Efficiency in de zorg
Ik heb een paar jaar geleden een tijdje met een dubbele beenbreuk in een ziekenhuis gelegen en had daar toen alle tijd om met kamergenoten gesprekken te voeren over de financiering van de zorg en over ontwikkelingshulp. Reuze interessant, vooral ook omdat die kamergenoten uit een heel andere wereld kwamen dan ik.
Die ontwikkelingshulp was toen net actueel. Bill Gates had er zijn ongerustheid over uitgesproken dat Nederland van plan zou zijn om daarmee te gaan minderen[1]. Dat vond hij verontrustend vanwege de voorbeeldfunctie die Nederland en een klein aantal andere landen op dit punt hadden. Vermindering in Nederland zou misschien een multiplierfunctie kunnen krijgen. Het zou de hulp wereldwijd negatief hebben kunnen beïnvloeden.
Dat leek mij wel een valide argument. Om die reden zou het misschien verstandig zijn geweest de hulp voorlopig wel op de begroting van de rijksoverheid te laten staan maar niet meer uit te betalen tot we nut en onnut van de bestaande ontwikkelingshulp hadden geanalyseerd en wisten wat we er mee wilden. Voor de tekorten van de rijksoverheid zou het geen verschil hebben gemaakt.
In die ziekenhuisdiscussies kwam het volgende aan de orde.
Is er een goede ethische reden om ons minder te bekommeren om de gezondheid van de bewoners van derde wereldlanden dan van mensen hier in Nederland? Ik vroeg dit, omdat ons systeem van financiering van de gezondheidszorg in het algemeen wordt verdedigd met een beroep op de solidariteit. Die solidariteit houdt in de praktijk op bij de mensen die door hun aanwezigheid h.t.l. in de praktische omstandigheden verkeren op die zorg aanspraak te kunnen maken. Als de aanspraken van anderen op onze solidariteit even sterk zouden zijn als die van onze landgenoten, zou met ons systeem ethisch iets niet in orde zijn. Wij zouden dan nalaten de nodige maatregelen te nemen om de verdelende rechtvaardigheid in acht te nemen en gelijke toegang tot de zorg voor alle mensen te verzekeren ongeacht hun woonplaats. Onze ontwikkelingshulp zou dan trouwens in geen enkel opzicht toereikend zijn.
De reden waarom de toegang tot de Nederlandse zorg in de praktijk ophoudt bij de landsgrenzen is in de eerste plaats praktisch. Het systeem is ontstaan als een voorziening in lokale behoeften, betaald door de gebruikers en dat is het in de grond nog steeds. Hoewel in Nederland de financiering van de zorg altijd een sterk element van filantropie heeft gehad – sommige stichtingen voor de gezondheidszorg dateren uit de middeleeuwen – was ook die filantropie lokaal gericht. Niet de zieken, maar de zorginstellingen werden gefinancierd en die financiering gebeurde, om voor de hand liggende redenen, door degenen die van de instellingen gebruik maakten en voorts door lokale sympathisanten die zich voor zieken en hulpbehoevenden in hun omgeving inzetten.
Het is een feit dat mensen meer sympathie voelen en in elk geval meer doen voor mensen in hun naaste omgeving dan voor willekeurige vreemden. Dit wordt uitgedrukt in het spreekwoord “het hemd is nader dan de rok”. De vraag die beantwoord moet worden is of de gevoelens en gewoonten die door het spreekwoord worden uitgedrukt ethisch in orde zijn of niet. Stel dat die vraag positief beantwoord kan worden. Dan ligt een tweede vraag voor de hand: hoe zit het dan met solidariteit? Neemt de plicht daartoe af, in de mate dat de afstand toeneemt? Vervolgens, wat is afstand in dit verband? Etnisch, cultureel, geografisch of een soort combinatie van al die verschillende vormen?
