Wildersproces1 als politieke rechtspraak – in vogelvlucht
Wildersproces1 kwam op gang door een beslissing van het Amsterdamse Hof in een Artikel12-procedure, geschreven door Tom Schalken. Een geheugensteun voor de toenmalige overwegingen.
Wilders was slecht te spreken over de beslissing van de Britse regering hem niet in Engeland toe te laten en evenzo over de uitspraak in de Art.12 procedure van het Hof Amsterdam in de zaak Wildersproces1, waarin het OM bevolen werd hem te vervolgen.
In Nederland zowel als in Engeland wonen veel moslims, die Wilders met geweld bedreigen. Wilders stelt zich op tegen de aanwezigheid van een moslimcultuur in Europa, omdat hij meent dat de Nederlandse en nu ook de Britse autoriteiten zwichten voor het geweld en bedreiging met geweld die met deze cultuur samenhangen. De twee beslissingen, de een in Nederland en de ander in Engeland hebben een zelfde achtergrond. De overheden willen rust in de tent en durven niet de maatregelen nemen die in het belang van de samenleving nodig zijn. Heeft hij gelijk?
De politieautoriteiten in Limburg meenden dat de toename van het aantal gewapende overvallen in de provincie voor meer dan 90% te wijten is aan allochtonen. Heel precies over welk soort allochtonen het dan gaat is de politie niet, maar aannemelijk is dat het in de overgrote meerderheid gaat om moslim jongeren. Daar zijn er meer van in Limburg dan van Antillianen. Het was aan winkeliers verboden de camera’s naar buiten te richten, zodat de aspirant overvallers geïdentificeerd zouden kunnen worden voor ze hun bivakmutsen of integraalhelmen opzetten. Voor zover we cijfers hebben blijken de rovers landelijk onmiskenbaar vaak Antillianen en moslims te zijn. Het is redelijk om aan te nemen dat de spectaculaire toename van de geweldscriminaliteit in Limburg voor een substantieel gedeelte aan moslims is toe te rekenen .
Amerika en een aantal Europese landen willen niet met Hamas praten omdat Hamas een islamitisch-terroristische organisatie is. Een terroristische organisatie richt haar bommen en wapens tegen onschuldigen met het oogmerk daardoor de tegenstanders die ze niet rechtstreeks kunnen raken onder druk te zetten. Het is zoiets als gewelddadige afpersing in het normale criminele verkeer. Hamas heeft de kinderen van Gaza (de meeste inwoners van Gaza zijn kinderen) doelbewust in levensgevaar gebracht door onschuldige joodse burgers met raketten te beschieten. Gevolg was de aanval van Israël op het deel van Gaza, waar de raketten vandaan kwamen.
Het is de bedoeling van Wilders om situaties als in Gaza in Nederland te voorkomen. Hij meent dat het daarvoor nodig is moslimgeweld in een vroeg stadium aan te pakken, voor men hier gaat menen dat dit soort geweld gewoon is en erbij hoort. Het is zijn overtuiging dat de koran de moslims tot terroristische daden aanzet, respectievelijk dat het moslimgeloof onvoldoende waarborgen tegen het geweld bevat van een cultuur die misschien ook zonder deze godsdienst al gewelddadig was. Hij meent dat hij kan aantonen dat de koran in de islam een veel belangrijker rol speelt dan de bijbel in het christendom. Hij meent dat het boek gewelddaden legitimeert, met name tegen niet-moslims.
Wilders staat daarin niet alleen. Veel moslimkenners zijn hem in die opvatting voorgegaan. Zo moeilijk is het trouwens niet: neem een betrouwbare vertaling in het Nederlands of in een van de moderne talen, lees het boek en oordeel zelf. Dat verder Hamas, Al Qaeda en Hezbollah, maar ook de terroristen in Tsjetsjenië en Kasjmir tegelijk moslims en terroristen zijn, dat kan volgens Wilders c.s. niet allemaal toeval zijn.
De Pakistaan Ahmed die in het Britse Hogerhuis gedreigd heeft de straat te mobiliseren tegen de komst van Wilders is typerend voor de situatie die in Engeland is ontstaan sinds de komst van grote groepen moslims in dat land. Van een land waar de politie ongewapend door de straten kon lopen wordt het langzaam maar zeker een derde wereld land.
Het valt te betwijfelen of de raadsheren van het Amsterdamse Hof die de uitspraak in de zaak Wilders hebben gedaan de koran hebben gelezen, laat staan dat zij op die basis een vergelijking met Mein Kampf hebben kunnen maken. Als gevolg van de uitspraak van een andere Amsterdamse rechter tegen een marktkoopman van het Waterlooplein is dat laatste boek in Nederland alleen onder de toonbank verkrijgbaar en raadsheren in Hoven kopen geen illegale boeken.
De rechters van het Hof moeten daarom, nu zij zich aan de wet houden wel afgaan op wat de publieke opinie er over te zeggen heeft. Als het Amsterdamse Hof dus niettemin meende dat een vergelijking tussen koran en Mein Kampf uitsluitend beledigend was voor het eerste boek dan hebben ze dat van horen zeggen. Wilders zegt beide gelezen te hebben.
