Sociologie – een quasi-wetenschap
Toon Kasdorp is niet gelukkig met sociologie als universitair erkende wetenschap. Een vernietigende analyse die ook sociologen zelf zich zouden moeten aantrekken.
Het bekendste sociologische handboek is Sociology, A Global Introduction. Het is geschreven door John J. Macionis en Ken Plummer en uitgegeven bij Pearson Education Limited. De Engelstalige paperback uitgave telt 1064 pagina’s en kost €49,80.
Zonder dat U de moeite hoeft te nemen zo’n werk helemaal door te nemen – wat ik trouwen wel eens gedaan heb en U alleen daarom al niet kan aanraden – kunt U uit de heel uitgebreide inhoudsopgave al afleiden dat sociologie niet gaat over hoe samenlevingen functioneren. Men legt niet uit hoe anders een mens optreedt als hij dat doet als onderdeel van de groep waar hij toe hoort, in plaats van als individu of in het kader van zijn gezin. Sociologie gaat over een vrij willekeurig gekozen aantal verschijnselen die zich in de samenleving voordoen en behandelt die verschijnselen afwisselend feitelijk en normatief. Systeem zit er niet in en begrip voor de samenleving brengt sociologie U niet bij.
Terecht heeft Richard Feynman, de grootste natuurkundige van zijn tijd, ooit gezegd dat hij niet zou weten wat er wetenschappelijk is aan sociologie en waarom het als vak aan de universiteiten zou moeten worden gedoceerd. Het beste kun je sociologie definiëren als een excuus om over willekeurige onderwerpen stukjes te schrijven met een wetenschappelijk sausje. Praktisch alles wat vooraanstaande sociologen publiceren zouden ze net zo goed of beter hebben kunnen doen zonder een sociologische opleiding.
Toch is er wel behoefte aan een wetenschap die duidelijk maakt waarom samenlevingen voor ons noodzakelijk zijn om te overleven en hoe mensen zijn geëvolueerd als onderdeel van een samenleving. Welke eigenschappen alleen kunnen worden verklaard vanuit hun functie binnen een samenleving. De leer van de samenleving is met andere woorden een noodzakelijk onderdeel van de leer van de mens en in die zin bestaat sociologie eigenlijk helemaal niet. Voor veel wetenschappen geldt dat we misschien ook wel zonder zouden kunnen, maar dat hun bestaan iets aardigs toevoegt aan het leven. De zoon van een overleden vriend van me spreekt zestien of zeventien Indiaanse talen die op het punt staan om uit te sterven en het bestaan van zo’n geleerde man die dat kan heeft wel degelijk iets.
Maar het ontbreken van een werkelijke sociologische wetenschap, met handen en voeten, is een groot gemis en dat gemis wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van die quasi wetenschap, die geen bijdrage levert maar door zijn bestaan verhindert dat een wetenschap waar we behoefte aan hebben tot leven komt.
Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp
Dit artikel is dodelijk voor sociologen.
Maar het verwoordt wel de werkelijkheid zoals ik dat steeds heb ervaren.
Ijzersterk artikel. Helemaal mee eens. Subliem verwoord.
Dit artikel is belangrijk, omdat figuren met “soosjialistische” neigingen, zich laten beïnvloeden door het zogenaamde “sociologische” gebabbel. Wat dit gebabbel en gepruts voortbrengt, is vooral schijnheilige zelf-verheffing, minachting tegen gewone mensen, misbruik maken van subsidies en gevaarlijk totalitaire opvattingen. Kortom, wat we veel om ons heen zien, en wat terecht wordt geanalyseerd als ‘cultuur-marxisme’.