DE WERELD NU

De economische unie – verdere veranderingen in Europa

economische unie

Het is intussen wel gebleken dat de 28 lidstaten van de EU onvoldoende economische samenhang vertonen om samen in een economische unie te zitten met een en dezelfde munt.

Het is ook duidelijk dat de Oost-Europese landen en Griekenland geen aanstalten vertonen om uit te stappen. Het zou daarom het beste zijn als de noordwestelijke landen de EU en de euro zouden verlaten en samen met Engeland een nieuwe economische unie op zouden opzetten. Die zou dan sterk gedomineerd worden door Duitsland, maar Duitsland domineert toch al. Dat kan ook moeilijk anders gezien de enorme industriële en economische macht van dat land. Andere lidstaten van de tegenwoordige EU zouden tot deze unie kunnen toetreden als ze tenminste vijf jaar achtereen zich aan voorwaarden zouden houden waar Duitsland en de andere noordelijke landen zich zelf ook aan houden.

Dat uittreden zou niet betekenen dat we onze voormalige EU partners los zouden laten, maar wel dat voortaan economische steun op redelijke voorwaarden zou worden verleend. Onder redelijk in elk geval te verstaan dat ontvangers van de steun zich aan gemaakte afspraken houden.

Door het uittreden van de noordelijke landen zou de euro meteen flink devalueren en dat is precies wat de zuidelijke landen nodig hebben. De lagere koers van de euro zou ze in staat stellen om weer te exporteren en de hoge werkloosheid van de laatste jaren zou snel weer tot normale verhoudingen terugkeren.

Dus waarom doen we dit niet? Nu, in de eerste plaats niet omdat de bestaande Verdragen van Maastricht en Lissabon er geen ruimte voor laten, maar ook omdat Duitsland zich op grond van haar oorlogsverleden nog steeds verplicht voelt tegenover de rest van Europa. Dat zijn de Duitsers ook wel, maar dat neemt niet weg dat een besluit dat zo evident in ieders voordeel is toch maar genomen zou moeten worden.

Er is een dikke kans dat, als dat gebeurt, Brussel daarbij het loodje zal leggen. Maar ook dat is eerder een voordeel dan een nadeel. De samenwerking tussen Europese landen kan beter per onderwerp worden georganiseerd door de landen die ten aanzien van dat onderwerp een gemeenschappelijk belang hebben, dan centraal vanuit Brussel. Steeds weer blijkt Brussel onvoldoende op de hoogte te zijn van wat er bij specifieke problemen speelt en bovendien houdt Brussel zich het grootste deel van de tijd bezig met interne organisatorische problemen, die voor de bevolking van de lidstaten van geen belang zijn.

Een besluit tot afscheiding van wat in de Verenigde Staten wordt genoemd ‘de Duitssprekende Landen’ en waar ze daar ook ons land en de Scandinavische landen toe rekenen, zou daar in elk geval niet op tegenstand stuiten. Integendeel, men maakt zich daar al langer ongerust over de stagnatie in Europa en dit zou ook in hun ogen een geschikte manier zijn om uit het dal te klimmen.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp