Weggegooid geld – ontwikkelingssamenwerking, UNDP
De moderne media gebruiken er een eigen terminologie voor, maar onmiskenbaar is het feit dat veel ontwikkelingshulp weggegooid geld is.
Volgens de Volkskrant erkende de president van het ontwikkelingsprogramma van de UN, dat de millenniumdoelen niet zouden worden gehaald. Dat zal wel, denk je dan, maar bij doorlezing van het interview blijkt hij dat niet eens te hebben gezegd. “De lidstaten moeten meer hun best doen”, dat zegt hij en: “India en China gaan het wel halen”. Dooddoeners allebei.
Alles wat Kemal Dervis zei in het interview, moet gelezen worden tegen de achtergrond van de public relations van de UNDP.
Het heeft met de werkelijkheid weinig van doen. Wie zich ooit serieus in het ontwikkelingsgebeuren heeft verdiept heeft zal niet snel hebben gedacht dat de millenniumdoelen wel gehaald zouden worden of, als het daarom gaat, dat de economische vooruitgang in ‘de ontwikkelingslanden’[1] veel met ontwikkelingshulp te maken heeft.
Ontwikkelingshulp is een ritueel, waarmee westerse landen hun schuldgevoelens over hun koloniale verleden uitboeten. Er zijn geen cijfers waaruit blijkt dat bilaterale of multilaterale hulp de ontwikkeling van een land beslissend hebben beïnvloed in positieve zin. Het vermoeden is dat grootschalige hulp helpen kan waar ook zonder hulp de ontwikkeling wel tot stand zou zijn gekomen en dat het effect in de rest van de betrokken landen vaker negatief dan positief is geweest. Maar ook daarover bestaan geen cijfers.
Noodhulp spaart levens, kleinschalige hulp redt individuele levens, maar voor het overige moeten we het doen met vermoedens en met de statistische zekerheid dat het merendeel van de ontwikkelingshulp weggegooid geld is geweest. Het heeft corrupte regimes in stand gehouden, andere regimes gecorrumpeerd en het houdt aan de kant van de ontwikkelaars een dure bureaucratie in leven die veel tijd, geld en aandacht besteedt aan het verzorgen van de eigen public relations.
Er valt wel iets te zeggen over de noodzakelijke voorwaarden waaraan hulp zou moeten voldoen, maar wie daar in publicaties van de VN naar zoekt vindt er weinig over. De economische welvaart in een land is in het algemeen recht evenredig aan zijn participatie in de globale economie. Om die participatie mogelijk te maken is een juridische en financiële infrastructuur nodig die in veel Afrikaanse en Zuid Amerikaanse landen ontbreekt. Verder is scholing en een bepaalde mate van discipline van de bevolking een belangrijke factor. Ontwikkelingshulp zou gegeven moeten worden om de groei van deze factoren te bevorderen en alleen aan landen die daar serieus werk van willen maken.
Verder zou een voorwaarde voor leningen moeten zijn dat de recipiënten met een geloofwaardig “businessplan’ komen. Maar een land hoeft maar te roepen dat dit riekt naar neokolonialisme en voorwaarden als deze worden officieel weer ingeslikt of in de praktijk buiten werking gehouden. Wie onder de indruk is van de kritiek op de Wereldbank uit kringen van NGO’s, en meent dat de Wereldbank juist het instituut is dat er op toe ziet dat ontwikkelingshulp op grond van harde voorwaarden wordt verstrekt, die vergist zich. De Wereldbank is geen bank maar de financial department van de UN, een producent van papieren beleidsvoornemens en het is zeker geen commerciële instelling.
Wat wil je als de VN in meerderheid wordt bevolkt door landen die zich niet serieus bezig willen houden met de eigen problemen, laat staan met die van andere landen? De Wereldbank, die geacht wordt binnen de UN de meest deskundigheid in huis te hebben op het gebied van ontwikkeling wordt voor de helft bestuurd door vertegenwoordigers van regimes die van de hulp afhankelijk zijn en bemand door mensen die aan de hulpbureaucratie meer verdienen dan ze in de commerciële wereld zouden kunnen doen.
Wolfowitz had beloofd aan deze toestanden een einde te maken en zie wat er met hem gebeurd is. Herman Wijffels meende dat deze neocon de slechtste president ooit is geweest van de Wereldbank, maar misschien dat hij ons dan uit kan leggen wat James Wolfensohn, van wie hij een hogere pet lijkt op te hebben, aan het functioneren van de bank heeft bijgedragen, behalve scheldpartijen en ineffectieve aanloopjes naar hervorming? Wolfensohn, zal hij zeggen, heeft wel degelijk geprobeerd om veranderingen door te voeren , maar we kunnen met de benefit of hindsight concluderen dat hem dat evenmin is gelukt als Wolfowitz of Wijffels zelf.
De Wereldbank zinkt in hetzelfde bureaucratische moeras als de rest van de UN en veel hoop op verbetering is er niet.
- Waarschijnlijk zou de hulp veel efficiënter kunnen worden aangewend als beter zou worden gedefinieerd aan welke voorwaarden landen moeten voldoen om voor hulp in aanmerking te komen. Arm zijn is niet voldoende. Iets met hulp kunnen doen is ten minste zo belangrijk.
Dit artikel over weggegooid geld aan ontwikkelingssamenwerking verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Herman Wijffels heeft alle uiterlijke kenmerken van een verstandig man. Waar het hem aan ontbreekt is twijfels. Daar begint het mee. Twijfels naar aanleiding van verontwaardiging over het stelselmatig falen van ontwikkelingssamenwerking. Dat zou een verstandig man toch aan het denken moeten zetten.