Omkopen
In de VS is het omkopen van buitenlandse overheden strafbaar gesteld en worden dit soort zaken nu ook daadwerkelijk vervolgd.
Onder omkopen wordt begrepen het zich laten afpersen, omdat het eerste nu eenmaal gemakkelijker te bewijzen valt dan het tweede. En vaak valt het samen. Ook valt achteraf niet uit altijd te maken wie het initiatief genomen heeft en bovendien wordt het initiatief ook vaak pas genomen als duidelijk is dat de tegenpartij er voor ontvankelijk is. Een bestuurder of ambtenaar die een bedrijf voor niet-corrupt houdt, nodigt een ander uit. Een bedrijf dat een ambtenaar voor onomkoopbaar houdt is wel wijzer en biedt hem geen steekpenningen aan.
In de praktijk gaat omkopen trouwens nogal eens via tussenpersonen. Die voelen eerst aan beide kanten de temperatuur van het water en pas als er behoorlijke zekerheid bestaat worden er zaken gedaan. Betalingen vinden dan plaats aan de tussenpersoon, vaak ten titel van advies en die tussen persoon zorgt dat op een of andere manier de omgekochte aan zijn trekken komt.
Daarom is in de praktijk afpersing moeilijk te bewijzen, al komt het veel voor. Maar een bedrijf houdt boek en er zijn altijd meer mensen op de hoogte van wat er gebeurt. Zo’n bedrijf is om die reden beter vervolgbaar dan de ambtenaar of politicus met zijn buitenlandse bankrekening of een trust. Als een overheid meer betaalt aan een bedrijf als gevolg van afpersing of omkoperij, dan wordt daardoor niet alleen de samenleving benadeeld maar ook de bedrijven die met unfaire middelen buiten de competitie zijn gehouden. Dat dit gedrag vervolgd wordt is in alle opzichten terecht. De moeilijkheid erbij is dat de overheid heel vaak te veel betaalt zonder dat daar omkoperij aan te pas is gekomen. Het enkele feit dat een bedrijf een overheid meer berekent voor de zelfde prestaties als een willekeurige andere afnemer zegt niet zo veel.
Als men een einde wil maken aan omkoperij en andere vormen van corruptie is strafrechtelijke vervolging waarschijnlijk niet de beste methode. Zij is te omslachtig, neemt te veel tijd in beslag en de bewijslast is voor de officier te zwaar. Men kan beter de financiële verslaggeving van de overheid en het systeem van aanbesteding zo doorzichtig maken dat het te moeilijk wordt om te hoge prijzen te berekenen zonder dat het opvalt. Voor buitenlandse omkoperij helpt het niet maar in het binnenland komt men er een stuk verder mee.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Misdaad loont, omkoperij en afpersing eveneens. “Hoge prijzen berekenen zonder dat het opvalt” is moeilijk. Vaak zijn overheidsopdrachten heel specifiek of gaat het om bijzondere aantallen. Welke marge mag een bedrijf hanteren? Er zit altijd wel ergens “speelruimte”. Nog meer regelgeving? Dit lijkt mij onwenselijk en lost niets op. Het hele systeem van aanbesteding gaat in veel gevallen mis. Inkopers zitten te lang op hun plek. Iedere twee jaar een ander zorgt voor een schone bezem.