De koloniale tijd in Indonesië
Het Parool produceerde gisteren een stuk Nederlandse geschiedenis over Indonesië, waarvan het werkelijkheidsgehalte ronduit pover was.
Reza Kartozen Wong, die twee jaar geleden promoveerde op de Brandende Kampongs van generaal Spoor, kreeg van de krant de gelegenheid om er nog eens een schepje boven op te doen.
John Jansen van Galen, toch een gedegen journalist, wordt in het artikel van Wong afgeschilderd als een witwasser en iemand met een hele beperkte visie. Hij verbloemt volgens Wong de gruwelijkheid van drie honderd jaar koloniale bezetting en met name ook van de politionele acties, die na de tweede wereldoorlog hebben plaats gevonden.
Wat die politionele acties betreft heeft Wong enig recht van spreken. Die waren gericht tegen guerrillastrijders en dat soort conflicten is nu eenmaal altijd bloedig. Het bestrijden van een guerrilla ontaardt gemakkelijk in brand- en moordpartijen en dat was hier ook het geval.
De Indonesiërs wilden zelfstandigheid en werden daarin gesteund door de Amerikanen. Nederland was wel bereid om delen van Indonesië meer zelfstandigheid te geven maar kon de bloedige ‘Bersiap’ niet tolereren. Ondanks de weerstand van Amerika en andere Angelsaksische landen heeft Nederland een grote troepenmacht naar Indië gestuurd en de opstand neergeslagen in twee zogenaamde politionele acties.
Toen er toch eenmaal besloten werd om militair in te grijpen was het misschien beter geweest – met name ook voor Indonesië – om de werkelijke schurken, zoals Soekarno, een kopje kleiner te maken. Soekarno was voor de oorlog al twee keer veroordeeld voor een paar commune delicten en waarschijnlijk heeft hij er veel meer gepleegd. Die man deugde gewoon niet en over de manier waarop hij de opstand heeft geleid valt weinig goeds te zeggen
Dat het driehonderd jaar lang moord en doodslag is geweest tijdens de koloniale tijd, is fantasie. Er is een Atjeh oorlog geweest die eind negentiende eeuw begon en die steeds weer opvlamde tot aan het einde van de Nederlandse tijd. Die oorlog werd begonnen om een einde te maken aan de roverijen die vanuit Atjeh werden gepleegd en die de scheepvaart door de straat van Malakka bedreigden. Toen hij eenmaal begon hield hij zich daarna zich zelf in stand. Het is waar dat daar in totaal zo ’n honderdduizend mensen bij omgekomen zijn, maar dat lag toch meer aan de Atjeeërs dan aan de Nederlanders. Er zijn nog een aantal kleinere oorlogen geweest, maar die waren niet te vergelijken met het voortdurende geweld dat er in de archipel bestond voor de komst van de Nederlanders. Het is niet voor niets dat de bevolking van Nederlands Indië hard is gaan groeien na de komst van de Nederlanders en het land nu tot de volkrijkste van de wereld behoort
Nederlanders waren er in Indië vanaf de zestiende eeuw, maar het Nederlandse bestuur dateert uit de tijd van de Bataafse Republiek. Uit 1798 dus. Van 1798 tot eind 1949, dat is iets meer dan 150 jaar. De helft dus van de driehonderd jaar van Wong. Vóór die tijd was er eigenlijk helemaal geen Indonesië of Nederlands Indië. Je had de Verenigde Oost Indische compagnie die op een aantal eilanden in de archipel bedrijven had en die waar nodig gewapenderhand beschermde. Het grootste deel van het tegenwoordige Indonesië bleef al die tijd onder het beheer van de eigen adel.
Pas in de negentiende eeuw werd het ernst met het Nederlandse bestuur. Toen was het afgelopen met de onderlinge oorlogen van de koloniale bevolking. Er kwamen scholen en er werden wegen, bruggen en spoorwegen aangelegd. De bevolking van Java was aan het einde van die eeuw welvarender dan die van Portugal en overal in Nederlands Oost-Indië was er een sterke bevolkingsgroei.
Wie Wong leest krijgt de indruk dat het tegenovergestelde het geval was. Dat de bevolking uitgebuit werd en aan de bedelstaf gebracht en dat is echt onzin. Het enige wat wel waar is en wat ook de echte goede reden was voor de dekolonisatie, is dat de Indonesiërs in de koloniale tijd tweederangs burgers waren in hun eigen land.
Zelfs de Chinezen die sinds de onafhankelijkheid door de Indonesiërs een paar maal bloedig zijn vervolgd, vinden toch de dekolonisatie een grote stap vooruit. Intussen denkt de hele wereld er zo over, maar dat neemt allemaal niet weg dat de koloniale tijd in de ontwikkelingslanden ook voor veel vooruitgang heeft gezorgd.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Tja, ik vrees vechten tegen de bierkaai vooroordelen van ons goedvolk.
Het is ook niet uit te leggen dat de vrijheidstrijd van Soekarno zo gruwelijk was tegen eigen bevolking en de Nederlanders dat op heyt einde van de bezetting van Japan, de Japanners de Nederlanders tegen dat gruwelijke geweld in bescherming neemt6.
En nee je mag het geweld van de ene niet afstrepen tegen die van de andere partij, maar er aan voorbij gaan is een achterlijke soort van propaganda.
In Nederland begrijpen we tegenwoordig meer en meer dat de Indonesiërs zich destijds tweederangs burgers in eigen land voelden.
@SouhernComfort
Heel scherp!