Deugdzaamheid in de geschiedenis
Deugdzaamheid was in de Oudheid vooral een streven naar onsterfelijkheid door het verwerven van een duurzame reputatie.
Wie uit angst om te sterven zijn reputatie te grabbel gooide was niet deugdzaam, maar ook wie nooit iets gedaan had om een reputatie te verwerven deugde niet. Deugd was niet alleen een toetssteen, een norm voor gedrag – deugd was een levensideaal, het gaf zin en inhoud aan het leven. Virtus in de Romeinse tijd was vergelijkbaar met het ideaal van de gentleman in het Engeland van voor de wereldoorlogen en de honnête homme uit het Frankrijk van Louis le Grand.
Virtus is het woord voor deugdzaamheid in het Latijn. Letterlijk vertaald is het mannelijkheid, want vir is Latijn voor man. Aretè is het Griekse woord voor virtus en Ares is de god van de krijg. Een deugdzaam mens was dus in de eerste plaats een held. Hij was niet alleen intelligent en integer, maar ook sterk, met een getraind en goed gebouwd lichaam en dwong aldus respect af bij zijn vrienden en vijanden. Wie won bij de Olympische spelen had al die voor aretè benodigde eigenschappen en was dus een held.
De bevolking was in het Griekenland van vóór Homerus tot ongeveer de zesde eeuw redelijk stationair. Oorlogen zorgden daar net als elders in de wereld voor het verdwijnen van bevolkingsoverschotten. Mensen woonden in kleine versterkte plaatsen, die polis werden genoemd. Ze leefden van landbouw op grond in de omgeving van de stad en verkeerden in een staat van oorlog of gewapende vrede met naburige plaatsen. Naarmate de bevolking groeide werden zowel de mogelijkheden als de behoeften om oorlog te voeren groter. Men beschikte over meer manschappen en had uitbreiding nodig van het areaal aan landbouwgrond. De stad die definitief verloor werd verwoest, de mannen werden gedood en de vrouwen en kinderen als slaven weggevoerd.
De oorlog om Troje met de daaropvolgende verwoesting zoals die wordt beschreven in de Ilias is het prototype van oorlogen uit die tijd. Nog tijdens de Peloponesische oorlog trof dat lot Melos, een afvallige bondgenoot van Athene, al gold dat in die tijd al als barbaars, zoals U bij Euripides kunt lezen.
Het overleven van de gemeenschap was ooit in dat oude Griekenland afhankelijk van de bekwaamheid van haar helden en in Rome en Italië was dat niet anders. Vandaar aretè en virtus. Toen eenmaal in Griekenland en Rome andere oplossingen ontstonden voor het probleem van de bevolkingsgroei was aretè zo verankerd in de cultuur, dat het begrip geen belangrijke wijziging meer onderging tot de triomf van het christendom in de vierde eeuw AD.
Die nieuwe oplossingen voor het bevolkingsprobleem bestonden eerst uit rooftochten, gecombineerd met het stichten van koloniën, voornamelijk langs de kusten van de Egeïsche en Zwarte Zee en in het zuiden van Italië, min of meer op de wijze waarop Vikingen dat deden in de Vroege Middeleeuwen in West-Europa. Een oplossing die revolutionair was en definitiever, was de introductie van industrie en internationale handel door de Atheners en Corinthiërs. Het lukte met name aan de Atheners om een groeiende bevolking emplooi en voedsel te geven door industrieën te maken van de pottenbakkerij, de olijventeelt en de scheepsbouw. Door de groeiende bevolking en door de omvang van haar vloot werd de stad ook militair machtig en kon zij in de vijfde eeuw alleen nog door een uiterste krachtsinspanning van Sparta en haar bondgenoten met financiële en materiële hulp van de Perzische koningen[1] worden afgehouden van de dominantie van heel Hellas. De beoogde rol van Athene werd korte tijd later overgenomen door Macedonië en zo ontstond het rijk van Alexander de Grote. Het rijk bleef na zijn dood bestaan in een enigszins gewijzigde en verbrokkelde vorm tot het werd overgenomen, eerst door de Romeinen, vervolgens de Byzantijnen en tenslotte door de islam.
Rome was in haar ontstaansperiode een stad vergelijkbaar met de Griekse steden uit de Oudheid. Het had zich alleen kunnen handhaven in concurrentie met de nabuursteden; de geschiedenis ab urbe condita van Livius is een opeenvolging van overlevingsoorlogen.
Toen Rome haar rijk rond de Middellandse Zee definitief vestigde was de dominerende beschaving van dat gebied Hellenistisch, dat wil zeggen: afgeleid van de Griekse polisbeschaving. Deze sloot aan bij haar eigen verleden. De Hellenistische basis voor normen en waarden kon dus blijven voortbestaan al was er voor de helden deugden in een vreedzaam wereldrijk nog maar beperkt emplooi.
