DE WERELD NU

Hoe de Gemeente Amsterdam staat tegenover de Grondwet en andere wetten -1-

Grondwet

De grondwet is in Nederland geen bindend element, omdat niemand de burgers ooit gevraagd heeft wat zij vinden dat er in een constitutie moet staan. Misschien is dat maar goed ook. Als men het de burgers vragen zou, was de overheid waarschijnlijk niet bereid om hun wensen te honoreren.

Toen in Amsterdam een referendum werd ingevoerd en men de burgers vroeg zich via dat instrument uit te spreken over de wenselijkheid van deelraden, toen antwoordde een grote meerderheid van degenen die gingen stemmen: deelraden zijn een slecht idee. De opkomst voor het referendum was groter dan bij de gemeenteraadsverkiezingen die eraan voorafgingen. De reactie van deze door een minderheid gekozen gemeenteraad – niet die van de burgemeester; die was net zo tegen deelraden als de burgers van de stad – op de hem onwelgevallige uitslag was: we voeren deelraden in, wat de mensen ook zeggen.[1] De partijen hebben het nodig voor de politieke scholing van hun leden en vanwege de betaalde banen die het oplevert.

Met de discussie over integratie gaat het net zo. De politieke partijen vertegenwoordigen de bevolking niet. Als mensen stemmen doen ze dat met een soort balorigheid. Ze stemmen massaal op een Tegenpartij, die zich maar in weinig onderscheidt van die van Jacobse en Van Es, de ooit door Van Kooten en De Bie gecreëerde mythische figuren.

De Grondwet bevat bepalingen die de organisatie van de overheid betreffen en daarnaast een opsomming van de mensenrechten, die de overheid tegenover de burgers in acht moet nemen en tenslotte bepalingen over haar eigen wijziging. De grondrechten gelden alleen maar in zoverre ze niet in strijd komen met de verdragen die er over het onderwerp mensenrechten bestaan. Haalt men de grondrechten uit de tekst dan maakt dat voor hun geldigheid geen verschil. In wezen zouden de organisatorische bepalingen net zo goed bij gewone wet kunnen worden geregeld en dan kan de hele grondwet afgeschaft.

Dat zou anders kunnen zijn als de grondwet bij referendum zou worden vastgesteld. Dan zou zij een vorm van legitimatie van het regime betekenen. De bestaande grondwet is te oud om haar nog als legitimatie te beschouwen. Legitimatie is het beste te verstaan als een soort een secularisatie van het Hemelse Mandaat. De instemming van het volk met de tekst van de Grondwet is voor het laatst gevraagd bij de oprichting van het koninkrijk, twee honderd jaar geleden. Sindsdien is zij alleen nog maar gewijzigd door de organen van het regime dat aan die wet zijn legitimiteit ontleent en dat is in feite een baron Von Münchhausen act..

De Grondwet is in feite veel minder belangrijk dan iedereen denkt. De burgerrechten worden er niet aan ontleend. Het zijn de verdragen die dat regelen en het betekent dat niet alleen de Nederlandse burger maar ook de Nederlandse wetgever het niet meer zelf in de hand heeft. Van de grondwet kan de wetgever desgewenst bij gewone wet weer afwijken, maar van verdragen niet. Dat is een ongewenste stand van zaken. De grondwet zou altijd horen te gelden en voorrang horen te hebben op andere wetten, inclusief de wetten waarbij verdragen worden geratificeerd, maar dat is niet zo. De grondrechten vormen ook niet de basis van de samenleving. Dat doen de mensen die bereid zijn met elkaar samen te werken en elkaar en de wet te respecteren..

Wie zelf in het bezit is van de waarheid, die ontzegt een ander per definitie zijn recht op de waarheid. Een humanist zal een ander bijvoorbeeld het recht ontzeggen om voor de doodstraf te pleiten en een moslim zal de uitspraak dat zijn Allah een verzinsel is met geweld beantwoorden. Geloof houdt nu eenmaal de ontkenning in van andere geloven. Men kan daarom alleen in onze samenleving op voet van gelijkheid met anderen omgaan als men bereid is de relativiteit van de eigen geloofswaarheid te aanvaarden. Het zijn niet alleen de moslims die daar moeite mee hebben, de humanisten hebben dat net zo goed. Het gaat in wezen niet om de rechten die over en weer worden opgeëist, maar om wat men meent te mogen doen om de eigen rechten te handhaven. Wie meent voor zijn geloof geweld te kunnen aanwenden en daarmee dus het geweldsmonopolie van de overheid niet aanvaardt, die plaatst zich buiten onze samenleving en hoort met het strafrecht in aanraking te komen. Dat geldt niet alleen voor de individuen die de wet overtreden maar ook voor de leer die geweld tolereert en voor haar leraren die tot geweld oproepen.

