DE WERELD NU

De aanrechtsubsidie

aanrechtsubsidie

Wie het woord ‘aanrechtsubsidie’ gebruikt voor een belastingmaatregel die wil deze maatregel ongedaan maken. De omschrijving is niet neutraal of waardevrij.

Het ging hier over het afschaffen van de lagere tarieven voor kostwinners in de inkomstenbelasting. De belastingwetgever gaat er van uit dat de kostwinner die zijn partner te onderhouden heeft, die hun beider kinderen opvoedt of heeft opgevoed, lager belast dient te worden dan een vrijgezel, omdat hij zwaardere lasten heeft. Dat die partner door de twintig of vijfentwintig jaar dat zij voor de kinderen heeft gezorgd geen eigen inkomen heeft of een lager inkomen dan partners die altijd zijn blijven werken, blijft in de kritiek buiten beschouwing.

Maar dat is de reden waarom in het belastingrecht vanouds speciale tarieven bestonden voor ouders met kinderen en voor kostwinners. Hun inkomen moet door meer mensen worden gedeeld, onder meer omdat de kinderbijslag onvoldoende is om er in Nederland een kind van te onderhouden. Door het lagere tarief een aanrechtsubsidie te noemen laten we zien dat we het buiten de deur werken van vrouwen een economische of een sociale noodzaak vinden.

Dat is een politiek standpunt. Het is wel verdedigbaar maar niet vanzelfsprekend. We negeren de feitelijke zwaardere lasten van degene die vrouw en kinderen te onderhouden heeft en gooien er een normatief sausje overheen door het opvoeden en de zorgtaak die veel vrouwen hebben te bagatelliseren. We geven om het eens anders uit te drukken aan het soort vrouwen als Heleen Nijkamp de voorkeur boven vrouwen die kinderen te verzorgen hebben.

Een krant mag zo’n standpunt wel hebben, maar hoort het niet aan te dienen als een objectieve omschrijving van een belastingmaatregel waar mee bezuinigd zou kunnen worden, want dat is het niet. Het is niet objectief. Het is een verschuiving van de belastingdruk van vrijgezellen en tweeverdieners naar ouders die te zorgen hebben voor hun kinderen en hun partners .

De Volkskrant is net als De Telegraaf altijd sterk geweest in dit soort retorische trucs: opvattingen camoufleren als feitelijke mededelingen. Lücker en Romme konden er in hun tijd ook al wat van.

Ik zal de laatste zijn om de privatiseringen van de CDA-er Lubbers en de socialist Kok te verdedigen vanuit een liberaal politiek standpunt. Privatiseren van de zorg of van een monopolie zoals de Nederlandse spoorwegen – ik geloof dat ook de reorganisaties in het onderwijs ooit als “marktwerking” zijn gepresenteerd – dat is ideologische prietpraat en heeft met de omschrijving van publieke taken niet van doen. Terecht verzet de SP zich tegen de desorganisatie in de zorg en het onderwijs, maar wat schiet je er mee op om dat marktwerking te noemen? Het was een manier van Lubbers en Kok om te bezuinigen.

Organisaties die vroeger rechtstreeks ten laste van het budget van de Haagse departementen kwamen zijn nu zelf verantwoordelijk voor hun tekorten en dat maakt het leven voor Haagse ambtenaren en ministers een stuk gemakkelijker. Daar ging het om bij de privatisering en om niets anders eigenlijk.

Van marktwerking in liberale zin is nooit sprake geweest en dat wil voor deze staatstaken ook niemand. Iedereen in Nederland vindt onderwijs een voorwerp van aanhoudende zorg van de overheid en iedereen vind ook dat alle inwoners van Nederland die ernstig ziek zijn of die onduldbaar lijden op dezelfde voorwaarden toegang horen te hebben tot de zorg.

Toegang tot het onderwijs op grond van zijn capaciteiten en tot de zorg op grond van de dringendheid van zijn klachten. Wat dat betreft is er geen verschil tussen Mark Rutte en Emile Roemer.


Dit artikel over de aanrechtsubsidie verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.