Een ethische les die op deze vragen betrekking heeft is afkomstig van Jezus van Nazareth en hij is te vinden in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan[2]. Kort samengevat komt zijn onderricht hier op neer dat mensen een zorgplicht hebben tegenover hun naasten, dat is dus eigenlijk tegenover hun buren. Die zorgplicht strekt zich uit tot iedereen die op onze weg komt en zorg nodig heeft, als tenminste degenen die de zorgbehoevende nader staan of die beter gekwalificeerd zijn om de zorg te geven, verstek laten gaan. Iedereen kan dus Uw naaste zijn, maar alleen als het op Uw weg komt. U hoeft de zorgplicht niet op te zoeken.
Wat dat betreft is ontwikkelingshulp dus geen voor de hand liggende overheidsactiviteit maar meer iets voor individuen die met ellende in derdewereldlanden worden geconfronteerd en in staat zijn er iets aan te doen: voor de Bill Gates-achtigen met andere woorden.
De regel van de barmhartige Samaritaan wijkt af van de regel van het spreekwoord van het hemd en de rok, maar toch minder dan vaak wordt aangenomen. Om dat toe te lichten, of eigenlijk meer voor de aardigheid, een kleine historische uitweiding.
In de tijd van Jezus van Nazareth waren de joden al weer een paar eeuwen terug uit de Babylonische gevangenschap, maar de herinnering eraan was vers en de gevangenschap bestond in zekere zin ook nog steeds. De Babylonische gevangenschap moet U namelijk eerder zien als een variant op de diaspora van tegenwoordig dan als een echte gevangenschap. De Joden woonden ver van het arme Palestina in het rijke en beschaafde Babylon, dat wel vergelijkbaar is met de VS van tegenwoordig. De joden zijn daarom ook lang niet allemaal teruggegaan in de tijd van de Perzenkoning Cyrus, die de terugkeer naar Jeruzalem mogelijk heeft gemaakt. In Babylon en op andere plekken in de beschaafde wereld bleven vestigingen van joden bestaan, zoals dat ook nu nog het geval is.
De teruggekeerde joden waren veel rijker en beschaafder dan de lokale bevolking, de Samaritanen, onder meer omdat zij materiële hulp ontvingen van hun familieleden in Babylon. Deze Zionisten avant la lettre keken neer op de Samaritanen, die met haat en geweld reageerden op dit gebrek aan respect. Het is nogal waarschijnlijk dat de rovers, waarvan in de parabel sprake is, ook Samaritanen waren en de kans dat Samaritanen joden zouden helpen in plaats van vermoorden was ongeveer even groot als dat Palestijnen dat tegenwoordig zouden doen.
Om nu eerst vooraanstaande joden de gewonde joodse man te laten passeren en voor dood te laten liggen en hem uiteindelijk te laten bijstaan door een Samaritaan, dat is op het eerste gezicht het spreekwoord van hemd en rok op zijn kop zetten.
Toch is het niet alleen maar provoceren ter wille van het schokeffect. Wat Jezus wilde zeggen, denk ik, is dat het begrip naaste dient te worden uitgebreid. Dat begrip is niet meer beperkt tot degenen die door bloedverwantschap en culturele banden met ons verbonden zijn. Aan de andere kant is de naaste ook niet zomaar iedereen op de wereld, wat als praktisch effect zou hebben dat degenen die acuut aanspraak hebben op onze bijstand niet meer aan de beurt zouden komen.
Terugkomend nu op de beginvraag: is er een goede reden om ons minder te bekommeren om mensen in de derde wereld dan om mensen hier. Het antwoord lijkt ja te zijn. Solidariteit of naastenliefde begint in de onmiddellijke nabijheid, maar iedereen die geen hulp van anderen krijgt, heeft ook als hij verder weg leeft, nog aanspraak op onze hulp, onder voorwaarde dat hun eigen naasten die hulp niet geven en dat verder de hulp aan degenen die ons zelf het naaste staan daar niet onder lijdt. Dus wel ontwikkelingshulp, maar alleen effectieve. En afweging tegen belangen hier in Nederland en Europa mag. Zo ongeveer denk ik dat het ethisch zit.
Nu dat tweede onderwerp, de financiering van de zorg hier in Nederland. Moeten wij daarin tegenover alle inwoners van Nederland een gelijke solidariteit tonen? Nee, maar praktisch wel zoveel tegenover iedereen, dat wie in medische nood zit geholpen kan worden als hij zich zelf niet helpen kan en hij ook niet op voldoende bijstand van zijn naaste omgeving kan rekenen. Ongeveer dus zoals het kabinet Rutte II dat voor een deel van de zorg geregeld heeft.
