zijn wij Dingen an sich, maar van de rationele soort. Dat blijft best bijzonder.
Dit artikel over Descartes verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.