Referendum biedt nepparlement kans
“Stop met zeggen dat Kamerleden niet meer vertegenwoordigen waar ze democratisch op gekozen zijn. Dat hebben we in de geschiedenis te vaak meegemaakt”; Alexander Pechtold reageert furieus wanneer Wilders de Kamer een ‘nepparlement’ noemt en kan zelfs een bruine sneer niet onderdrukken.
Misschien heeft Pechtold gelijk en vertegenwoordigen hij en de Kamer daadwerkelijk het Nederlandse volk. Maar wat ik dan niet begrijp, is zijn eveneens vijandige reactie richting GeenPeil, die dit aspect juist probeert te toetsen.
Toen ik vijf weken geleden m’n krabbel zette onder het initiatief had ik er eerlijk gezegd een hard hoofd in. GeenStijl mag dan een goed gelezen weblog zijn, het verzamelen van 300.000 papieren handtekeningen is geen sinecure. Zeker niet wanneer de mainstream media weigeren om er aandacht aan te besteden – ik vraag me af hoe dat zal gaan wanneer Greenpeace of Oxfam-Novib proberen een referendum van de grond te krijgen, maar dit terzijde. Evenwel heeft het er nu alle schijn van dat het gelukt is (±450.000 ondertekenaars) en dat het Nederlandse volk geraadpleegd gaat worden.
Of beter zeg ik: de Nederlandse kiezer gaat haar advies uitbrengen. Want het gaat hier om een raadgevend referendum en dat wil zeggen: het initiatief ligt bij de mandaatgever, en niet bij de mandaathouder. Pechtold kent dit onderscheid en laat dat ook merken wanneer hij het journalistieke aangezicht van de campagne via twitter toevoegt: “Jan Roos, is dat een journalist?”, “Man weet zelf nog niet verschil tussen raadgevend en raadplegend referendum.” Een treurige reactie, maar representatief voor de respons uit eurofiel Den Haag en de nomenclatura van beschaafd Nederland: hier was het referendum niet voor bedoeld, deze mensen deugen niet, het zijn onruststokers en – daar issie weer – fascistenvriendjes!
Het EU-associatieverdrag met de Oekraïne, over de wenselijkheid waarvan we ons nu mogen uitspreken, werd in de Kamer goedgekeurd met 119 stemmen vóór en 31 tegen. Tachtig procent vóór en twintig procent tégen. Het is een verhouding die weinig twijfel laat bestaan over de wenselijkheid ervan, althans, over de wenselijkheid ervan bij de volksvertegenwoordigers in Den Haag. Wél twijfel ik steeds meer aan het volksvertegenwoordigende gehalte van onze mandaathouders, en ik doe dat op de volgende gronden:
- Binnen de politieke partijen heerst fractiediscipline, wat zoveel wil zeggen als: alle leden stemmen hetzelfde, nolens volens.
- De partijen gaan bovendien coalities aan, waardoor achterban-belangen onderhandelbaar worden.
- In het Europees Parlement nemen partijen die in Nederland een eigen programma hebben soms zitting in één een dezelfde Europese fractie waar, opnieuw, fractiediscipline geldt.
- Europese verdragen gaan krachtens Artikel 94 van onze Grondwet bóven nationale wetgeving.
Tel deze punten op, meng ze door elkaar of doe ermee wat u goeddunkt, de uitkomst zal hetzelfde zijn: bij EU-gerelateerd beleid is het tegenwoordig volstrekt onduidelijk of besluitvorming conform de wil van de Nederlandse kiezer is. Alhoewel … de uitslag van het vorige referendum en de sporadische peiling op dit punt doen vermoeden dat er een – laat ik het voorzichtig zeggen – statistisch relevante discrepantie bestaat tussen de ideeën van kiezer en verkozene.
De door Wilders gemunte term ‘nepparlement’ is, waar het de representatie van ‘de stem des volks’ betreft, op bovenstaand punt volkomen terecht. En de dames en heren politici weten het. Waarom anders zou je als vertegenwoordiger je toevlucht nemen tot justificaties als: “Europa is te complex om in een referendum te proppen” (Pechtold), “de meeste Europeanen begrijpen toch niet wat er beslist wordt” (Juncker), “Den Haag zal een stapje terug moeten doen” (Pechtold, alweer).
En het is met name dit laatste punt dat de Nederlandse kiezers dwars zit: de EU besluit en de uitslag van nationale verkiezingen doet er steeds minder toe. Van Rompuy droomt van een EU die zich uitstrekt van de Noordpool tot Irak, en van IJsland tot aan Rusland. Guy Verhofstadt zegt “Europa moet een Rijk worden”, Barroso claimt: “de EU is het eerste Rijk dat niet naar uitbreiding streeft“; en de zowel ongerust als duizelig geworden Europese burger wordt door Hollande gerustgesteld: “wat ons bedreigt is niet te veel Europa, maar juist te weinig”.
Daarom is het goed dat dit referendum er komt. Het is goed om vast te stellen of ook bij de Nederlandse kiezers de verhouding tussen vóór en tegen 80 op 20 is. Ik vermoed van niet. Evenzo vermoed ik dat onze afgevaardigden niet gerust zullen zijn op de uitkomst, integendeel. En ook dat is goed. Immers: de uitkomst van het referendum biedt ze de mogelijkheid Wilders te logenstraffen en te tonen dat dit land een écht parlement bezit. Een parlement dat het volk vertegenwoordigt.
Het gehele parlement minus de PVV onderschreef de term nepparlement ,door Wilders weg te honen toen die stelde namens het NL volk en zijn stemmers te spreken.
Staatsrechtelijk gezien de enig juiste insteek.
Een parlement zou op zijn minst de wensen van de bevolking moeten representeren. Als dat incidenteel afwijkt, zie ik geen probleem, maar als de afwijkingen op belangrijke dossiers structurele vormen aanneemt, is de benaming nepparlement een rake. Façade democratie had ook gekund.