Fout, maar hoe fout? Wies Moens
Toon Kasdorp laat kort zien dat ook mensen die fout waren ook om ideologische redenen onrechtvaardig behandeld werden.
In het eerste deel van Het Bureau van Voskuil komt een passage[1] voor waarin de hoofdpersoon in gesprek raakt met een hem sympathieke Vlaamse collega. Die vertelt dat hij een jeugd- en studievriend is van Wies Moens, een flamingant die na de Tweede Wereldoorlog in België ter dood veroordeeld werd en naar Nederland vluchtte. Wij hebben hem hier toen asiel gegeven.
Wies Moens was ook een persoonlijke vriend van mijn Nederlandse leraar, een Vlaming van geboorte, die wel eens over hem vertelde. Moens was inderdaad een collaborateur geweest, zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog, maar had in die hoedanigheid niets boosaardigs gedaan, evenmin als Borms waar Willem Elsschot dat prachtige gedicht over heeft geschreven. Moens was vergelijkbaar met iemand als François Mitterrand, die ook volop in het Pétain regime heeft geparticipeerd en toen even rechts was als hij later links geworden is.
Moens was een van de oprichters van de Verdinaso, een fascistische organisatie, waar ook in Nederland nogal wat katholieke studenten lid van waren. Ook die vroegere Verdinaso-leden zag je na de oorlog vaak terug in de progressieve politieke partijen. Niet iets om trots op te zijn maar ook niet iets waarvoor iemand een doodstraf zou verdienen. We hadden in die dagen in Nederland wel een neus voor wie goed en wie fout was geweest in de oorlog. Moens was wel fout geweest, maar de Franstalige Belgische reactie van na de oorlog tegen dat soort mensen was erger. Die reactie was een onderdeel van de taalstrijd en gericht tegen flaminganten die men in dat opzicht als gevaarlijk beschouwde.
In de zeventiger jaren had ik professioneel te maken met een Belg met een soortgelijke achtergrond als Moens en de verbittering van die man tegen de francofonie was groot. Ik heb van hem veel verhalen gehoord. Hij had nooit begrepen waarom we samen met het francofone België van na de oorlog een Benelux hebben opgericht. De oorlog van 1830 was er in zijn ogen niet voor niets geweest. Daarin was Noord Nederland bevrijd van de francofonie en dat had beter zo kunnen blijven.
- Pagina 664.
Di artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Collaborateurs zijn een belangrijke ondersteunende kracht voor tirannen en nazi’s,vraag het maar aan de slachtoffers van de pappa van aSScher.Best wel verdiend die doodstraf .