Dit leidt terug naar een soort zorg zoals wij vroeger in Nederland hadden, waar iedereen zelf betaalde voor zijn medische behoeften en die van zijn familie, zoals hij nog steeds betaalt voor zijn boterhammen en het dak boven zijn hoofd, maar met een fonds voor opvang voor die dringende medische behoeften, waar anders financiering voor zou ontbreken.
Vroeger waren dat de particuliere stichtingen die insprongen. Later zijn die vervangen door de kas van de centrale overheid meestal via speciaal daarvoor opgerichte semi-publiekrechtelijke organen. Deze openbare of semiopenbare middelen schieten sinds een paar decennia te kort. De oorzaken voor de tekorten zijn gelegen in de omstandigheid dat ook veel niet dringende medische behoeften worden gedekt uit de commune fondsen en dat ook mensen worden ondersteund die het heel goed zelf zouden kunnen betalen, zoals ik er bijvoorbeeld zelf een ben. Dat laatste gebeurt dan weer omdat anders de bureaucratie in de organisatie van de zorg nog veel groter zou worden dan hij toch als is. In het financieringstekort is een tijdlang voorzien door een stop op de jaarlijkse aantallen verstrekkingen, ook wel eens door een stop op verstrekkingen die zeer dringend waren. Ook wel door opcenten te heffen op de premies van particuliere ziekteverzekeringen. Dat was heel onredelijk omdat er geen enkele reden was om die particuliere patiënten te dwingen meer solidair te zijn dan andere inwoners van Nederland.
Tegenwoordig is dit systeem vervangen door iets dat in wezen neerkomt op een ziekenfonds voor iedereen en dus dicht in de buurt komt van een nationale gezondheidszorg Engelse stijl.
De afgedwongen solidariteit via premieopslagen verstoorde de internationale concurrentieverhoudingen van verzekeringsmaatschappijen en leek in strijd met de Europese wetgeving. Zij heeft mede wellicht om die reden ook geen stand gehouden[3]. Bovendien was het systeem lelijk en overbodig. De bijdrage had efficiënter uit de centrale overheidskas kunnen komen. Er was eerder sprake van een bureaucratisch handigheidje dan van echte solidariteit[4]. Het nieuwe systeem vertoont dit gebrek niet en heeft daarnaast het voordeel van grotere duidelijkheid, maar een behoorlijk ethisch fundament heeft het nog steeds niet.
Als we afzien van alle mythevorming in de zorg en kijken naar wat er daadwerkelijk gebeurt, dan hebben we in Nederland nu een nationale gezondheidszorg die voor iedereen op dezelfde wijze toegankelijk is en die door een speciaal soort belasting wordt gefinancierd: de premie voor de gezondheidszorg . De enkele buitenlander of de bijzondere particulier die niet verzekerd was, kon vroeger al gevoeglijk worden verwaarloosd, hij was statistisch niet significant[5]. In het systeem speelde hij geen rol. De wetgever heeft de logische volgende stap genomen en voor de financiering van de nationale gezondheidszorg ook een enkele nationaal verzekeringssysteem ingevoerd[6].
De kosten die voor medische verrichtingen aan zorgverzekeraars in rekening worden gebracht houden geen direct verband met de werkelijk aan de verrichtingen ten grondslag liggende kosten. Mooiste voorbeeld daarvan is de beddenprijs. De verrichting[7] die bestaat uit het voor een dag aan de patiënt ter beschikking stellen van een ziekenhuisbed wordt in rekening gebracht voor een prijs die voor een belangrijk deel kan zijn samengesteld uit de verliezen die in de voorafgaande jaren door het ziekenhuis op andere verrichtingen zijn geleden. Zij heeft niets te maken met de integrale of differentiële kostprijs van het bed in kwestie.
Is dit ethisch verantwoord? Ik meen van niet. Als een dergelijke kostprijs in rekening wordt gebracht aan een verzekeraar die zelf aan de totstandkoming van het systeem heeft meegewerkt is het nog tot daar aan toe, maar de onverzekerde buitenlandse particulier die deze prijs moet betalen wordt in strijd met alle regels van redelijkheid en ethiek behandeld.
Nu is het op zich wel juist dat ieder massaal systeem als de zorg onrechtvaardigheden bevat die je voor lief moet nemen, omdat anders van organisaties op grote schaal überhaupt geen sprake meer kan zijn. Toch dien je daarbij te bedenken dat een zo inefficiënt systeem als onze zorg uitsluitend op ethische gronden verdedigd wordt. Zou men de zorg langs lijnen van efficiency organiseren en de daaruit voortvloeiende ongelijkheid op de koop toe nemen dan kwam daar een heel ander systeem uit dan we nu hebben.
Nog een opvallend ethisch tekort: de zorgverschaffer die efficiënt werkt en zijn kosten weet te beperken tot een niveau beneden de opbrengst, moet de meeropbrengst afstaan. Die gaat naar degenen die inefficiënt gewerkt hebben of minder hebben gedeclareerd, waardoor uitbetaling van de lonen van hun medewerkers en de winsten van hun zelfstandige specialisten in gevaar komen. Is dit ethisch verantwoord? Loontrekkenden in de gezondheidszorg zijn al op andere wijze verzekerd en winstgenieters mogen best enig risico lopen. Ik meen dat zorgmanagers die inefficiënt werken, bijvoorbeeld doordat bij hun verrichtingen onvoldoende worden geregistreerd en gedeclareerd, of doordat in hun organisatie niet hard genoeg wordt gewerkt, daar zelf de gevolgen van moeten ondervinden. Goed of slecht werken hoort een verschil te maken. Ook dat is in wezen een ethisch probleem. Tenslotte: een betere, efficiëntere organisatie levert door de bank genomen ook medisch een betere kwaliteit en dat is in het belang van de patiënten. Goede medische zorg voor de patiënten is de belangrijkste ethische imperatief voor zorginstellingen en niet hun onderlinge gelijkheid.
- Als Bill Gates het over ontwikkelingshulp heeft dan bedoelt hij in de eerste plaats gezondheidshulp.
- Lucas 10-33. Een man daalde af van Jeruzalem naar Jericho en werd onderweg uitgeschud door rovers, die hem zwaar gewond achterlieten. Een priester en een schriftgeleerde die passeerden lieten hem liggen en reisden door, maar een Samaritaan nam hem op, verzorgde zijn wonden, bracht hem naar een zorgplek en liet daar geld achter voor verpleging en onderdak. De vraag was wie van de drie zich als naaste kon beschouwen van de man die door rovers was uitgeschut.
- Een openbare discussie over dit onderwerp heeft bij mijn weten nooit plaats gevonden, maar dat het Nederlandse systeem met een vrije markt voor medische diensten in strijd was lijdt geen twijfel. Dat het noodzakelijk is voor een verantwoorde gezondheidszorg wordt wel beweerd maar is nooit aangetoond.
- De achterliggende gedachte was waarschijnlijk dat wie in Nederland geen ziekenfondspatiënt was automatisch particulier verzekerd was en de groep van particulier verzekerden gemiddeld sterkere schouders had dan de groep fondspatiënten. Uit een oogpunt van individuele rechtvaardigheid zijn beide aannames veel te ruw.
- Intussen groeit het aantal onverzekerden. Dat zijn in de eerste plaats de illegale immigranten maar daarnaast ook in toenemende mate lieden met een vergunning tot voorlopig verblijf die hun premieplicht net als veel andere financiële verplichtingen domweg negeren.
- In het buitenland wonende Nederlanders die bij een particuliere Nederlandse verzekering een verzekering hadden afgesloten, bleken naar internationaal recht na de systeemwijziging opeens ziekenfondsleden te zijn geworden en werden naar de bijbehorende lokale faciliteiten verwezen, die elders meestal veel minder goed zijn dan de in Nederland.
- Onderdeel van een diagnose-behandel-combinatie tegenwoordig.
Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Mooie analyse, zonder een spoor van conclusie of aanbeveling.