De grootste Europese dichter uit de Middeleeuwen, Dante Alighieri plaatste Mohammed in de achtste van de negen cirkels van de hel en niet zonder reden. De vrijheid van godsdienst, die in onze grondwet en in een aantal internationale verdragen is vastgelegd, heeft betrekking op verdraagzame godsdiensten. Dat blijkt alleen al uit het feit dat al die verschillende gelovigen hun vrijheid tegelijk moeten kunnen genieten. Ooit waren er godsdiensten zoals de godsdienst van de Azteken in het oude Mexico die mensenoffers vroegen. Het is moeilijk voorstelbaar dat ook aan hen vrij baan behoort te worden gegeven. Waarom dan vrijheid voor een godsdienst die aan haar gelovigen toestaat om van het leven van kleine kinderen pokerchips te maken in een politiek spel?
Is om bovenstaande redenen de uitspraak van het Amsterdamse Hof in Wildersproces1 te zien als een politieke uitspraak? Of het een evenwichtige en goed gemotiveerde uitspraak is, moet iedereen zelf maar beoordelen die het arrest leest. Wilders heeft in elk geval gelijk dat de islam in Nederland het geweldniveau en de haat tussen burgers heeft verhoogd en het niveau van de publieke discussies heeft verlaagd. Kijk alleen maar naar de onbekommerdheid waarmee Van Bommel, Van Agt en Duisenberg het geweld tegen joden konden bagatelliseren en vergoelijken.
Dat moslims zich beledigd voelen als openlijk kritiek wordt gegeven op hun boek en hun imams zal ongetwijfeld juist zijn, maar wat over die onderwerpen gezegd wordt door Wilders c.s. pretendeert de waarheid te zijn. Er is in de ogen van veel inwoners van Nederland een openbaar belang mee gemoeid om het te zeggen. Er is een ander openbaar belang mee gemoeid om het publiekelijk en met argumenten te kunnen weerleggen.
Er is geen grondwetsbepaling of internationaal verdrag waarbij de ethische gelijkwaardigheid van godsdiensten wordt geponeerd. Die bepalingen roepen op om alle godsdiensten te tolereren, maar binnen de beperkingen van de wet. Het moet mogelijk zijn om vast te stellen zonder iemand daarmee in strafrechtelijke zin te beledigen dat de islam de wereld geen goed doet en als zodanig in strijd is met het recht van beschaafde landen. Het moet mogelijk zijn, zoals Wilders bepleit, om de wet in deze zin aan te scherpen om moslim uitwassen te beperken. Wie zulke dingen zegt als politicus moet natuurlijk wel met argumenten komen. Wilders meent dat hij dat doet en wie meent dat hij ongelijk heeft moet met hem in de debat gaan. Een Hof dat meent dat een politiek debat overbodig is omdat het zelf wel weet wat politiek juist of onjuist is overschrijdt duidelijk zijn bevoegdheden.
Cynici zullen nu zeggen dat Wilders van het Hof een forum had gekregen om zijn opvattingen publiekelijk uit te dragen Men ziet dan over het hoofd dat het strafrecht in de samenleving een andere functie heeft dan het dienen van het vrije woord. Als het strafrecht een doel heeft, wat veel criminologen betwijfelen, dan dient het om belangrijke normen in de samenleving publiekelijk te handhaven. Toen het Hof het OM gebood om te vervolgen impliceerde het dat Wilders iets boosaardigs had gedaan. Daarmee werd het toch al gevaarlijk hoge niveau van agressie tegen Wilders verder gelegitimeerd. Fortuijn waarschuwde, toen hij nog leefde, dat de demonisering die men zich tegen hem veroorloofde zijn leven in gevaar bracht. Iets soortgelijks zou Wilders tegen de eerste strafkamer van het Amsterdamse Hof kunnen zeggen, maar zijn eerbied voor de wet en het recht weerhield hem om dat te doen.
Het Hof is in de zaak Wilders duidelijk buiten zijn boekje gegaan. Het heeft de scheiding der machten uit het oog verloren en als motivering gegeven van zijn uitspraak dat haat zaaien nu eenmaal haat zaaien is en beledigen beledigen. Voor het overige bestaat die hele lange uitspraak uit beperkt relevante opsommingen en beschouwingen. Een behoorlijke afweging van de rechten van vrije meningsuiting en de vrijheid van godsdienst wordt niet gemaakt. De publieke functie van beide rechten blijft buiten beschouwing.
Tenslotte, wat voor argumenten hebben we nu nog tegen een Britse minister van Binnenlandse Zaken die aan een Nederlands parlementslid de toegang tot Groot-Brittannië ontzegt als hij q.q. daar op bezoek komt, op uitnodiging van een collega parlementariër voor het voeren van een publiek debat?
Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer artikelen over Wildersproces1 vindt u hier.