Het gaat er niet om dat de nieuwe Nederlanders de normen en waarden niet zouden kennen die de rechtstaat schragen. Het probleem is dat zij die niet aanvaarden, althans dat zij democratie en rechtstaat achter stellen bij de normen en waarden die zij van huis hebben meegekregen. Een democratische gezindheid is hun vreemd en staat hun tegen. Dat hun eigen rechten achter zouden kunnen staan bij de rechten van anderen vinden zij onaanvaardbaar, daar zijn het immers rechten voor. De maatschappelijke instituties van dit land zijn de hunne niet. Dat zij om die reden hier niet zouden moeten wonen is een consequentie die zij niet willen trekken. Begrijpelijk, want daar zouden grote materiële nadelen aan zijn verbonden.

Democratie betekent niet dat iedereen het overal mee eens moet wezen maar wel dat iedereen zich houdt aan de spelregels die met meerderheid van stemmen zijn afgesproken. Het is ook democratisch dat de meerderheid bij het maken van de regels rekening houdt met de rechtmatige belangen van minderheden. Ook de dictatuur van de meerderheid blijft een dictatuur. Er zijn voorbeelden uit onze parlementaire geschiedenis waar meerderheden gebogen hebben voor minderheden als die hun opvattingen met voldoende moreel gezag verdedigden.

Is er een regel die voor sommigen onaanvaardbaar is, dan zijn er dus democratische manieren om haar gewijzigd te krijgen, maar daartoe hoort niet het gebruik van geweld.

Het zou gemakkelijk zijn als algemeen het principe zou worden aanvaard dat binnen een organisatie waar niemand verplicht is lid van te worden de regels zouden gelden die de organisatie stelt. Dat is niet zo in Nederland. Er zijn regels die beogen de orde te handhaven op voor het publiek toegankelijke plaatsen die als discriminatoir worden ervaren voor wie met de orde daar niets op heeft. De wet zegt over de uitleg van het begrip discriminatie dat dit in Nederland niet alleen door de strafrechter wordt uitgelegd maar ook door de Commissie voor de Mensenrechten, de voormalige Commissie Gelijke Behandeling. De ervaring leert dat de meest verrassende handelingen discriminatoir kunnen zijn, mits neo-Nederlanders zich er het slachtoffer van voelen.

De uitspraak “Nederland is vol” was discriminatoir volgens de strafrechter, dus een aantasting van fundamentele rechten. Het weigeren om te bezorgen of te repareren in buurten waar de personen en eigendommen van de bezorgers niet veilig zijn, was discriminatoir volgens de CGB. De weigering van een busonderneming om te stoppen in een wijk in Gouda zal om dezelfde reden discriminatoir worden verklaard, wanneer de neo-Nederlandse bewoners van die wijk daarom vragen. De discriminatiebepalingen zijn een grote en onoverzichtelijke beperking op het beginsel dat regels bindend zijn voor het eigen domein waarbinnen ze zijn vastgesteld.

De omstandigheid dat discriminatie, c.q. schending van mensenrechten, uitsluitend plaats lijkt te kunnen vinden jegens lieden die zich van de dominante groepering binnen de bevolking onderscheiden, brengt mee dat gemaltraiteerde buschauffeurs of ambulancepersoneel zich jegens hen in grote meerderheid op deze specifieke rechtsbescherming niet kunnen beroepen. Integriteit van de persoon in fysieke en morele zin is wel degelijk ook een mensenrecht van buschauffeurs en ambulance personeel. Dat de heersende interpretatie van de antidiscriminatie bepalingen in strijd komt met het gelijkheidsbeginsel is daarom moeilijk te ontkennen. Dat ontkennen gebeurt door degenen die deze wetgeving en jurisprudentie verdedigen met het beginsel van de ‘compensatoire neutraliteit’. Van echte gelijkheid, zeggen zij, is pas sprake nadat achterstanden zijn weggewerkt en voor die compensatie is de overheid verantwoordelijk. Zolang dat wegwerk proces voortduurt, zijn sommigen daarom meer gelijk dan anderen.

