Sinds enige jaren wordt er in Nederland een fel debat gehouden over Zwarte Piet. Dat debat zou er niet moeten zijn.

Erg veel autochtone Nederlanders en hun kinderen worden er door gekwetst en volkomen onnodig. De populariteit van Zwarte Piet is waarschijnlijk de reden waarom rassendiscriminatie tegen gekleurde mensen in Nederland zo veel minder voorkomt dan in andere Europese landen en in Amerika. Bij het autochtone deel van de bevolking in elk geval, want Hindoestanen en andere Aziaten discrimineren hun zwarte medeburgers volop.

Kennelijk wil een aantal allochtonen en mensen die zich als hun beschermheren opwerpen, zich beledigd voelen door Zwarte Piet, zonder dat daar aanleiding toe is. We moeten dit soort kwaadaardige acties tegen de Nederlandse kindervriend bij uitstek bestrijden. Langs de weg van het Zwarte Pietendebat ontstaan er tegenstellingen die het autochtone deel van de bevolking helemaal niet wil en van een soort die de Rotterdamse burgemeester Aboetaleb ooit aanleiding gaf om te zeggen: ‘als het je hier niet bevalt, rot dan maar op!‘

Dezer dagen verscheen er in de NRC een open brief met honderd ondertekenaars die je als racistisch zou moeten bestempelen: van mensen die de rassenkwestie in dit land aan het opdraaien zijn en die olie gooien op het Zwarte Pieten vuur.

In wezen gaat het hier om haatzaaien zoals dat strafbaar is gesteld bij de artikelen 137 d en e van ons wetboek van strafrecht.

Kranten die dit soort ophitserij publiceren zouden zich horen te schamen. De honderd ondertekenaars van deze brief moeten niet vrijuit gaan. Ik meen dat zij hier grenzen hebben overschreden en dat er tegen ze opgetreden moet worden. Sinterklaas en Zwarte Piet zijn cultureel erfgoed, dat kennelijk bescherming nodig heeft en daar moeten we nu maar eens met zijn allen voor gaan zorgen.

---

Dit stuk verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp