De dominante beschaving in de middeleeuwen
De beschaving in de middeleeuwen wordt vaak vergeleken met de eraan voorafgaande Grieks-Romeinse beschaving. Toon Kasdorp deed dat iets anders.
In de zevende eeuw viel een oud ras van onbeschaafde barbaren, het Byzantijnse rijk binnen en veroverde in korte tijd het Zuidelijk deel daarvan, het tegenwoordige Midden-Oosten. Anatolië, dat nu Turkije heet, bleef in Byzantijnse handen tot de latere komst van de Turken. In het westen veroverden de Arabieren Noord-Afrika en een eeuw later Spanje dat in die tijd bezet werd gehouden door de Westgoten.
De Arabieren hadden een nieuwe godsdienst, die de inspiratie was geweest voor hun plotselinge eensgezindheid en veroveringsdrang. Die godsdienst was een wat verward samenraapsel van joodse, christelijke en heidense elementen, op dichterlijke wijze bijeen gebracht door de profeet Mohammed en op schrift gesteld door zijn volgelingen.
Mohammed zag zich als de opvolger van Jezus en de andere joodse profeten, maar tegelijk als de laatste in hun rij. De verovering van het Midden-Oosten door de Arabieren leidde tot verbazing van iedereen in de regio tot een plotselinge herleving van de oude beschaving en een nieuwe culturele bloei.
Politiek gezien leek wat er gebeurde op de opstand in de Nederlanden. Daar kwamen in de zestiende eeuw de provincies in opstand tegen de koning van Spanje, vanwege een mengeling van te hoge belastingen, aantasting van oude rechten en gewoonten en een godsdienstgeschil.
Om soortgelijke reden was het Midden-Oosten rijp voor een opstand tegen Byzantium toen de Arabieren er in de zevende eeuw binnenvielen. Dat was de belangrijkste reden waarom de verovering een onmiddellijk en doorslaand succes was. Binnen korte tijd waren flinke delen van de bevolking tot de islam bekeerd en had ook de meerderheid van overgebleven christenen zich onder het zachte juk van de kalief geschikt.
De nieuwe godsdienst, die eerst aan niemand werd opgedrongen, bevatte nogal wat elementen die theologen uit Antiochië en Alexandrië tegen Constantinopel hadden verdedigd en verder ook culturele overblijfselen uit de tijd van vóór Alexander de Grote, die op het platteland van het Midden Oosten nog volop aanwezig waren.
De onmiddellijke opbloei van de economie die in het nieuwe rijk van Mohammed ontstond, was in hoofdzaak een herleving van de vanouds aanwezige handel en nijverheid die door de voortdurende oorlogen en de hoge belastingen van de voorafgaande eeuwen in de verdrukking waren geraakt. De belastingen konden omlaag, want er was geen oorlog meer.
De Arabieren hadden niet alleen de Byzantijnse bezittingen in het Midden-Oosten veroverd maar ook de Perzische. In plaats van oorlog te voeren dreven die twee gebieden nu handel met elkaar. Die bloei ging gepaard met een herleving van de klassieke Griekse wetenschap en filosofie, die nu werd gecombineerd met elementen uit de Perzische en Parthische beschavingen. Al snel streefde de nieuwe islamitische beschaving de Byzantijnse voorbij in welvaart en creativiteit.
In de Dar al Islam, zoals het nieuwe moslim-cultuurgebied zich noemde, nam Spanje een bijzondere plaats in. Andalusië gold met Bagdad, Caïro en Samarkand, als een centrum van de nieuwe beschaving. De geleerdheid en de kunstzin van Andalus was voor een belangrijk deel ook de bron van de plotselinge en hoge bloei van de West Europese beschaving in de tweede helft van de Middeleeuwen.
Van de drie erfgenamen van de Romeinen was de Dar al Islam de meest succesrijke, in de eerste helft van de middeleeuwen zeker. Toen het Kalifaat van Bagdad in de dertiende eeuw door de Mongolen werd veroverd verloren kunsten en wetenschappen hun hoge beschermheer door het verdwijnen van de Kalief en zijn Hof en kregen imams en wetuitleggers het in de Dar al Islam voor het zeggen.
Politiek waren het niet langer de Arabieren, maar vooral de Turken en een tijd lang ook de Mamelukken in Egypte die domineerden. Vanaf de dertiende eeuw ging het bergafwaarts met de moslim-beschaving. In de zestiende eeuw was er een nieuwe opbloei in het Ottomaanse rijk, die onder meer veroorzaakt werd door een massale immigratie daar van joden en moren uit het Iberisch schiereiland.
Het kwam toen tot een aantal beslissende oorlogen tussen de Sultan en de vorsten uit het Habsburgse huis, die in Spanje en Oostenrijk aan de macht waren. Uiteindelijk werden die oorlogen door de Habsburgers gewonnen. Vanaf dat moment werd de Dar al Islam overvleugeld door het westen en was het met haar invloed op de rest van de wereld gedaan.
Dit artikel over beschaving in de middeleeuwen verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer artikelen van Toon Kasdorp vindt u hier.