Wat niet ter sprake komt is het inkomen van alles wat lager scoort dan de mediaan. Er gaat heel veel geld verloren in de staatsfinanciën met het (noodgedwongen) herverdelen van inkomen. Dat kost naar schatting 60% van de geldstroom aan kosten voor administratie, inning, uitbetaling en opsporing/handhaven regels. Niet doen en niet willen.
Gewoon zorgen dat de belastingen gewoon voor iedere burger redelijk en draagbaar is. Dat betekent dan niet de overheid maar dan vanuit het veel grotere vrije bestedingsruimte maar naar eigen inzicht ontwikkelingshulp moeten geven. Het is niet aan de overheid (politiek)
Bij voldoende financiële ruimte NA belastingafdracht zou in principe iedereen een onverplicht (private) verzekering kunnen afsluiten (en betalen) naar behoefte en individuele omstandigheden. Mensen die aan de onderkant vanwege financiële problemen geholpen moeten worden daar is het betalen van de verzekering één van de op te lossen verplichtingen. Dit soort hulp zou eigenlijk op basis van de (christelijke) naaste hulp gewoon in de omgeving gegegeven moeten worden. Gebeurd overigens meer dan je vermoed, vooral binnen families en sterke buren groepen.
De (hoge) kosten van de gezondheidszorg worden m.i. door een combinatie van (a) inefficentheid in de organisatie met name overhead en bureaucratie (indekken tegen claims); (b) kwaliteit dokters en de selectie daarop (“eens dokter, altijd dokter”) (c) de kosten van de investeringen nieuwe producten en middelen (d) de kosten van investeringen in infrastructuur en tenslotte (e) door het intellectuele eigendom monopolistische prijsniveaus medicijnen en andere onder patenten vallende apparatuur.
De rol van de overheid zou op deze punten kunnen zijn:
(a) beperken van de hoogte van claims bij medische fouten, doorzichtig maken van proces van aanklagen, toewijzen en uitkeren (tegengaan bureaucratie); afschaffen heel veel regels en wetten op de uitvoering van medische ingrepen en verzorging. Zorgen door kwaliteit onderwijs, selectie kandidaten en afrekenen dat de particuliere bedrijven en patiënten die kwaliteit zelf afdwingen. professionals weten zelf wel wat goed en slecht is. Stimuleren bedrijfsmatige organisatie en marktwerking bij diensten levering (dus geen prijs en prestatieregels)
(b) dat moet de beroepsgroep zelf organiseren. Dokters zijn of loonslaaf of eigenbaas, maar geen eigen-baas-partners in commerciële organisatie waar zij niet verantwoordelijk zijn voor het totaal en de marketing en verkoop, maar wel profiteren van aanwezige infrastructuur en die diensten.
(e) Daar kan de overheid algemene kosten (nieuwbouw, infrastructuur medisch vervoer, aanschaf apparatuur. Hier moet de politiek dan wel grenzen durven stellen van welke middelen welk en welke middelen niet (bijv. voor hele kleine groep patiënten) moet worden gefinancierd. Algemeen belang staat daarbij voorop.
(c en e) Afschaffen van intellectueel eigendom op medische uitvindingen, resultaat van onderzoek, ontwikkelen van apparatuur en medicijnen, e.d. . Intellectueel eigendom creëert kartels en (individuele) monopolies. Bekent is dat kartels en monopolies hun producten verkopen tegen veel te hoge prijzen, daarom hebben we daarvoor wetten op de economische mededinging gemaakt. De concurrentie moet niet plaatsvinden op het terrein van de (eerste) nieuwe uitvindingen, maar op het vermogen van marketing en (efficient) verkopen.
In zijn algemeenheid moeten de medische faculteiten, waar het niet primair om onderwijs maar onderzoek gaat, gecoördineerd ingeschakeld worden voor ontwikkeling van uitvindingen en medicijnen. Gefinancierd door de overheid en overheid alleen. Los van politiek, los van de medische industrie. Hun output is in principe voor iedereen (ook buiten Nederland) om niet beschikbaar voor verdere ontwikkeling, productie en toepassingen.