NRC & journalistiek – schoenmaker, hou je bij je leest
Dit artikel van Toon Kasdorp laat niet alleen zien waarom recht een vak is – mits goed uitgeoefend – maar ook dat deugdelijke journalistiek dat veel minder is.
Waarom iedereen de arresten zou moeten kennen die Jensma, de juridische medewerker van de NRC, vijf jaar geleden voor ons op een rijtje zette[1], zou ik niet weten. De meeste niet-juristen kunnen de portee ervan niet overzien en de toelichting van Jensma helpt ook niet erg.
Hij vindt al die arresten rechterlijke beslissingen waarbij ‘een wissel is omgezet’. Hij kwam aan zijn lijstje door aan vrienden te vragen wat hun favoriete belangrijke arresten waren, maar hij had ze daarbij moeten vragen waarom ze die zo belangrijk vonden.
Het Kelderluikarrest is een Nederlandse versie van een uitsprak van Learned Hand en het is aanmerkelijk minder afgewogen dan zijn Amerikaanse voorbeeld. Er zitten nogal wat feitelijke elementen in en waarschijnlijk speelt ook het niet onderkennen van een meinedig proces verbaal van een politieagent in dat arrest een rol.
Het Bloedproefarrest is een variatie op het thema onrechtmatig verkregen bewijs, wat, zoals bekend een heel ongelukkig leerstuk is.
Het Benthemarrest is van grote invloed geweest maar juridisch is het vooral ook een standaardvoorbeeld van de bemoeizucht van het Straatsburger Hof. Het is een van de redenen waarom de zo veel betere Engelse juristen eigenlijk van Straatsburg af zouden willen. De taak om een nalatige wetgever te corrigeren ligt in een democratisch land bij het parlement en niet bij de rechter.
Het landbouwvliegerarrest is inderdaad belangrijk maar Jensma had meer nadruk kunnen leggen op de omstandigheid dat het hier niet om een wet ging die buiten toepassing werd gelaten maar een regeling van lagere orde. Tegenwoordig worden ook wetten buiten toepassing gelaten op grond van heel algemene rechtsbeginselen uit verdragen en dan bent U weer bij het Benthemarrest.
Uit de samenvatting van Jensma blijkt helemaal niet waarom Het Van Gend en Loosarrest zo belangrijk is. Het gaat over het monistische en het dualistische stelsel, over de directe werking van verdragsbepalingen, de verhouding tussen verdragen, grondwet en nationale regelgeving en de vraag of door de Europese verdragen een nieuw en overkoepelend rechtstelsel is gecreëerd. Allemaal veel ingewikkelder kwesties dan in een krantenartikel kunnen worden uiteengezet.
Voor Pikmeer I en II geldt iets dergelijks, maar Jensma legt opnieuw niet uit waarom. Strafrechtarresten als deze kunnen alleen tot boetes leiden en in geval van bestrafte overheden is dat vestzak broekzak. Het belang ervan is dat strafwaardig gedrag aan de kaak wordt gesteld en dat degenen die schade leiden op grond van de strafrechtelijke uitspraak een civiele vordering kunnen instellen.
Lindenbaum Cohen is echt een doorbraak, omdat voordien onrechtmatig werd gedefinieerd als in strijd met de wet en sindsdien ook als in strijd met de geldende rechtsregels die niet in een wet zijn neergelegd.
Het Kamp Erica arrest is oorlogsgeschiedenis en daarom van ondergeschikt belang voor het geldende recht. Het Melkventerarrest tenslotte heeft een nieuw leerstuk geïntroduceerd, de afwezigheid van elke schuld, maar een grote maatschappelijke impact had het niet. Een verstandige officier vervolgt niet in zulke gevallen en het arrest moet daarom vooral gezien worden als een correctie op een verkeerd gehanteerd opportuniteitsbeginsel.
Jensma heeft wel rechten gestudeerd maar is nooit praktiserend jurist geweest, hij is een krantenman. Voor hem geldt schoenmaker, hou je bij je leest.
- Op 28/12/13
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Folkert Jensma was een van de meest prominente *kuch* Fortuyn-demoniseerders. Ook daarvoor geldt: schoenmaker, was nou bij je leest gebleven. Het klopt natuurlijk dat Fortuyn niet rechtsstatelijk dacht – dat wil zeggen, niet in de ogen van al diegenen die alles bij het oude wilden houden. De meeste doelstellingen van Generatie’68 waren bereikt, de lange mars door de instituties was voltooid, afblijven verder. Dat een gekozen c.q. te kiezen kamerlid in het Engels volkomen terecht lawmaker wordt genoemd, is aan deze lieden niet besteed. Overigens ben ik van mening dat Jensma ontslagen had moeten worden. De man is het predikaat journalist niet waardig. Activisten moeten wieberen. Triest genoeg is het na Fortuyn alleen maar erger geworden met dit type ‘hoernalisten’.