De influx van immigranten
Het begin van de grootschalige instroom van immigranten in Nederland begon met de aankondiging van onafhankelijkheid van Suriname.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw hebben we onze eerste grote influx van immigranten gehad. Dat waren hier in Nederland de Surinamers, die de onafhankelijkheid niet zagen zitten, die ze door het kabinet Den Uijl werd toegeschoven[1].
Van de Surinaamse bevolking trok ongeveer de helft naar Nederland, met name nadat eenmaal duidelijk was geworden hoe ze hier met huisvesting en uitkeringen zouden worden opgevangen. We zagen dat toen als een onvermijdelijk gevolg van ons eerdere kolonialisme en als een prijs die we moesten betalen voor het laakbare gedrag van onze voorouders.
Vrijwel alle migranten die nu hierheen komen zijn zwarte Afrikanen en bewoners van het Midden Oosten: Arabieren, Koerden en Turken. Die komen uit de gebieden met de grootste bevolkingstoename ter wereld, met stokkende economieën, groeiend geweld en met bewoners die leven in de vaste overtuiging dat het in Europa allemaal beter is.
Te verwachten is daarom dat de stroom zal blijven groeien en dat de daaraan verbonden problemen zullen toenemen. Die problemen zijn al groot, niet alleen in kleine landen met een grote bevolking als Nederland, maar ook in veel grotere landen als Zweden, Frankrijk en Duitsland, waar de immigranten geconcentreerd in de grote steden wonen.
De immigratie is een groot en groeiend probleem. Dat de EU niet in staat blijkt de stroom te stoppen is een van de redenen dat de populariteit van Brussel in snel tempo afkalft.
Dat is niet alleen in Groot Brittannië het geval maar ook in de nieuwe lidstaten, die zijn toegetreden tot de EU om bescherming te zoeken tegen hun oude vijand Rusland. Daarnaast ook vanwege de welvaart toename die ze van een toetreding verwachten. Deze nieuwe lidstaten hebben geen zin in dictaten uit Brussel, dat zich in hun ogen opstelt als het nieuwe Moskou en al helemaal niet in een toedeling van Arabische en zwarte vluchtelingen.
Ook in Nederland is een meerderheid van de bevolking gekant tegen verdere overdracht van bevoegdheden aan Brussel, zolang blijkt dat Brussel met die bevoegdheden problemen creëert in plaats van ze op te lossen. De immigratie wordt nu als het grootse probleem ervaren en Brussel heeft niet eens het begin van een plan om er iets aan te doen. Een eerlijke verdeling is de lijdzame reactie in Brussel, maar wat Europeanen willen is de immigratie stoppen[2] of het afbuigen van de immigratie stroom.
Immigratie is niet het enige Europese probleem waarbij Brussel het af laat weten, maar wel het meest acute. Griekenland is een recent voorbeeld van een probleem aanpak waarvoor je geen handen op elkaar krijgt. Het stuntelige gedoe rond Griekenland neemt bovendien de aandacht weg van een veel groter probleem, dat zich tegen de verwachtingen in gerealiseerd heeft: de Brexit.
Engeland heeft geprobeerd de EU te bewegen tot veranderingen die Cameron de mogelijkheid had moeten bieden om het referendum dat hij zijn bevolking beloofd had te winnen. Hij zelf zag in de Europese economische en politieke samenwerking grote voordelen voor Engeland, maar de idee dat Europa op den duur een federatie en een zelfstandig land zou worden, te vergelijken met de VS, is in Groot Brittannië aan niemand te verkopen. Dan worden ze daar nog liever overzees lid van de Verenigde Staten van Noord Amerika. Hun banden met Europa zijn meer economisch dan cultureel en dat willen ze graag zo houden.
De belangrijkste verandering die Cameron vroeg was daarom een afzien van verdere soevereiniteitsoverdracht en een stop van het langzame proces van verdere eenwording.
