Klokkenluiders
Er zijn geen absolute geboden of verboden in het recht. Er kan zich altijd een omstandigheid voordoen die een afweging van verschillende rechtsbelangen meebrengt en als gevolg waarvan het ene gebod voor het andere wijkt. Klokkenluiders zijn daarom geen absolute zegen.
Het kan voorkomen dat de plicht die een employee en in het bijzonder de plicht die een ambtenaar heeft tot geheimhouding van wat hem uit hoofde van zijn functie bekend is geworden moet wijken voor het bekend worden van misdrijven of misstanden. Als zich zo’n voorval een paar keer heeft voorgedaan en er publiekelijk goedkeurend is gesproken over de ambtenaar die uit de school heeft geklapt, dan reageert het publiek, dat nu eenmaal wel denkt in termen van iets mag wel of het mag niet, door te menen dat een klokkenluider een flinke man is, waar men respect voor hoort te hebben. Dat houdt dan tegelijk in dat geheimhouding een verouderd begrip is.
Dat is niet echt zo. Een klokkenluider ondergraaft het groepsverband waarin hij verkeert en hij belet het goed functioneren van overheidsinstellingen en van private bedrijven, waar nu eenmaal op een aantal punten geheimhouding een must is. Een enkel voorbeeld kan dit toelichten:
In een advocatenkantoor komt een strafrechtcliënt die in het kader van de voorbereiding van zijn zaak aan zijn advocaat mededelingen doet over anderen die betrokken zijn bij het misdrijf waar hij van verdacht wordt. Een ijverige secretaresse die het dossier onder haar beheer heeft en die de krant leest en daarom begrijpt waar het over gaat, belt de gegevens die ze gelezen heeft door naar Peter R. de Vries. Alleen daardoor kan een misdrijfmysterie worden opgelost. Mag dit of mag dit niet?
Algemeen, maar vooral onder advocaten, is men van mening dat dit nooit of te nimmer mag. Persoonlijk denk ik eerder dat ook dit hele zware verbod niet absoluut is en dat zich omstandigheden kunnen voordoen, bijvoorbeeld wanneer de advocaat zelf de medepleger en een schurk is, er niemand anders op het kantoor te vertrouwen is en in het geval dat de betrokken informatie levens kan redden, dat de secretaresse met deze informatie wel naar buiten mag. Zelfs naar Peter R. de Vries als dat de enige efficiënte mogelijkheid lijkt, maar ik geef toe dat dit een groot beroep doet op de fantasie.
Nu kan men het begrip klokkenluider zo definiëren dat daar alleen onder valt degene die de geheimen van de organisatie waar hij deel van uitmaakt openbaar maakt met het uitsluitende doel om daarmee onrecht te bestrijden, maar ook dan keurt men iets impliciet goed wat alleen maar kan in uitzonderlijke omstandigheden. Namelijk alleen wanneer degene die met de informatie naar buiten wil in staat is om de afweging te maken tussen de betrokken rechtsbelangen en er niemand is die hij of zij vertrouwen kan en die in een betere positie verkeerd om de betrokken afweging te maken.
Bij een aantal bekende gevallen van klokkenluiderij kan men zich afvragen of dat het geval was. De schade die men aan de organisatie aanricht en het belang dat de samenleving heeft bij een goed functioneren van organisaties is meestal niet iets dat door een klokkenluider voldoende kan worden overzien. De omstandigheid dat er kennelijk niemand binnen de organisatie is die hij voldoende kan vertrouwen om hem of haar deelgenoot te maken van zijn ongerustheid is op zich al een veeg teken. Veel klokkenluiders zijn sociaal onaangepaste mensen die het ontbreekt aan het vermogen om een redelijke afweging te maken. Meestal ook aan de sociale vaardigheden om hun ongenoegen op de juiste wijze onder de aandacht te brengen van degenen binnen de organisatie die zijn aangesteld om die afweging te maken. Soms zijn het ideologisch bevlogenen die menen dat de organisatie waar zij voor werken in strijd komt met het hogere doel dat zij middels hun ideologie met de wereld voor hebben. Soms zijn het wraaklustige ontslagen employees, zoals Ad Bos die de stukken die hij naar buiten bracht ‘in een plastic tas had gevonden die iemand aan zijn deurknop had gehangen’. Dat de man nu vervolgd wordt voor een door hem gepleegd misdrijf verbaast de pers, omdat daar net als bij het publiek de mening is gaan heersen dat een klokkenluider per definitie deugt. Maar die Bos deugt dus niet.
