Grote verschuivingen in Europa
Het is door de grote verschuivingen sindsdien nu moeilijk meer voor te stellen dat Groot Brittannië aan het einde van de Tweede Wereldoorlog nog als de grootste wereldmacht werd gezien.
Het VK werd als groter dan de VS en Rusland gezien. Dat was natuurlijk wel voor de de-kolonisatie. De koloniale tijd maakte landen als Frankrijk en Engeland en tot op zekere hoogte ook Nederland tot landen die groter leken dan ze in werkelijkheid zijn.
Frankrijk en Groot Brittannië worden tegenwoordig beiden nog wel gezien als Europese mogendheden, zij het ver achter Duitsland, maar wereldwijd zijn ze beslist van het tweede garnituur. Rusland en China zijn niet alleen qua oppervlakte en aantal inwoners veel groter maar ook een flink stuk machtiger. Niet welvarender per hoofd van de bevolking maar met een veel groter bruto nationaal product.
En dat geldt waarschijnlijk voor nog wel meer landen in Azië. Niet in Zuid Amerika. Daar heeft Margaret Thatcher laten zien dat een van de twee grootste Zuid Amerikaanse landen, Argentinië, niet tegen een van de Europese grote landen is opgewassen. Niet economisch en niet militair. De oorlog die zij met de Argentijnen heeft gevoerd om de Falkland-eilanden was binnen een paar weken beslist. Dat heeft in Engeland voor een opleving gezorgd, niet alleen militair maar ook economisch. Het zelfvertrouwen, dat erg geleden had onder de economische teruggang, tijdens de regering van Ted Heath en een reeks van Labour regeringen, kwam terug. Engeland telde economisch weer mee in de wereld.
Tegenwoordig beleeft het land een nieuwe dip, als gevolg van het mislukte EU avontuur. In 1973 trad het land toe tot de Unie en twee jaar geleden in 2016 trad het weer uit. Economisch gezien een onberaden stap. Ruim veertig jaar was voldoende voor de Britse economie om zich helemaal op het vaste land te richten en nu zien ze niet alleen hun export naar de EU verminderen maar gaat ook de import duurder worden.
Nederland, dat na Duitsland de belangrijkste Europese handelspartner is van Groot-Brittannië, zal er ook een fikse klap van oplopen, zoals het zich nu laat aanzien. Vooral de haven van Rotterdam gaat het zwaar te verduren krijgen. De Rabobank schat in dat dat cumulatief 4,25% minder economische groei zal betekenen tot 2030. Gezien de lage groeicijfers van de laatste jaren is dat behoorlijk veel.
Als Duitsland niet zo gericht was op Frankrijk, zou het uittreden van Groot Brittannië een goede aanleiding zijn om te overwegen de EU in drie samenwerkende delen te splitsen. Een deel waar Scandinavië, de Duitssprekende landen, Groot-Brittannië en Nederland deel van uit zouden maken. Een Zuidwestelijk deel, dat zou bestaan uit Frankrijk, Italië en het Iberisch schiereiland en een deel Oost Europa. Die drie delen zijn economisch heel verschillend en het zou voor alle betrokkenen beter zijn als ze economisch en cultureel hun eigen gang konden gaan, zonder daarbij overigens de Europese solidariteit op te geven. Men zou in elk geval zover moeten gaan dat de drie delen hun eigen munt kregen. De zwaarte van de Duitse economie zorgt voor een koers van de Euro die voor het oostelijk en zuidwestelijk deel van de EU niet te dragen is. De werkloosheid, vooral onder de jeugd van die landen is veel te groot en dat voorspelt niet veel goeds voor de toekomst.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Altijd fijn om Toon te lezen.
Na WO II, waren het duidelijk de Verenigde Staten en de Soviet-Unie,
die de twee grootste wereld-machten waren.
Groot-Brittannie was geruïneerd; en stond op het punt haar kolonieeen te verliezen.
Wel was Winston Churchill toen de belangrijkste politicus in de wereld.
Persoonlijk denk ik dat het met de economie van GB wel mee valt.
Ze zijn daar zeer innovatief en hebben nog steeds vele grote multinationals.
Verder hebben ze de beurs in Londen, nog steeds de grootste beurs v.w.b. derivaten.
Ook hebben ze nog steeds een zeer sterk leger.