Pas toen onder Constantijn de Grote het christendom tot staatsgodsdienst werd geproclameerd en even later de oude polis Rome als hoofdstad werd verlaten voor Constantinopel, de hoofdstad van het wereldrijk nieuwe stijl, konden de normen en waarden van het Romeinse wereldrijk definitief worden aangepast. Het begrip deugd past sindsdien beter bij een vreedzame wereld, waar het niet oneervol is de vijand de andere wang toe te keren en wraak over te laten aan de overheid.
De christelijke deugden lijken in weinig op die van de oude Grieken en Romeinen. Echte deugdzaamheid is misschien ook om die reden tegenwoordig minder populair dan het in de Oudheid was.
- Beslissend was de maritieme hulp die de Perzische satraap in de Libanon verschafte en die de Spartanen in staat stelde in de slag bij de Geitenrivier de Atheense vloot te vernietigen.
- Cato en anderen waren ongerust over de invloed van de Hellenistische cultuur op de kleinstedelijke normen en waarden van het oude Rome. Het betrekkelijke gemak waarmee Scipio Africanus c.s. de Griekse taal en cultuur konden promoten ondanks deze tegenstand wijst op een grote culturele verwantschap tussen Rome en de Hellenistische wereld.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Nooit bedacht dat de islam een primitieve usurpatie is van het geniale Hellas van Athene en Corinthe (via Alexander de Grote, Romeinse Rijk, en Byzantium). Dat het versnipperde West- en Centraal-Europa de islam gedurende 1400 jaar heeft kunnen weerstaan is te danken aan de verenigende kracht van het Christendom ter verdediging van een deugdzaamheid nieuwe stijl. Het Westen had de islam makkelijk kunnen vernietigen. Beter is het dat meet vreedzame middelen te bereiken. Datzelfde geldt voor Chinese pretenties.
Tips om te lezen: Andreas Kinneging, De onzichtbare maat; Tom Holland, Heerschappij; Charles Murray, Het menselijk genie. De Griekse en Romeinse wereld vormen een keiharde slaveneconomie, die op basis van het christendom enigszins gehumaniseerd werd. Het christendom is een synthese van Grieks en Joods denken, dat aldus de mentale software bevat op basis waarvan uiteindelijk de moderniteit mogelijk werd. De islam is bedacht ergens eeuwen nadat de stichter ervan verondersteld wordt te hebben geleefd, als rechtvaardiging voor roof, moord en slavernij. In de grotendeels postchristelijke Westerse wereld wordt nihilistisch en cultuurrelativistisch de islam gezien als te importeren culturele verrijking. Het Europa van Karel Martel, Jan Sobiesky en Reconquista bestaat mogelijk alleen nog in de voormalige Oostbloklanden.
Ook de nobele VIKINGEN waren notoire en bedreven handelaars in slaven ! Is dat ERG ? Tja, zo zat de wereld nu eenmaal in mekaar. Moeten we nu de winkels/bedrijven van Denen, Zweden, Noren plunderen en in brand steken ? Dat was toen “business as usual”. HOE VER ga je teruggaan in de geschiedenis om élke smeerlapperij goed te praten ? Waarom hangen wij niet constant het slachtoffer uit : het betaalt anders GOED….
@Benedict Broere 2 juni 2020 om 15:21 Murray is een tikje tendentieus https://en.wikipedia.org/wiki/Human_Accomplishment, De review van Kinneging’s boek is ook een tikje tendentieus, maar dan de andere kant op https://www.tzum.info/2020/03/recensie-andreas-kinneging-de-onzichtbare-maat/. Tom Holland’s boek zou verplichte lesstof moeten zijn. In tegenstelling to Kinneging is er ruim aandacht voor Nietsche. Om goede redenen, natuurlijk.
Het was Theodosius I, die circa 382 het christendom de facto tot staatsreligie maakte. Hij vaardigde wetten tegen zowel het heidendom als ook tegen christelijke ketterijen uit. Constantijn de Grote liet het christendom toe zoals de vele andere godsdiensten.
@ BegrensEuropa! Van belang te lezen bij de genoemde boeken zijn ook bijvoorbeeld: Andre Klukhuhn, ‘Alle mensen heten Janus’ en Iain McGilchrist, ‘The Master and his Emissary’. Het gaat allemaal om het trachten een juiste maat en balans te vinden tussen bijvoorbeeld: verstand en gevoel, individu en gemeenschap, natuurexploitatie en natuurbescherming. Nietzsche zoekt dat ook, zie Klukhuhn. Je kan een tegenstelling construeren tussen sterke mannen cultuur en pacifisme (Kasdorp), maar beter is het een gunstige balans te zoeken daarin. Bedankt voor die verwijzingen. Interessant! Tom Holland zit met diverse interviews in YouTube.