Schending van het staatsrecht
Dit verhaal speelt onder het Balkenende kabinet van socialisten en christendemocraten. Wilders had gevraagd wat het saldo van kosten en baten van de allochtone immigranten was en kreeg geen antwoord van het kabinet.
De Volkskrant gaf commentaar in een hoofdredactioneel artikel:
‘In een democratie gaat het niet aan burgers, of het nu allochtonen, ouderen of gehandicapten zijn, op straffe van uitsluiting te beoordelen op hun batig saldo voor de samenleving. Dat principe laat het kabinet hier terecht zwaarder wegen, ook al is dat niet zonder politieke risico’s.’
Aldus de slotzinnen in de Volkskrant.
Eerst die lelijke zin met “op straffe van uitsluiting”. Die betekent, meen ik, letterlijk dat wie niet wil beoordelen wordt gestraft met uitsluiting en dat dit niet aangaat. Dat is waarschijnlijk niet de bedoeling van de auteur. De hoofdredacteur wil geloof ik beweren dat burgers worden uitgesloten als straf voor hun negatieve kosten/baten saldo. Die straf zou het gevolg zijn van het bekend worden van de becijfering waar Wilders het kabinet om gevraagd had.
Het is, hoe je het ook keert of wendt, slecht Nederlands en ik denk dat ik weet waarom dat een hoofdredacteur van de Volkskrant overkomt. Eigenlijk is hij het evenmin eens met het kabinet als zijn collega Sommer. Die legde op dezelfde pagina van de krant uit waarom het antwoord van het kabinet staatsrechtelijk niet deugde en doet dat in voortreffelijk Nederlands. Sommer schrijft wat hij denkt in plaats van wat hij meent dat politiek correct is. Als je correct probeert te zijn wordt je gedachtegang kronkelig en je Nederlands gaat daarin mee.
Nu het staatsrechtelijke aspect. De PVV-fractie stelde een vraag. De regering beschikte over de gegevens en voor zover ze die niet nauwkeurig kende mocht zij van de vragensteller schatten. De regering vond het ongepast en deed het niet. Is dat staatsrechtelijk geoorloofd? De grondwet is op dit punt duidelijk:
Art. 68 Gw: De ministers en de staatssecretarissen geven de Kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door één of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de Staat.
De grondwetsgeschiedenis leert dat met het belang van de staat hier de veiligheid gemoeid is. Van der Laan, die nu burgemeester is van Amsterdam en die toen namens het kabinet antwoord gaf, kon de gegevens alleen weigeren als het belang van de Staat in de bovenbedoelde zin dat had vereist. Het staatsgewoonterecht staat toe dat de regering in eerste instantie zelf beoordeelt of er sprake is van een zo zwaar wegend belang dat beantwoording achterwege kan blijven. Als de Kamer het daar in meerderheid niet mee eens zwicht de regering of treedt af.
Het is waarschijnlijk dat de rood-zwarte regering hier inderdaad, zij het ten onrechte, van mening was dat beantwoording de staat belangrijke schade had kunnen berokkenen, maar dat zei ze niet. Zij volstond met te zeggen dat ze de vragen onfatsoenlijk vond. Omdat zij een Kamermeerderheid achter zich had kon zij zich dat permitteren. Staatsrechtelijk juist was het niet. In plaats van de vragensteller met een kluitje in het riet te sturen had de minister zich op het grondwetsartikel horen te beroepen en uit moeten leggen wat onder omstandigheden het overwegende belang van de Staat der Nederlanden was. Over dat belang had de Kamer dan kunnen discussiëren.
Maar waarschijnlijk vond de regering ook die discussie al niet in het belang van het land of van de partijen die haar in de Kamer steunden. Hoe dan ook, het bleek weer eens dat Vis, Jurgens of hoe al die besnorde staatsrechtgeleerden ook heten, ongelijk hadden toen ze beweren dat staatsrecht iets anders is dan de manier waarop de overheid is georganiseerd. Met recht heeft het weinig te maken, we noemen het alleen zo.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Prima artikel.!
Zo heeft ook De Donner na het referendumverzoek over het verdrag van Maastricht als minister van staat op dezelfde wijze het referendumverzoek naar de prullenbak verwezen, zonder argumentatie noch informatie. Dat is mij altijd als een geslaagde coup van de bende balkenende/De Donner bijgebleven.
Volgens mij zijn de ministers daar nog steeds strafrechtelijk vervolgbaar op en dus ook Donner en straks ook Rutte als hij daadwerkelijk de uitkomst van het Oekraïne referendum naast zich neer legt of politiek herinterpreteerd. Waarschijnlijk voelen ze zich veilig voor een mogelijke kans dat zo’n proces gevoerd gaat worden, en ze weten dat de PvdA en D66 rechters hen wel zal beschermen.
Sinds Trump zou ik overigens als minister maar niet te veel vertrouwen meer hebben dat deze staatsrechtelijke hoofdzonden zonder gevolgen aan je voorbijgaat!
We weten het nog. Was het niet hetzelfde kabinet dat slechts enkele weken daarna in de kamer stond te oreren dat ‘de ouderen’ ons zo vreselijk veel kostten en daarom de AOW leeftijd omhoog moest ? Omdat ‘die ouderen’ als groep dus …
Wat ik ergelijker vind aan die Balkenende is zijn overtreding van artikel 93 van het wetboek van strafrecht.
De aanslag ondernomen met het oogmerk om het Rijk geheel of gedeeltelijk onder vreemde heerschappij te brengen of om een deel daarvan af te scheiden, …
Dat is volgens mij toch echt wat Balkenende gedaan heeft met het ondertekenen van het verdrag van Lissabon.
En Maastricht.
Opgegroeid in een tijd – de zestiger en zeventiger jaren – dat het zo vanzelfsprekend was voor De samenwerking te zijn dat daar eigenlijk door niemand ook maar een kritische noot over werd gekraakt.
Ik ben tot inkeer gekomen toen ik Balkenende het verdrag van Maastricht zag tekenen. Een meer dan duizend pagina tellend document en toen dacht ik:
– wat is dat voor een Europa die niet de visie heeft om de volgende stap in pakweg 2 A4-tjes neer te zetten, en dan dus dat aan haar burgers te kunnen uitleggen, en
– Balkenende en de meeste politici die voor hebben gestemd hebben het niet helemaal doorgelezen, laat staan doorgrond waar ze ja tegen zeiden
Dus, ja, Balkenende is onze grootste verrader!