George W. Bush
George W. Bush lijkt me een aardige vent. Maar wat moet je van hem vinden in zijn rol als Amerikaans president?
Wanneer je ziet hoe zijn voorgangers en zijn opvolgers met hem omgaan en hoe zijn naaste medewerkers over hem spreken, dan kun je daar moeilijk aan twijfelen. Hij is geen groot spreker en überhaupt is publiek optreden niet zijn sterkste kant, maar hij heeft een sterk karakter, hij is loyaal en integer. Een prima kerel, die Bush jr., maar niet het grootste licht dat ooit in de Oval Office heeft geschenen. Zijn autobiografie bevestigt al die indrukken.
Een van de moeilijkste beslissingen was voor hem het stamcelonderzoek, waar de meningen in Amerika sterk over verdeeld waren tijdens zijn administratie. Zijn republikeinse en godsdienstige achterban was tegen en de wetenschappelijke community was voor. Het aantal mensen dat hij om advies heeft gevraagd en in de discussie heeft betrokken is niet te tellen. En toch is het intellectueel geen erg moeilijk probleem.
Wie alle vormen van menselijk leven voor heilig houdt en voor sacrosanct is tegen, maar die moet dan ook tegen orgaantransplantaties zijn en tegen het maken van pruiken van menselijk haar. De gedachte dat de stamcellen van embryo’s mensen zouden zijn of dat die embryo’s dat zelf zijn, omdat zij, als ze in hun natuurlijke omgeving worden gelaten, kunnen uitgroeien tot baby’s en van baby’s tot mensen, is wetenschappelijk onhoudbaar. Ergens op de normale weg van embryo naar kleuter is zo’n wezen een mens geworden en het is onverstandig om in dat proces scherpe grenzen te willen trekken.
Dat neemt niet weg dat embryo’s die bij ivf-behandelingen overblijven zo ver van die grens afliggen, waar je die ook zou willen trekken, dat er van twijfel helemaal geen sprake kan zijn. Met andere woorden, wie eenmaal zijn uitgangspunt heeft gekozen moet de redenering vrij gemakkelijk kunnen maken en de moeite die George W. daar mee gehad heeft pleit meer voor zijn karakter dan voor zijn intellect.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
De auteur van dit artikel stelt: “Ergens op de normale weg van embryo naar kleuter is zo’n wezen een mens geworden en het is onverstandig om in dat proces scherpe grenzen te willen trekken.”
In de eerste plaats vraag ik me af of baby’s en peuters dan wellicht nog geen mens zijn. Dat mag misschien een flauwe opmerking zijn, maar de ‘ergens’ uitspraak van de auteur kan toch nauwelijks doorgaan voor erg intellectueel. Zo geeft hij niet aan waarom het onverstandig is om scherpe grenzen te trekken. NB een bij uitstek wetenschappelijke bezigheid!
Schrijver ziet een embryo kennelijk als (slechts) een “potentieel mens”. Maar dat is niet anders dan een poging het ongeboren kind te dehumaniseren. Voor een intellectueel debat is meer nodig. Bewijs maar dat er tot ??? sprake is van een potentieel mens is. Of nog beter: bewijs dat het zijn van een potentieel mens betekent dat je gedood mag worden. Dan zal spoedig blijken dat dit slechts subjectieve filosofie is. Hetzelfde geldt voor de grens van levensvatbaarheid. Waarom is dat de grens? Geen antwoord. Men zegt gewoon dat dit de grens is.
Passen we dit soort denken ook toe op iemand in een coma (ook niet levensvatbaar), dan gaan we toch deze mensen niet om die reden doden. Comateuze mensen sterven laten we sterven op het moment dat we geen hoop meer hebben op hun herstel. Als alle toekomstverwachting is verdwenen. Tot die tijd blijven we hoopvol. Niet zozeer om het leven dat de persoon heeft gehad of omwille van de band met de dierbaren, maar om de toekomst die deze mens zelf nog kan hebben.
Wat maakt sterven namelijk zo erg? Is het niet vooral het wegvallen van je toekomst? Dat maakt het definitief en zwaar om te accepteren. We weten dat een mens het recht op leven kan hebben terwijl deze op hetzelfde moment geen pijn voelt of niet zelfstandig kan leven. Want het gaat om de toekomst die in het verschiet ligt van ons allemaal. Een toekomst die je niet zomaar mag wegnemen. Als dat voor u en mij geldt, dan geldt dat zeker ook voor een ongeboren mens.
Ja Bush had karakter en was veel intellectueler bezig dan gesuggereerd wordt