De regel dat eenieder geacht wordt de wet te kennen is in de tegenwoordige tijd een gotspe. Het aantal regels is daarvoor te groot en hun onderlinge samenhang, voor zover aanwezig, is zo complex dat niemand het geheel meer overziet, laat staan in de details kan kennen.

Het adagium heeft trouwens nooit iets anders betekent dan dat niemand zich in rechte met succes beroepen kan op zijn onwetendheid. Toch zou de wetgever er naar moeten streven de wetten zo te schrijven dat ze voor ieder begrijpelijk zijn. En er zou systeem in horen te zitten, zodat iedereen in grote trekken weten kon wat geldend recht was. Dat is niet zo. Wetten scheppen geen duidelijkheid en al helemaal niet als ze, zoals hier in Amsterdam, soms wel en soms niet worden gehandhaafd of tegen de een wel en tegen de ander niet.

Zolang de overheid impliciet het standpunt huldigt dat de handhaving van de wet een discriminatie kan betekenen van etnische minderheden, n.l. wanneer die minderheden meer wetsovertredingen plegen dan het gemiddelde van de bevolking, zal er een gedoogbeleid blijven. Gedogen is een vorm van rechtsweigering. Ook het niet criminele deel van de allochtonen heeft er recht op dat criminele allochtonen strenger worden aangepakt dan nu het geval is. Een overheid die dat weigert te doen en zich daarbij op compensatoire neutraliteit beroept of zich achter discriminatiebepalingen verschuilt, schiet in haar primaire plichten te kort.


  1. Zie de beleidsnota van Ben W, “ erbij horen en meedoen” die gemaakt is ingevolge een motie die op 5 februari 2003 door de Raad werd aangenomen.

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

3 reacties

  1. Johan P schreef:

    Hoewel ik het in grote lijnen eens ben heb ik een probleem met het feit dat verdragen boven de grondwet gaan.
    Een grondwet zou letterlijk de grond, de fundering, van het wettelijke stelsel van een land moeten zijn. Verdragen die in strijd zijn met die grondwet zouden per definitie niet afgesloten mogen worden.

    Daarnaast ben ik het er mee eens dat een grondwet zaken hoort te regelen waarin wordt vastgelegd hoe de overheid zich tegenover burgers heeft te gedragen. Een van de beste voorbeelden is de (zeker nu) veel bediscussieerde ‘2nd amendment’ in de Amerikaanse grondwet, die burgers het recht geeft wapens te hebben en bij zich te dragen. Dit is destijds zo ongevoerd juist met het oogmerk de burgers een mogelijkheid te geven zich te kunnen verdedigen. Niet alleen tegen inbrekers etc, of binnenvallende vreemde mogendheden, maar juist tegen de overheid zelf, mocht die te dictatoriaal worden. Dat laatste is destijds de belangrijkste overweging geweest.
    Mensen zouden er goed aan doen dat eens te overdenken.

  2. Cool Pete schreef:

    @Johan P: zeer sterke reactie. Ben het met u eens.
    Internationale verdragen zijn GEEN wetten; en bevatten clausules, zodat een land zich
    er aan kan onttrekken. Supra-nationale verdragen : idem. Het zijn in wezen
    afspraken, intentie-verklaringen, beleids-doelstellingen, enz.
    In principe bestaat er geen wetgeving, die de nationale Grondwet kan overstijgen.
    Volgens mij laten juristen hier onaanvaardbare steken vallen.
    Een Constitutioneel Hof is hier nodig.
    De democratische rechtstaat, gestoeld op een Grondwet, wordt anders weggegooid.

    In de Verenigde Staten van America omschrijven the Declaration of Independance /
    the Bill of Rights / the Constitution,
    een aantal UN-ALIENABLE RIGHTS van elk mens.
    Het zijn dus geen rechten, gegeven door een overheid,
    maar: aangeboren / onvervreemdbaar / van Boven gegeven / natuur-recht.
    Dat is nog een lang dieper !

    ALL MEN ARE BORN FREE.

    Zonder vrijheid, is er alleen maar slavernij. [ in alle opzichten ].

  3. Cool Pete schreef:

    boven: type-fout:moet zijn : “Dat is nog een laag dieper !” Oftewel : fundamenteler.

    Zeer benieuwd naar reacties van anderen.
    We leven in een tijd, waarin socialisme + islam,
    alles & iedereen aan het kapot maken is,
    ja, de hele Westerse beschaving aan het kapot maken is.
    Als eerste sneuvelt dan de [ elke ] vrijheid.

    Dit laten we toch niet gebeuren ?!