DE WERELD NU

Zaak-“Ten Broeke” is een even logisch als onwenselijk resultaat

hoe een parlement de democratie af schaft

Er is reden te spreken over een zaak-“Ten Broeke”. Een onwenselijk resultaat dat je krijgt als al voor de verkiezingen vast staat wie met wie regeren gaat, hoe smal de marges ook zijn.

VVD-Kamerlid Han ten Broeke is afgelopen week vakkundig gewipt. Er was iets dat hem als een zwaard van Damocles boven het hoofd hing. de haar waaraan dat zwaard hing knapte, en toen was voor Ten Broeke de situatie ‘niet langer beheersbaar’.

Hierover zijn meerdere verhalen mogelijk. Maar eigenlijk interessanter is waarom het nu op tafel kwam? Vorige week suggereerde ik al dat Dijkhoff in en coalitie met de kleinst mogelijke meerderheid niet rouwig zou zijn om een vertrek van Ten Broeke. Bedrijfsrisico’s uitsluiten heet dat, en als leidende partij in de coalitie heeft de VVD wel wat anders aan het hoofd dan ophef in de fractie te moeten reguleren.

Het pijnlijke echter is, is dat de VVD al een paar jaar bezig is de bedrijfsrisico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. Ton Elias en een trits andere ervaren Kamerleden verdwenen al dan niet vrijwillig voor de laatste verkiezingen van de lijst, en dat zal er alles mee te maken hebben gehad dat al ruim voor de verkiezingen was bedisseld dat het aanstaande kabinet zou worden gevormd door VVD, CDA en D66. Daar was niets vreemds aan; de voortdurende achterkamertjes-overleggen tijdens Rutte-2 (over senaatsmeerderheden etc) maakten het de logische voortzetting na de desintegratie van de PvdA.

Dat men bij de verkiezingen gedrieën bleef steken op 71 zetels was al een onvoorzien ongelukkig resultaat, hetgeen een vierde partner onvermijdelijk maakte. Dat daarna met de toetreding van de ChristenUnie nog steeds een slechts minimale meerderheid resteerde, moet de spindoctors binnen de VVD grijze haren hebben bezorgd. En daar kwam dan ook nog eens de kwestie Wybren van Haga over heen. Dat maakte elke discussie over onafhankelijkheid van VVD-Kamerleden direct tot een heet hangijzer.

Maar zoals Martin Sommer zaterdag al schreef: het leidt allemaal tot verbraving en verdere risicovermijding. De controle wordt belangrijker dan de inhoud. En daarmee gaat de VVD verder het pad op dat zowel CDA als PvdA op langere termijn de das om deed. Elk van deze partijen begon ooit risico’s ui te sluiten door risico’s in de fractie te willen beheersen. Als eeuwige regeringspartij (tot 1994) leek dat ooit een slimme strategie. Zeker in een grote fractie is het prettig enige potentiële bestuurders met het parlementaire werk kennis te kunnen laten maken. Want het volksvertegenwoordigersschap was in die dagen (ik kom hier later deze week nog op terug) iets fundamenteel anders dan het besturen van het land. Klassiek voorbeeld hoe dat botste: Onno Ruding.

De worsteling van de VVD nu met datzelfde idee is interessant om te zien, maar ook een garantie voor meer problemen in de toekomst. Die zijn tweeërlei. Je hebt inventiviteit en een zekere eigenwijsheid nodig om als fractie goed in de kijker te komen. Dergelijke mensen is de VVD er nu uit aan het werken. En je hebt degelijke werkpaarden nodig, op wie je vertrouwen kunt, maar die zelden of nooit met iets briljants zullen komen. Toekomstige staatssecretarissen, zeg maar. Daar zit de CDA-fractie nog steeds vol mee, en afgezien van Pieter Omtzigt (die men intern als bedrijfsongeval ziet), geloof ik niet dat iemand de naam van een van de andere leden zou kunnen noemen. Al stond er een geldelijke beloning op. Mij zou het niet lukken, behalve toevallig dat lid dat geregeld door PVV’er Martin Bosma werd afgedroogd tijdens het debat over de intrekking van de Referendumwet. Maar mijn associatie boksbal met deze man is minstens zo sterk als de associatie CDA’er.

Dat de regering graag vertrouwt op een dociele Kamermeerderheid is begrijpelijk maar weinig verstandig. Vooral de VVD zelf zou zich eens af moeten vragen of zij het als gegarandeerd feit ziet dat zij de komende dertig jaar het politieke landschap domineren kan? Mij lijkt het tegendeel waar, en dan dreigt dezelfde dead end street als waar eerder CDA en PvdA werden geparkeerd. Is dit de logica van de macht? En is die machtsbasis van de VVD niet feitelijk te smal??