Ahold – een vreemd maar leerzaam strafproces
Spectaculaire vormen van white collar crime zoals Enron, Parmalat en de Ahold zaak hebben vaak de voorpagina’s gehaald in de wereldpers.
In die laatste zaak werd vonnis gewezen en na afloop daarvan kwam een van de oorspronkelijk deskundigen in deze zaak, een registeraccountant, onder de indruk van het betoog van de verdediging, naar buiten met de mededeling dat hij van opinie was veranderd: de contre lettre die door de cfo was opgesteld en door de ceo ondertekend, was geen valsheid in geschrift, verklaarde hij, nu deze niet bedoeld was om de eerder gepubliceerde verklaring, over wie de macht had in de dochtermaatschappijen, te weerspreken, maar alleen om aandeelhoudersbelangen veilig te stellen[1].
Deze opmerkelijke mededeling heeft betrekkelijk weinig aandacht getrokken, terwijl zij toch op de kern van de zaak betrekking had.
Wat duidelijk bleef, is dat de twee verklaringen van het eertijdse Ahold bestuur met elkaar in strijd zijn geweest en dat er dus bij een van de twee sprake moet zijn geweest van valsheid in geschrift, zoals de rechtbank in haar vonnis heeft vastgesteld.
Wel kan deze omstandigheid mede aanleiding geweest zijn voor de rechtbank om in haar vonnis te spreken van de afwezigheid van een oogmerk tot zelfbevoordeling.
Wie de tenlastelegging en de overige processtukken niet gelezen heeft kan zich tegenover de stelling van de verdediging die kennelijk de jaarrekeningdeskundige overtuigd heeft geen juridisch oordeel vormen, maar vast blijft wel staan dat het beleid van het Ahold bestuur, waar de verklaring onderdeel van vormde, op ondersteuning van de aandelenkoers en daarmee ook op het belang van optiehouders[1] was gericht.
De met elkaar tegenstrijdige verklaringen, waarvan de tweede voor de accountant van de vennootschap verborgen werd gehouden, vormden onderdeel van een op ondersteuning van de aandelenkoers gerichte strategie. De leden van de raad van bestuur zaten daar omdat dit beleid van hen werd verwacht, door de beursanalisten, de financiële pers, de aandeelhouders en de commissarissen.
Begrijpelijk merkte de advocaat van een van de verdachten dan ook op in de uitzending van NOVA van 22 mei dat hij de aandeelhouders de welgemeende raad gaf geen civiele procedure te beginnen tegen zijn cliënt, omdat hij die kansloos achtte. Kansloos door een gebrek aan causaal verband, maar misschien toch ook door een mate van eigen schuld van de aandeelhouders, die door hun speculatiezucht mede voor het Ahold debacle verantwoordelijk zijn.
- Bij veel raden van bestuur worden de leden beloond met opties om hen aan te sporen de belangen van aandeelhouders beter te bevorderen.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Meer artikelen van Toon Kasdorp vindt u hier.