Het Westen en de Koerden
Frans Groenendijk belicht in dit essay een aantal bekende maar vooral ook minder bekende belangrijke wetenswaardigheden over de Koerden, hun cultuur en hun plek in de internationale ontwikkelingen van de afgelopen vijftig jaar.
Vorige week en drie weken geleden schreef ik over Erdowahns Turkije. De oorlog tegen de Koerden kwam daarin oppervlakkig aan de orde. Deze week staan de Koerden en Koerdistan zelf centraal. Meer in het bijzonder: de extreme vorm van meten met twee maten door het Westen die aan het licht komt wanneer men de houding tegenover de Koerden uit Bakur, vergelijkt met die tegenover de Palestijnen.
Bakur is het deel van Turkije waar in hoofdzaak Koerden wonen. Bashur is het Koerdische deel van Irak, in Rojhelat wonen de meeste Koerden van Iran. Rojava is West-Koerdistan: het land waar de Islamitische Staat het meest verbeten en met het meeste succes bevochten wordt. Heel langzaam groeit de waardering voor dat laatste, maar nog steeds wordt de verschrikkelijke Erdowahn door het Westen beschouwd als bondgenoot en zijn vooral de Koerden in Iran en Turkije, maar ook die in Syrië en Irak, de dupe van de westerse wens om gemene zaak te maken met de Turken, Perzen en Arabieren.
De bewaking van de EU-grenzen wordt deels uitbesteed aan het regime in Ankara en Turkije is, godbetert, nog steeds lid van de Navo. De politieke vrienden van de PvdA in Turkije (de CHP) steunen Erdowahns oorlog tegen de Koerden tot en met het opheffen van de immuniteit van de HDP-parlementsleden. Er zijn al levenslange gevangenisstraffen geëist. En ondanks de staatsterreur tegen de Koerden in Turkije, staat de PKK nog steeds op de lijst van terreurorganisaties van de EU. De onbetwiste leider van de Turkse Koerden, Öcalan, zit nog steeds in de gevangenis.
Öcalan versus Arafat
De cruciale gebeurtenis voor de relatie tussen Turkije, Syrië en de Koerden was de regelrechte dreiging met oorlog door Ankara aan het adres van Damascus – in oktober 1998 – indien Öcalan niet uit het land gezet werd; de Turken trokken alvast 10.000 militairen samen aan de grens met Syrië. Öcalan verliet Syrië en werd vier maanden later gevangen genomen in Kenia. Even leek het erop dat hij een veilig heenkomen kon vinden in Griekenland of Italië maar onder Amerikaanse druk ging dat niet door.
Het is overigens niet heel moeilijk om argumenten te vinden om Öcalan tot terrorist te bestempelen. Marcus Aliza, die sympathiek staat tegenover de zaak van de Koerden, voert ze in overvloed aan in haar boek Blood and Belief: The PKK and the Kurdish Fight for Independence. (New York University Press, 2007. Kindle edition). Öcalan duldde decennialang geen enkele kritiek. Sommige van de acties waartoe hij opdracht gegeven moet hebben, doen denken aan de praktijken van het ANC in Zuid-Afrika in de jaren tachtig van de vorige eeuw tegen zwarten uit andere fracties (met name Inkhata) en aan de praktijken van de Palestijnse Arabieren in de jaren dertig, die veel meer slachtoffers maakten onder Arabieren dan onder Britten of Joden.
Maar die beschuldiging van terrorisme in de richting van de PKK en Öcalan is tegelijk ook het ultieme voorbeeld van het gebruik van dubbele standaarden in het Westen, indien afgezet tegen de manier waarop Yasser Arafat behandeld werd en vandaag de dag PLO en Hamas nog steeds behandeld worden. De decennialange en zeer succesvolle inspanningen van de Arabische landen om de houding van de Europese landen ten aanzien van Israël negatief te beïnvloeden, resulteerde in de Europese omarming van de voormalige terrorist Arafat. Die werd vrijheidsstrijder, en de personificatie en enige vertegenwoordiger van het Palestijnse slachtofferschap. Arafat werd ook door de VS gesteund; niet alleen door Jimmy Carter, maar ook onder Reagan: die hielp Arafat om samen met meer dan 1.000 PLO-strijders, een nieuwe basis te vinden in Tunesië toen de voormalige terrorist werd verdreven uit Libanon, twaalf jaar nadat hij was verdreven uit Jordanië.