Bekende voorbeelden zijn de linkse dwarsliggers in de diverse Amerikaanse ministeries die eerst tot de akelige McCarthy-vervolgingen hebben geleid en later tot de Watergate inbraak. In de perceptie van veel journalisten en historici waren er eerst de misdrijven en daarna de geheimhouding maar in feite was het andersom. De inbraak in de Watergate bijvoorbeeld ging om het achterhalen van gegevens die een ontslagen hoge functionaris van de State Department wellicht gedeponeerd had op de plaats waar de inbraak plaats vond. Het betrof gegevens over geheime militaire operaties in Zuid Oost Azië waar levens en grote politieke belangen mee gemoeid waren. De bekendmaking kon de onderlinge samenwerking tussen overheidsinstellingen bemoeilijken en levens in gevaar brengen. Wellicht minder bemoeilijken dan later de Watergate affaire heeft gedaan, maar dat is wijsheid achteraf. Natuurlijk was de inbraak niet verdedigbaar, maar de dreigende schade aan het regeringsapparaat en het levensgevaar voor de betrokken militairen lokte die uit. Het gedrag van de betrokken ambtenaar was zeker laakbaar. Dat is niet de algemene opinie, maar wel een die ik voor moeilijk te bestrijden houd.
De Nederlandse klokkenluider bij de Europese Unie van een paar jaar geleden, Van Buitenen, had meen ik recht en reden om met zijn verhaal naar buiten te komen. Maar ook hier kan men zich afvragen of een sociaal vaardiger iemand niet meer had kunnen doen met het bureaucratische feilen dat hij zag. Het is denkbaar dat hij een persmedium had kunnen vinden dat van zijn kennis een fraaie documentaire had kunnen maken. Dat had een groter publiek bereikt en ook meer teweeg gebracht in de openbare discussie over het onderwerp. In elk geval bestaat niet de indruk dat er in Brussel nu veel ten goede is veranderd als gevolg van zijn ingrijpen, al heeft het kiezerspubliek in Nederland hem bij de latere verkiezingen twee zetels gegeven in het Europese Parlement om zijn werk in Brussel en Straatsburg voort te zetten.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Als de secretaresse de scheve schaats die Peter R. de Vries nog eens zelf rijdt doorgeeft
dan luidt ze niet alleen de klok maar zou zelfs een lintje verdienen.
Soms gaat het om eenvoudigere zaken.
Zoals een bedrijf dat milieuwetgeving aan de laars lapt. Een werknemer die slechts zijdelings is betrokken met dit kan erachter komen dat er chemicalien worden geloosd in het riool. En kaart dat aan bij zijn leidinggevende, en vervolgens wegens gebrek aan respons bij de manager operations, die hem vervolgens vertelt dat het een eenmalig foutje was, is geregeld, gebeurt niet meer…en er dan achter komt dat het gewoon regelmaat is en doorgaat en niet met kleine beetjes ook.
Niet zo vreemd dat die werknemer dan een keer uit de school klapt. En uiteraard vervolgens wordt ontslagen
Of een werknemer die de administratie doet en opmerkt dat de chauffeurs 5 dagen per week de rijtijdenwet overtreden omdat ze structureel gemiddeld 14 uur/dag op de weg zitten, 5 , soms 6 dagen per week. Vrijwillig, want het betaalt lekker, die overuren. Moet je daar dan wat van zeggen? Als je dat niet doet en een chauffeur veroorzaakt een ernstig ongeluk heb je een probleem. Als bedrijf, maar misschien ook als werknemer omdat je het niet hebt gemeld.
En als je het wel meldt krijg je te horen dat je je mond moet houden en de papieren een beetje moet aanpassen voor de inspectie…tsja…
Gewoon zomaar even 2 voorbeelden uit mijn eigen leven