Het middelpunt van de wereld
Het middelpunt van de wereld is geen geografisch maar een cultureel begrip. Wie in Washington DC woont kan zijn stad tegenwoordig heel gemakkelijk en met recht zien als het centrum van de wereld. Maar wie dat doet in Brisbane, Australië, zal worden uitgelachen.
Een paar eeuwen lang is het gebied dat ten westen door Londen, ten zuiden door Parijs, ten oosten door Keulen en ten noorden door Amsterdam werd gemarkeerd het centrum geweest van de wereld en veel opzichten is het dat nog. Vraag de gemiddelde, een beetje ontwikkelde Amerikaan of hij er ooit geweest is en hij zal ja zeggen of je vertellen van zijn plannen om er ooit heen te gaan. Als hij de tijd heeft, omdat hij bijvoorbeeld naast je zit in het vliegtuig vertelt hij dat hij ook naar Rome, Barcelona en Kopenhagen gaat en soms maakt hij van die grappige vergissingen door bijvoorbeeld te denken dat Amsterdam de hoofdstad is van Kopenhagen, waaruit blijkt dat geen van twee echt meer tot het centrum van de wereld hoort, maar dat geeft niet.
Een Amsterdammer of Parijzenaar kan heel goed verder leven zonder ooit in Washington D.C. te zijn geweest, al is het blanke gedeelte van die stad een van de aardige plaatsen in de VS. Persoonlijk raad ik trouwens iedereen Chicago aan – met hetzelfde voorbehoud, blijf weg uit de zwarte wijken – want Chicago kent haast niemand hier. En in New York is iedereen al een keer of wat geweest. Hoe dan ook, wat het centrum van de wereld is ijlt altijd nog lang na. Het zal beslist lang na onze tijd zijn voor het Beijing wordt of Delhi, if ever.
In de tweede helft van de vijftiende eeuw was de Middellandse Zee voor alle beschaafde mensen in West-Europa al twee duizend jaar het midden van de wereld. Men zag toen de eigen woonplaats hier zo ongeveer als de inwoners van Brisbane dat tegenwoordig doen: ver weg van waar het eigenlijk gebeurt. Het gebeurde toen nog steeds in Rome, in de machtige Noord Italiaanse steden als Milaan, Florence en Venetië, aan de oevers van de Bosporus, waar de Turk op het hoogtepunt stond van zijn macht, in Spanje en in Noord Afrika, maar niet in het koude Noorden. In ons eigen land telde Amsterdam nog niet en Antwerpen pas een beetje. De Bourgondische hertogen hielden Hof in Brussel en Leuven. Met afstand de rijkste en belangrijkste stad van West Europa was Brugge in Vlaanderen.
Honderd jaar later was de haven van Brugge verzand, stonden haar paleizen leeg en was haar rol als emporium voor luxegoederen overgenomen door Antwerpen. Het Bourgondische rijk, waarin Brugge schitterde, was van de aardbodem verdwenen. Amerika was ontdekt en de wereldhandel liep niet meer over de Middellandse Zee maar via Amsterdam en Londen over de Atlantische Oceaan naar de West en naar het Zuiden, naar Afrika en Azië. Frankrijk was het machtigste land in de wereld en Engeland en Holland waren in opkomst.
Zo’n perspectiefverschuiving maakt voor het dagelijks leven in een beschaafde wereld een enorm verschil. Naar Bologna bijvoorbeeld, dat lang het juridisch centrum van de westerse wereld was geweest, ging niemand meer heen. Je ging nu naar Leuven of naar Praag en ook nog steeds naar Parijs, natuurlijk. Oxford en Cambridge waren in opkomst. Rome bleef in trek als pelgrimsoord en ook de macht van de paus bleef groot, maar Luther was al in de Rijksban gedaan in Worms en de protestantse vorsten van Duitsland hadden stelling genomen tegenover keizer en paus. Latijn was de Europese commune taal, maar aan de Noord- en Oostzee sprak men een soort Nederlands. Engels dat na Shakespeare erg veranderd is leek toen nog op dat internationale handelstaaltje dat in alle kuststreken van de Noordzee werd gesproken tot in Bergen, Danzig en Stettin toe.
De zestiende eeuw was een tussentijd. De middeleeuwen waren voorbij de moderne tijd kwam eraan maar de vorm die het later zou krijgen was nog onduidelijk. Voor onze voorouders moet het zoiets geweest zijn als voor de mensen die nu nog leven en rond de eerste wereldoorlog zijn geboren, een Umwertung aller Werte.
Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp