Het gelijk van Malthus
Het uitstellen van de eigen dood komt met een prijs, zeker als het op grote schaal gebeurt, betoogt Toon Kasdorp. Malthus valt moeilijk te ontkennen.
Als de mensen in Nederland gemiddeld tachtig jaar worden (orde van grootte) en er wonen ruim 17 miljoen mensen zonder dat er veel positieve of negatieve groei zit in de bevolking, dan sterven er gemiddeld ruim 200.000 per jaar. Per dag is dat – weer, orde van grootte – vijf of zes honderd. Die zes honderd mensen ken ik niet, of ik ken er hooguit enkele van. Het overlijden van mensen die ik niet ken is niet iets waar ik me mee bezig houd. Als ik er al bij stil sta, dan denk ik: gelukkig dat de gemiddelde leeftijd niet nog hoger is, dat zou zowel voor de leeftijdsopbouw als voor de bevolkingsdichtheid in dit land ongunstig zijn. Met andere woorden, die getallen zijn voor mij statistieken en geen mensen van vlees en bloed. Het zijn geen naasten zoals dat in de christelijke ethiek heet.
Dat sterven dat mij niet deert, maar eerder tevreden stelt, dat gebeurt terwijl iedereen – ik ook – meeleeft met een twintigtal gijzelaars die ergens in Afrika worden vrijgelaten. En wij huiveren met zijn allen bij de aanslagen en ontvoeringen in het Midden Oosten. De televisie maakt dat lijden en die redding tot iets wat naast de deur gebeurt en mij daarom opeens op een kunstmatige manier weer wel aangaat.
Statistisch gesproken, ontdaan van de gevoelens die mensen hebben bij het lijden en overlijden van hun naasten, is het aantal mensen in Nederland en op de wereld te groot. Dat is zo vanuit de menselijke samenleving gezien en dat is helemaal zo als we mensen zien als onderdeel van een ecologie waar nu jaarlijks planten en diersoorten verdwijnen in een veel hoger tempo dan verenigbaar is met de instandhouding van een ecologisch evenwicht. Dat de wereld een ecologische ramp ondergaat is geen omstreden kwestie meer. Die negatieve invloed op het voortbestaan van andere dieren hadden onze voorouders al in het Stenen Tijdperk.
Het handjevol Indianen in Noord Amerika heeft daar voor de uitroeiing van praktisch alle grote zoogdieren gezorgd behalve de buffalo. Die kreeg door de chaos in de ecologie juist de kans in zulke waanzinnige aantallen de prairies te bevolken. Maar dat uitroeien gebeurde onwetend. Nu zien we wat er gebeurt. De ramp vindt plaats onder onze ogen en is er helemaal niets wat we er aan kunnen of willen doen, ongeacht de inspanningen van milieu- of dierenbeschermingsorganisaties. Het is ook niet zo dat de gevolgen nu erger zijn in de westerse wereld dan in de ontwikkelingslanden, eerder het omgekeerde. Het aantal mensen is domweg te groot en dat geldt daar net zo goed als hier.
De gevolgen van de overbevolking voor de menselijke samenleving zijn niet minder ingrijpend dan voor de wereld als geheel. Vooral in dat deel van de wereld dat nog met de oude leefvormen van landbouw en veeteelt of jagen-verzamelen verkeert. Daar gelden nog de Malthusiaanse bevolkingswetten die door de industrialisatie elders in de wereld voorlopig en schijnbaar ongestraft met voeten kunnen worden getreden.
Dat alles is een gevolg van de moderne beschaving. Anders dan de antiglobalisten willen doen geloven zijn het niet de minder aantrekkelijke kenmerken van het moderne kapitalisme die de oorzaak zijn van de ellende in de derde wereld, het zijn de meest positieve kanten ervan. Als er door de droogte honger dreigt in Ethiopië dan spreken we van een dreigende humanitaire ramp en sturen voedselhulp. Als er oorlog is in Dar Foer omdat landbouwers en nomaden om dezelfde resources strijden, dan grijpen wij in, sturen vredessoldaten en andere vormen van hulp en stellen de roverhoofdman van de nomaden in staat van beschuldiging voor het Strafhof in Den Haag. Alle oude regulerende factoren die de overbevolking vroeger temperden, worden humanistisch uitgeschakeld.
Het is de ethiek en het zijn de daaruit voortvloeiende voorzieningen, zoals voedselhulp, ziekenhuizen en hygiëne, het ingrijpen in oorlogen in Derdewereldlanden, het meest aantrekkelijke deel van onze leefwijze dus, dat de grote boosdoener is. Het zijn onze deugden die voorkomen dat een natuurlijk evenwicht zich herstelt. Er is nu al zolang geen rem meer op de bevolkingsaanwas, dat de ramp als hij komt van een proportie zal zijn die we ons niet meer voor kunnen stellen. De toestanden in de Congo en West Afrika zijn veel erger dan die in de Palestijnse kampen en ook Congo is maar een zwakke afspiegeling van de dingen die komen gaan. Hoe langer we het weten uit te stellen hoe erger het gaat worden.
Malthus had gelijk met zijn analyse en juist datgene wat eind achttiende eeuw zijn ongelijk leek aan te tonen, de toen nog brandnieuwe industriële revolutie, versterkt de komende rampen alleen door het uitstel dat zij mogelijk heeft gemaakt. Niet de akelige aspecten, de smog en het industriële lawaai, de vervuiling van water en bodem, maar de aspecten van een industrie die meer mensen welvaart en een langer leven hebben gebracht zijn het die ons de das om gaan doen. Dood en leven horen in evenwicht te blijven en dat evenwicht wordt niet ongestraft doorbroken, al mag dat soms een tijdlang zo lijken.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Belangrijk artikel.
De opvattingen van Malthus blijven belangrijk.
Overbevolking en groot geboorte-overschot, zijn de nijpendste wereld-problemen.
Vooral in Afrika, mohammedaans Midden-Oosten, en Azie: India, Indonesie en nu China.
Het gevolg van overbevolking, is onvermijdelijk: armoede, en vele oorlogen.
In de Verenigde Naties moet een stabiliserend bevolkings-programma afgesproken worden.
wereld-wijd:
1. Geboorte-beperking.
2. Woestijnen vruchtbaar maken; her-bebossing.
3. Oceanen schoon maken.
4. Thorium kern-ernergie; zonne-energie.
5. Gezonde agrarische sector
7. Seculier onderwijs; vak-onderwijs.
8. Democratische rechtstaten.
31-1-2017:
Ik heb het artikel even laten bezinken, maar wil nu wel een paar opmerkingen maken die het defaitisme wat spreekt uit het artikel wat moet temperen.
Ten eerste: ja, Malthus is overal aanwezig in de biosfeer van onze aarde. Al miljoenen jaren, maar de evenwichten zijn wel voortdurend verandert en je moet m.i. het ‘evenwicht’ niet absoluut maken; dat evenwicht is namelijk steeds de uitkomst van steeds voortschrijdende evolutie, soorten komen, soorten gaan en het maakt daarbij niet uit of dat komt door biologische effecten of effecten van culturele aard, waartoe je de uitroeiing van grote zoogdieren door indianen ook misschien al toe kan rekenen. In ieder geval de opkomst van de landbouw technologie en het bouwen van steden behoren daartoe en dat heeft effect op het krijgen van een nieuw evenwicht en niet noodzakelijkerwijze reactionaire (niet in politieke zin hier bedoeld) standpunt van:
“waar nu jaarlijks planten en diersoorten verdwijnen in een veel hoger tempo dan verenigbaar is met de instandhouding van een ecologisch evenwicht. Dat de wereld een ecologische ramp ondergaat is geen omstreden kwestie meer. Die negatieve invloed op het voortbestaan van andere dieren hadden onze voorouders al in het Stenen Tijdperk”.
Anders zouden we als mensen al lang niet meer bestaan en zo succesvol zijn. Het Stenen Tijdperk is niet het genormaliseerde moment van het bekijken en berekenen van een stabiel evenwicht; dat verschuift namelijk de evolutie (lees Daniel Dennett: “Darwins gevaarlijke idee΅ er nog maar eens op na; m.n. Deel III).
Als je (een willekeurig) moment in de historie (bijv. Het Stenen Tijdsperk), tot norm verheft voor het ‘natuurlijke’ evenwicht waarna iedere ingreep (uitroeien soorten) een bedreiging vorm val je in de valkuil van de Club van Rome: voorspellingen die op geen stukken na uitkomen omdat men het ‘systeem’ gesloten heeft gemaakt en vervolgens nu de wereld probeert te overtuigen dat we de helft van de wereldbevolking weer moeten uitroeien om dat een ‘natuurlijk’ evenwicht (in welke context? die van 1970?) te komen. Gezien de socialistische signatuur van deze club mensen hoeven we als ze dat gaan uitvoeren aan de rücksichloosheid niet te twijfelen.
Ten tweede: het feit dat we als soorten een diep vermogen hebben tot overleven, waartoe genetisch gesproken het gevoel van verdriet en verlies van naasten bij mensen ook toe behoord, leidt er toe dat we heel creatief zijn en blijven in het oplossen van Mathusiaanse zero-game spelletjes die de ‘natuur’ met ons speelt. Het feit dat we die drang zo onweerstaanbaar hebben moet een genetisch voordeel opleveren, anders zou het niet bestaan. En we passen die gedrevenheid niet alleen toe op de omgeving van mensen, maar we kunnen dat ook toepassen op andere soorten (vandaar natuurparken e.d.). En hoeveel op basis van waarschijnlijkheid – omdat we nu eenmaal met zo’n enorme aantallen de wereld bevolken, dat rampen, oorlogen, vetes per definitie meer mensen zal treffen en we dus met nog meer inspanning die oorzaken te lijf gaan, hoewel Malthus dan al zijn prijs heeft gekregen.
Ten derde: wat veel mensen zich niet realiseren is dat ook de mens, maar ook heel veel diersoorten, zoals we die nu kennen, nog steeds onderhevig is aan het mechanisme evolutie. En die genetische veranderen gaan vaak sneller dan we denken te kunnen waarnemen; waar we nu nog zeuren over de gevaren van overgewicht, verzeker ik je dat twee generaties verder mensen in het Westen er mogelijk geen enkel lichamelijk probleem meer mee hebben! (Lees Weiner, Jonathan: “De snavel van de vink, evolutie op heterdaad betrapt”). En ook die evolutie zorgt er voor dat de gevreesde effecten van Malthus weer in een nieuwe ronde komen.
Laat ik eindigen dat ik het een geweldig artikel vond en eigenlijk ook wel even een intellectueel rustpunt in al het gezever over islam, Trump en de EU. Toon dank daarvoor!