Ironisch genoeg reikt diezelfde Marcus ook het sterkste argument aan voor een heel andere beoordeling van Öcalan. (Het is overigens hetzelfde argument dat – terecht – naar voren wordt gebracht om Kemal Mustapha in een gunstig daglicht te zien: zijn rol met betrekking tot vrouwenrechten).
In 1993 maakten vrouwen al ongeveer een derde uit van de strijdkrachten van de PKK. Het geheim van het succes van de PKK en Öcalan was de erkenning van het bestaan van ultraconservatieve standpunten over vrouwen in de Koerdische maatschappij en het vinden van een manier om daarmee om te gaan. De PKK beschermde de maagdelijkheid van de jonge vrouwen even fanatiek als haar familie. Zo kon de PKK zelfs onder de meest conservatieve Koerdische families veel steun verwerven. Tegelijkertijd betekende het voor die jonge vrouwen een ontsnapping aan het verstikkende milieu waarin ze waren opgegroeid. Er bestaat een 21e-eeuwse versie van deze briljante move: vrouwelijke YPG-bevelhebbers kunnen leiding geven aan militaire eenheden die mannen omvatten, andersom niet. Relaties tussen soldaten zijn niet toegestaan en daar wordt strikt de hand aan gehouden.
Koerden en Palestijnen
Een pijnlijk verschil in behandeling tussen Öcalan en Arafat dus. Het hangt op perverse wijze samen met overeenkomsten en verschillen tussen Koerden en Palestijnen. De verschillen zijn groot en er zijn er meer van. Je zou ze, wanneer je houdt van understatements, pikant kunnen noemen.
Beide volkeren hebben geen eigen staat. Beide volkeren zijn verspreid over verschillende landen. Beide volkeren kennen gebieden die een zekere mate van autonomie kennen. Een aanzienlijk deel van de beide volkeren wil een eigen staat. Er bestaat veel verwarring en onenigheid over waar de werkelijke grenzen van die gewenste staat zouden moeten liggen. Onder Koerden zowel als onder Palestijnen bestaan meningsverschillen over andere kwesties, die hebben geleid tot bloedige conflicten in het verleden; intenser onder Koerden, meer recent onder de Palestijnen. De meerderheid van de beide volkeren noemt zichzelf moslim. Het grootste deel van de rest van de bevolking in de landen waar Koerden en Palestijnen wonen, noemt zichzelf ook moslim. Met één uitzondering natuurlijk: Israël.
Een deel van de Palestijnse Arabieren leeft in de Joodse staat zelf en in gebieden die ooit deel uitmaakten van Jordanië en Egypte, gebieden die echter door Amman en Cairo niet langer geclaimd worden onderdeel te zijn van die landen.
Onder Arabieren bestaat veel vijandschap tegen Israël. Die is nog sterker dan die van de 60 miljoen Turken, 50 miljoen Perzen en 50 miljoen Arabieren tegen de 35 miljoen Koerden die in het Midden-Oosten wonen.
Opmerkelijk is dat de Arabische mensen die in Israël wonen minder vijandig staan tegenover Israël dan andere Arabieren. De andere twee-derde van de 12 miljoen Palestijnen wonen in landen die gedomineerd worden door mensen die veel op hen lijken qua etniciteit, taal en religie. Verschillen dus. Er zijn nog heel wat meer.
De Koerden hebben hun eigen cultuur en hebben een geschiedenis van duizenden jaren. De Palestijnen hebben een geschiedenis van slechts enkele decennia: voor 1970 werden ze niet of nauwelijks onderscheiden van (andere) Arabieren; door vriend noch vijand.
De grond onder (Irak) Koerdistan is rijk aan olie en gas (dit verschil is minder pregnant geworden sinds er voor de kust van Gaza ook gas en olie is aangetroffen). De (moslim) Koerden in Rojava en Bashur verdedigen hun niet-mohammedaanse buren tegen IS, de Yezidi’s meer in het bijzonder. Mensen uit Rojava hebben de Irakese Koerden (Bashur Peshmerga) zelfs stevig bekritiseerd omdat zij de Yezidi’s onvoldoende beschermd zouden hebben.
Geen enkele Koerdische organisatie zet vraagtekens bij het bestaan van een (toekomstige) buurland terwijl bijna alle Palestijnse organisaties openlijk pleiten voor het einde van Israël als land, als ze al niet openlijk pleiten voor een regionale of wereldwijde genocide op alle Joden.
Geen enkel land en geen enkele politieke fractie in enig land beschouwt de oprichting van een Koerdische staat als opstapje voor de vernietiging van een buurland. Het regime in Iran – net als de Palestijnse organisaties waarmee zij nauwe banden hebben – praat openlijk over het uitroeien van Israël. Jihadisten in andere landen doen hetzelfde.
De Arabische Palestijnen die in andere landen dan Israël landen wonen, worden gediscrimineerd vanwege de voormalige residentie van hun ouders, grootouders of overgrootouders. De Koerden worden gediscrimineerd op basis van hun etniciteit en taal.
De Koerden hebben hun eigen taal. De Koerdische taal is uniek voor de Koerden. De taal van de Palestijnen wordt door veel andere mensen gesproken, zelfs in de landen waar de meeste van hen wonen.
Decennialang was in Turkije elk gebruik van de Koerdische taal verboden, pas de laatste jaren zit daar verbetering in. Om de Koerdische kiezers te paaien schepte Erdowahn in mei 2015 op over een eerste Koerdische vertaling van de Koran: “Kijk, het Directoraat voor Religieuze Zaken, dat ze willen sluiten, heeft de Koran voor jullie in het Koerdisch afgedrukt.” Via de keuze van de woorden ‘voor jullie’ suggereert hij dat de Koerden hem dankbaar moeten zijn. In Syrië was de Koerdische taal ook lange tijd verboden.
Palestijnen werden nooit het slachtoffer van massavernietigingswapens, zoals de Iraakse Koerden in Halabja in 1988. De Koerden hebben nooit geprobeerd om alle macht te grijpen in Turkije, Iran, Irak of Syrië. Voor geen ander volk is er een speciaal VN-agentschap opgezet vergelijkbaar met de UNRWA voor de Palestijnen.
Geen enkel ander volk in de wereld ontvangt zoveel financiële steun per hoofd van de bevolking als de Palestijnen.
Moslims van over de hele wereld
Het met twee maten meten door ‘het Westen’ wordt nog overtroffen door dat van ‘het mohammedanisme’. De relatie tussen de mohammedaanse agenda en Palestina is vrij direct, die met Koerdistan indirect. ‘Mohammedan countries, Mohammedan organizations and individual Mohammedans across the globe’ – ik parafraseer hier de open brief die 126 ‘islamgeleerden’ stuurden aan de kalief van de Islamitische Staat; ik behandelde die in mijn eerste bijdrage voor VOL – staan pal achter het stichten van een Palestijnse staat. Toen Egyptenaren in 2011 de Israëlische ambassade aanvielen, schreeuwden ze ‘Allahu akbar’, terwijl ze met Palestijnse vlaggen zwaaiden. In de straten van Europese hoofdsteden is tegenwoordig, bij anti-Israël / pro-Palestijnse demonstraties, af en toe de beruchte strijdkreet ‘Khaybar, Khaybar, ya Yahud, Jaish Muhammad sayud’ te horen. Die strijdkreet verwijst naar een zevende-eeuwse slachting van een Joodse gemeenschap op het Arabische schiereiland. De relatie is een heel directe.
Het niet steunen van een onafhankelijke Koerdische staat is minder direct afleidbaar van de mohammedaanse leer. In landen waar de meerderheid van de bevolking zich moslim noemt, is de islam (bijna?) altijd een instrument in handen van de machtigen. In die landen worden meer moslims dan niet-moslims onderdrukt door de elites. Opstandelingen aanduiden als ‘ongelovigen’ is een handig hulpmiddel. Saddam Hoessein – die zijn carrière begon vanaf het ‘seculiere’ Baath-platform – gebruikte dit instrument tegen de Koerden van Bashur. Later deed Moqtada al-Sadr, een extremistische sjiitische geestelijke met duizenden gewapende volgelingen, hetzelfde. Hij roert zich dezer dagen ook weer hevig in Irak.
In de gedachtewereld van de islamisten is die beschuldiging aan het adres van de Koerden niet helemaal uit de lucht gegrepen. Hoewel de meerderheid van de Koerden in het Midden-Oosten zichzelf moslim noemt, is een trend naar secularisering – of op zijn minst een serieuze scheiding van moskee en staat – vrij stevig. Terwijl in de Palestijnse gebieden de rechten van vrouwen stevig onder druk staan, bestaan onder Koerden al decennia ontwikkelingen in de tegenovergestelde richting. Gedurende het korte jaar dat er een Koerdische republiek bestond rond de stad Mahabad, was onderwijs voor meisjes één van de eerste prioriteiten.
