DE WERELD NU

Kadi-rechtspraak

eenvoudig recht

De teloorgang van een ministerie kan niet beter worden geïllustreerd dan aan de hand van de twee S.G. ’s die respectievelijk van 1965 tot 1978 en van 2002 tot 2012 aan het hoofd hebben gestaan van het ambtelijk apparaat van het ministerie van justitie.

Albert Mulder was een van de beste ambtenaren die Nederland na de oorlog heeft gehad, deskundig op alle terreinen van justitie en grondig kenner van al zijn dossiers. Onder zijn leiding functioneerde het ministerie als een zonnetje.

Joris Demmink is iemand die jaarlijks enorme declaraties indiende zonder specificatie van zijn uitgaven en die bij voorkeur ging eten in sterrenrestaurants, een liefhebberij waar Mulder geen tijd voor had. Dat duur uit eten gaan kan men beschouwen als een licht vergrijp, maar het geeft wel aan met wat voor soort man men van doen heeft. Dat justitie niet te snel overgaat tot vervolging van zijn eigen Secretaris-Generaal is wel begrijpelijk, maar dat Demmink ongestoord in zijn functie kon blijven ook toen het aantal aangiften tegen hem toenam en de hardnekkige geruchten dat hij zich aan pedofilie schuldig maakte nooit serieus werden weerlegd, heeft justitie grote schade toegebracht. Er is een intern onderzoek geweest dat nooit gepubliceerd is en dat zou uitgewezen hebben dat de verdenkingen ongegrond waren. Het lijkt voor de hand te liggen om zo’n onderzoek vooral wel te publiceren, als het waar is dat bewezen werd dat de verdenkingen ongegrond waren.

De overtuiging van justitie dat de eigen SG ongestoord onder verdenking kon blijven staan heeft er voor gezorgd dat reputatie er van hand over hand afbrokkelde. Dat de nieuwe minister meende dat er nu eens echt de bezem doorheen moest en dat hij een nieuwe SG heeft uitgezocht aan wie dat kon worden toevertrouwd, is heel begrijpelijk. Ook dat de top van het ministerie zich tegen de schoonmaakoperatie verzette is wel begrijpelijk, men heeft daar boter op zijn hoofd en vreest de frisse wind. Niet alleen in de persoonlijke sfeer, ook organisatorisch is er van alles mis daar. Een van de symptomen ervan kwam in het nieuws. De enkelband.

De reclassering vindt dat enkelbanden vaker moeten worden toegepast voor elektronisch toezicht op gedetineerden voor wie geen plaats is in het gevang. Dat zou goedkoper zijn. Enkelbanden stellen gestraften in de gelegenheid zich in alle opzichten als vrije mensen te gedragen met de proviso dat er dan een reclasseringsambtenaar is die na kan gaan waar hij is. Wie als gedetineerde handig is met elektronica, schijnt ook dat te kunnen vermijden door de enkelband thuis achter te laten terwijl hij buiten op jacht gaat.

Trouwens, wat is goedkoper? Het oppikken van gestraften die zich niet vrijwillig melden bij de detentie-inrichting blijkt in een fors percentage van de gevallen niet te gebeuren. Dat laten lopen van gestraften is nog goedkoper dan iemand vrijlaten met een enkelband.

Het Nederlandse justitiële systeem werkt niet meer en het zou nodig op de helling moeten. Maar in de laatste verkiezingsstrijd en de vijf vorige is er bij mijn weten geen woord aan vuil gemaakt. Toch zouden er een reeks van voor de hand liggende maatregelen kunnen worden genomen die het systeem zouden kunnen verbeteren en die niet eens zo veel hoeven te kosten.

In de eerste plaats zouden we overtredingen en lichte delicten uit het wetboek van strafrecht kunnen halen en de bijzondere strafbepalingen uit andere wetten kunnen schrappen op alle plekken waar we onrechtmatig gedrag effectief op een andere manier kunnen bestrijden. Dan zou het strafrecht gereserveerd kunnen blijven voor waar het ooit voor bedoeld was: het sanctioneren van de zwaarste normschendingen in de samenleving. In wezen alleen die normschendingen waarvan vast staat dat de samenleving op den duur niet overleeft als zij niet streng en voor iedereen zichtbaar worden aangepakt.