Daar kon op zo korte termijn niet veel verandering in worden gebracht, al kun je wel constateren dat er sinds de enorme uitbreiding van de EU van een verdere federalisatie eigenlijk nauwelijks meer sprake is geweest. Wel van verder regelgeving.
Een Brexit is een veel belangrijker punt in Brussel dan de keuze tussen een Grexit of een zoveelste poging om Griekenland toch maar binnenboord te houden. Om aan de Britse eisen tegemoet te komen moet er een einde komen aan de EU zoals die voorzien is in het Verdrag van Lissabon en al die eerdere verdragen. Daar wil men in Brussel voorlopig niet aan en daarom moeten wij het maar voor ze doen. Wij, dat zijn de noordelijke landen, die door een gezamenlijk vertrek de EU in zijn bestaande vorm kunnen opblazen.
Voor een fundamentele beslissing als waar Engeland om vroeg bestond geen meerderheid bij de oude lidstaten, met één uitzondering en dat zijn wij, Nederland.
Dat wil zeggen, bij onze overheid en bij de media bestaat een meerderheid voor een continentale federatie, maar niet bij de Nederlandse bevolking. Dat is tot grote schrik van Den Haag gebleken bij het grondwet referendum van ruim tien jaar geleden. Sindsdien zitten we hier met een gescheurde samenleving: een elite die op humanistische gronden voor verdere Europese eenwording is en voor een zo goed mogelijke opvang van vluchtelingen en een bevolking die Nederlands wenst te blijven en een stop wil op verdere immigratie[3]. Nederland is al overbevolkt en op nog meer mensen en dan ook nog van de moslim religie, zit hier niemand te wachten.
Ook los van ieders persoonlijke toekomstverwachtingen en de Britse exit lijkt het duidelijk dat we met het Brussel van vandaag zo niet verder moeten. Ook als je verdere eenwording zou willen ga je die niet krijgen met een EU waar het tweede garnituur in de personen van Juncker, Schultz en Timmermans het voor het zeggen heeft.
Wie de eenheid van Europa wil met een nieuwe bestuurslaag in Brussel of een andere Europese hoofdstad, zou in de eerste plaats de historische nationale indeling van Europa moeten zien kwijt te raken.
Dat zou kunnen door oudere maar nog levende regionale indelingen tot nieuw leven te wekken. Als belangrijke bevoegdheden zouden verschuiven van de nationale hoofdsteden naar de regio’s, zou er op den duur vanzelf een behoefte ontstaan aan een Europese besluitnemer voor zaken die ons allemaal aangaan. Nu is die behoefte er niet. De nationale staten doen dat op de meeste punten redelijk goed en waar we het nationaal niet kunnen laat Brussel het overduidelijk afweten. Dan beslist de vergadering van nationale regeringsleiders.
Als een verdere eenwording van Europa een echte noodzaak zou zijn zou je eerst moeten zorgen dat de mensen het zouden willen en niet moeten proberen om het door hun strot te duwen.
Het ziet ernaar uit dat we pas verder kunnen met een Europese samenwerking die de steun heeft van iedereen, als we eerst het bestaande Brussel en zijn regelgeving hebben opgeruimd.
Dat kan niet van binnenuit, omdat voor veranderingen in de bestaande verdragen de medewerking van iedereen nodig is en daarvoor lopen de belangen te veel uiteen.
De enige oplossing is dat de noordelijke landen gezamenlijk uit de bestaande instellingen stappen en in de plaats ervan een nieuwe werkzame Noord Europese samenwerking opzetten. Die nieuwe NEU zal dan de zuidelijke en oostelijke landen moeten blijven steunen en ze zo snel als dat kan weer tot een gezamenlijke Europese samenwerking moeten toelaten. Maar dat kan pas als ze economisch in de pas zijn gaan lopen en niet in de hoop en de verwachting dat ze dat vanzelf wel zullen doen.