Regionale grootmachten
Hoewel de Koerden door de internationale gemeenschap, inclusief het Westen met de VS voorop, verschillende malen ernstig in de steek is gelaten blijven ze hun hoop (ook) op het Westen richten. Tegen die achtergrond is dat met twee maten meten helemaal afgrijselijk. De Koerden zijn niet alleen de dupe van het perverse denken over mohammedanen als ultieme slachtoffers van de wereldgeschiedenis, maar ook van het, in het kader van buitenlandse politiek, expliciet of impliciet hanteren van het weerzinwekkende concept van regionale grootmachten. Volkeren zonder eigen land zijn het zwaarst de dupe van het idee dat de wereld alleen veiligheid en vooruitgang (alleen) gegarandeerd kan worden door hele grote samenwerkingsverbanden op economisch en militair gebied.
Ruim vier jaar geleden schreef ik op mijn weblog al eens een stuk ‘Koerden en Palestijnen, overeenkomsten en verschillen. Bovenstaand stuk is er een update van. De informatie daarvoor verzamelde ik ten behoeve van mijn Engelstalige E-book IS, the Kurds and the Caliphate
Toelichting bij de afbeelding boven het artikel: Zelfs de Saoedi’s hebben er last van dat liegen echt Abbas zijn ding is. Zie ook onderstaande afbeelding hier
In deze zware ( IS/gematigde rebellen) tijd verdienen de Koerden alle sympathie en bewondering voor hun strijdvaardigheid. De Koerden zijn door de tijden heen behandeld als ‘bergbevolking’ zonder IQ. Hun vrijere manier van Islam beleving is uitsluitend te danken aan deze onterechte behandeling. Eenheid is belangrijk voor bestaansrecht. Hoe groter de eenheid hoe meer kracht. In dit geval worden ook de vrouwen meegenomen in het verhaal.
Maar wat als de Koerden eindelijk hun eigen staat zouden krijgen? Ze niet meer hoeven te vechten voor hun rechten? Hoelang zal het duren voordat de vrouw weer gedegradeerd wordt tot broedkip?
Het zijn en blijven islamieten.
Nee.
Velen nemen ook vollédig afscheid van Mo!
Leerzaam artikel.
Mijn geschiedenis-boeken vermelden, dat al meerdere eeuwen voor de gewone jaartelling,
Kurden in hun huidige, verspreide gebieden woonden; zij hebben een eigen taal en cultuur.
[ De huidige Turken, kwamen pas – met geweld – in de 11e eeuw v.d.g.j. als
Rum-Seltsjoeken in Anatolie binnen-gedrongen ! ]
Trouwens, ook de Armeniers zijn een tientallen eeuwen ouder volk met eigen gebied, taal en cultuur, dan de T.
Na WO I is door de Volkenbond, per Verdrag van Sevres 1920, aan de Kurden
een eigen land beloofd.
Nu zijn er zo’n 35 miljoen Kurden, waarvan zo’n 20 miljoen in Turkije, en verder in Syrie,
Irak, Iran, e.a. In Noord-Irak is de Kurdische regio sterk en ontwikkeld.
Het zijn de Turken, die de Kurden onderdrukken – en tegenwoordig onder Erdogan:
uitmoorden.
Ondanks hun verscheidenheid, verdient dit volk zeer zeker, een eigen land.
“Velen nemen ook vollédig afscheid van Mo!”
–
How many? Absolute numbers? Percentages? Reliability? Validity?
First islamic nation that frees itself from islam?
Can’t believe it.
Moeilijk te zeggen @Tommie. De PKK kent veel atheïsten, met name ook in de leiding. De Koerden (en anderen) die vanuit het Westen komen om mee strijd te leveren tegen IS, krijgen zelfs een stevige anti-godsdienstige scholing. Deels ook met ‘communistische’ inslag.
De Koerdische familie die ik het beste ken, woonde op het platteland. Alleen wanneer de meisjes meegingen naar de stad in de buurt, gingen de knarknevels om.
Maar ik geef toe: mijn gedachten zijn altijd wel een beetje familie van mijn wensen.
Wat ik wel zeker weet is dat wanneer je gaat nadenken over welke volkeren zo’n eerste ‘islamic nation that frees itself from islam’ zou kunnen worden, dan staan de Koerden zeker in de top drie. Misschien ook de Baloch: volk in de verdrukking, omgeven door mohammedanen die vijandig tegenover hen staan.
Het ellendige blijft natuurlijk dat er wel vele beschaafde moslims zijn, maar er geen beschaafde vorm van Mo’s leer bestaat met kans op succes en een aanhang van enige betekenis.