EU-klucht zet door – mag ik de bonnen?
Als men de leden van het parlement der EU vraagt zich te verantwoorden met bonnen over hun uitgaven en hun daarvoor verstrekte vergoedingen, worden ze chagrijnig. Wat heeft het plebs met hùn geld te maken?
Alles, natuurlijk. Niet alleen moet dat plebs het opbrengen, maar het is geen gek idee te kunnen berekenen wat het rendement is van een vergaderclub die in een gigantische speelkeet met ontzagwekkende roedels ondersteuning weinig meer doet dan het dagelijks leven van burgers nodeloos ingewikkeld maken, met bijvoorbeeld het wettelijk limiteren van de zuigkracht van stofzuigers.
Een paar weken terug werd door het Europese Hof (aan weidse titels geen gebrek binnen de EU) definitief besloten dat de MEP’s geen bonnen hoefden te tonen aan nieuwsgierige journalisten. In de zuidelijke lidstaten zal dat geen misbaar hebben veroorzaakt – men is het gewend door gezagsdragers te worden leeggezogen, ies koeltoer – maar in een land als Nederland ontstond enige onrust. Niet heel veel natuurlijk – dat niemand verwacht dat men zijn collega’s afvalt, dat is ook weer zoiets – maar het kreeg enige aandacht.
Met de verkiezingen voor het EP in aantocht (mei 2019) lijkt het enige vertegenwoordigers van partijen die electoraal problemen verwachten nu een goed idee om het alsnog te proberen openbaar te krijgen.
Gerben-Jan Gerbrandy (D66) en Dennis de Jong (SP) willen dat het parlement nog voor de verkiezingen (in mei volgend jaar) besluit dat iedereen moet kunnen zien wat er met het extraatje van 4400 euro gebeurt. De politici krijgen dat geld naast hun normale salaris.
En dat nog wel tegen de heersende mening in het EP in! Want niet alleen was het Europese Hof er niet voor dit te repareren, maar – verrassing!!! – ook het EP zelf heeft er problemen mee:
Deze zomer besloot ook het Bureau, het dagelijks bestuur van het Parlement, dat de wens voor meer openheid onuitvoerbaar is.
Vanzelfsprekend is dit een klucht. De MEP’s verplichten hun onkosten ter inzage te geven is een minder ingrijpende maatregel dan het verbieden van halogene lichtdragers, want een normaal mens houdt die sowieso zelf bij. Je hoeft ze alleen beschikbaar te hebben voor inspectie, en als dat je teveel werk is plemp je ze ergens op een vrij toegankelijke website. Dat zeggen (bijna al) deze brave Nederlandse parlementariërs overigens ook!
“Het zou wel heel brutaal zijn om de wens van een meerderheid van het parlement naast je neer te leggen. Het zijn publieke uitgaven en die moeten ook publiekelijk verantwoord worden.”
Maar die meerderheid van het parlement? Die weet maar al te goed waarom Abraham een slot op de kast van de mosterdpot heeft gezet. Bovendien mist dit het hele punt op grandioze wijze. En dat punt is dat je slagers hun eigen vlees niet keuren laat. Die hele verantwoording zou nooit een punt van discussie zijn geworden als het lang geleden niet al extern geregeld was dat die verantwoording er dient te zijn. Het botte feit dat de boel is georganiseerd als zij georganiseerd is bewijst al waarmee we hier te maken hebben – gratis geld voor nutteloos politiek afval – de goedwillenden niet te na gesproken. Daarmee is ook in één klap duidelijk hoe we dit betoog van Gerben-Jan Gerbrandy (D66) en Dennis de Jong (SP) moeten classificeren: een kansloos zoethoudertje.
“Deze zomer besloot ook het Bureau, het dagelijks bestuur van het Parlement, dat de wens voor meer openheid onuitvoerbaar is.”
Zoiets simpels is voor het EP niet uitvoerbaar?