De leiding van die samenwerking zouden we aan onze beste mensen moeten toevertrouwen, mensen van de kwaliteit van Hallstein en Delors. In plaats van met onbereikbare utopieën zouden die zich bezig moeten houden met de echte problemen van dit continent. Niet alleen met de betrekkelijk hanteerbare problemen van dit moment, maar vooral ook met de veel lastiger problemen die op ons afkomen, waar een toenemende immigratie er maar één van is.
Het is duidelijk dat Duitsland hierbij het voortouw zou moeten nemen en daar ligt ook het zwakke punt in dit idee. Duitsland is nog steeds bezig met het oplossen van de problemen uit het verleden in plaats van met de toekomst.
- Die onafhankelijkheid was door de eertijdse Surinaamse premier aangevraagd, maar het kabinet Den Uijl ging er wel erg snel en enthousiast op in.
- Dat zou kunnen door een groot complex van woon- en werkgelegenheid te creëren in de Sahara en daar de immigratie stromen heen te leiden. Een Afrikaans cultureel en industrieel centrum zou dan een bron van verdere economische veranderingen in Afrika en het Midden Oosten kunnen vormen. Het zou Europa erg veel geld kosten om dat tot stand te brengen maar het zou goed besteed geld zijn.
- Het is het armere deel van de Nederlandse bevolking dat de prijs betaalt voor de immigratie. De overheid heeft massaal woonvergunningen aan buitenlanders gegeven in hun wijken en niets gedaan toen de nieuwe bewoners de oude vervolgens het leven moeilijk gingen maken. De uitkeringen en andere voorzieningen voor de nieuwkomers gaan ten koste van de oude bewoners, die dus aan alle kanten het haasje zijn geworden. De bewoners van het Gooi en Amsterdam Zuid zien alleen een wat kleurrijker straatbeeld als ze shoppen gaan op de Albert Cuyp en merken persoonlijk verder weinig van de problemen.
Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Ik leef mee met de auteur, maar laat ik hem toch maar uit de droom helpen: Nederland stapt pas uit het EU-schip als het werkelijk tot op de bodem van de zee gezonken is en alle andere landen al lang over boord zijn gesprongen. Dat komt omdat de Nederlandse politieke klasse zo ongeveer de lafste en meest serviele politieke klasse op aarde is. De enige keer dat NL een beetje durft te blaffen is, als het achter de rug van de VS een wat tegen Poetin mag keffen. Verder doen onze ‘leiders’ er altijd het zwijgen toe. Nou ja, een beetje pruttelen voor de Bühne, zoals Rutte doet, die vervolgens uit het zicht van de burger precies doet wat de EU of Mutti Merkel van hem vragen.
Ik ben het met Kasdorp eens dat de EU in haar huidige vorm ontbonden moet worden. En wat mij betreft vervangen door een serie redelijke verdragen, die de soevereiniteit van de natiestaten volledig intact laten. Verder afschaffing van de Euro en de EMU, want de Euro is, zoals Thatcher járen geleden al terecht opmerkte, een federatief Europa ‘via de achterdeur.
Voorlopig gaat dat allemaal niet gebeuren. We moeten dus hopen dat één van de grotere spelers in Europa de EU effectief gaat opblazen, Italië bijvoorbeeld. Van binnenuit zal de EU niet veranderen, want het hart van de EU, Brussel, is door en door verrot. Moreel, intellectueel, en ook qua daadkracht en empathie met de eigen, autochtone, bevolking. De EU is de ramp geworden die ik er al in zag voordat ze zelfs maar bestónd. Je kon het van een mijl afstand zien aankomen dat dit fout moest aflopen. Supranationale organisaties, zoals de VN en de EU, bergen van meet af aan een groot risico in zich dat ze uit de hand gaan lopen en de belangen van de individuele deelnemenden alleen maar gaan schaden.
Eu:titanic of fools
Get out,while you still can