U kunt bij deze nieuwe en lichtere vorm van rechtspleging denken aan een soort kadi systeem, met veel minder formaliteiten, een eigen vorm van strafvordering met onder andere een veel lichtere bewijslast en met simpele straffen. Dat systeem zou dan uitsluitend moeten gelden voor overtredingen en lichte delicten. Voorbeelden geven is wat lastig omdat het wetboek van strafrecht zo’n warwinkel is geworden in de loop de jaren. Maar U zoudt kunnen denken aan het onderbrengen in het nieuwe systeem van titel V van boek 2, als daar niet – ten onrechte – ook artikel 140 in stond, de deelneming aan een organisatie die het plegen van misdrijven tot doel heeft. Ook delen van titel XIV, XIXA, XXII, XXVII en het hele derde boek komen in aanmerking en een reeks van lichte vormen van delicten die in hun zwaardere vorm in het reguliere strafrecht zouden moeten blijven. Lichte mishandeling en lichte diefstallen bijvoorbeeld. De kadi beslist dan maar wat hij doorstuurt naar het reguliere systeem.

De reclassering zou kunnen worden afgeschaft omdat die geen bewijsbaar effect heeft op de recidive of op het welzijn van gedetineerden. De reclasseringsambtenaren zouden kunnen worden omgeschoold en in de kadi-rechtspraak te werk gesteld. U moet daarbij denken aan wijkrechters waar de dieven in de supermarkt door de winkelier naar toe kunnen worden gebracht om te worden veroordeeld tot een boete die ter plekke moet worden betaald door de verdachte of diens familie en zolang dat niet gebeurd is blijft hij opgesloten in de kelder.

Na verloop van tijd zouden de kadi’s weer uit gewone juristen worden gerekruteerd, omdat tegelijk met het afschaffen van reclasseringsambtenaren ook de daarvoor bestaande opleidingen zouden verdwijnen.
Die reorganisatie zou niet alleen een grote verlichting van het systeem betekenen maar hele reeksen misdrijven, die nu niet meer effectief vervolgd worden, zouden weer aangepakt kunnen worden, wat door de samenleving als een fikse verbetering zou worden ervaren.

Het zou ook ruimte geven om alle noodmaatregelen weer af te schaffen die in de plaats zijn gekomen van echte straffen, als gevolg van het tekort schieten van het systeem. Geen enkelbandjes meer en geen werkstraffen, tenzij die in het systeem van de Kadi-rechtspraak zouden blijken te passen. Maar serieuze misdrijven zouden voortaan weer serieus worden bestraft en liefst zo openbaar mogelijk. Straffen dienen namelijk niet om de gestraften te verbeteren en zelfs niet om ze van de straat te houden. Straffen zijn er om aan het grote publiek duidelijk te maken dat je niet zo maar weg kunt komen met ernstige schendingen van onze normen. Als boosaardige mensen worden gestraft dan betekent het dat onze normen springlevend zijn en dat de samenleving gezond is.


Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp

3 reacties

  1. Tommie schreef:

    Onbegrijpelijk dat die kinderverkrachtende S.G. nooit in het cachot is geworpen. Met zijn aanstelling in 2002 ging het begrip rechtvaardigheid onherstelbaar beschadigd in de versnipperaar.

  2. D.C. schreef:

    Zou er niet raar van opkijken als deze SG onderdeel uitmaakte van een groot elite pedofielen netwerk zodat openbaring van het dossier niet alleen de SG zou raken maar tevens een aantal zéér hooggeplaatste bestuurders van over de hele wereld. Pizzagate is de aanduiding voor de handel en wandel van dit netwerk.

  3. Dick H. Ahles schreef:

    Bravo!