DE WERELD NU

De drie wensen van de leugenpremier

vrijheid, Corona, sadistisch universum, regering van Nederland, leugenpremier, mensenrechten

Caroline reconstrueerde de wordingsgeschiedenis van de leugenpremier al in 2013. Met wie het meeste medelijden te hebben?

In een land hier niet eens zo ver vandaan, was er eens een jonge man die zijn bestaan had gebouwd op het verkopen van soep zonder ballen. En hoewel die jongen daar prima op zijn plaats was, en er van nature zeer voor geschikt was, droomde hij toch van andere dingen. De baas zou hij wel willen worden, dat leek hem wel wat. Maar ja, dromen, hoe werden die werkelijkheid?

En zo geviel het dat de jonge man eens op het strand liep te lopen en als gebruikelijk liep te dromen over het worden, nee het zijn, van de baas. Verveeld schopte hij hier en daar tegen een aangespoelde fles of schelp, want kwaad zou het wel niet kunnen, en ach, waarom ook niet? Kijk daar eens, dat was nog eens een mooie fles, een oude kruik bijna, dat zou een mooie klap geven, als hij die eens in zee zou trappen. De jonge man nam een stevige aanloop en zou al bijna geschopt hebben, als hij niet opeens uit de fles een stem gehoord had die hem smeekte niet te schoppen. Verbaasd pakte hij de fles op en keek erin. In de fles was een klein figuurtje te zien dat hem toe leek te spreken. Met zijn oor tegen de fles gedrukt, luisterde hij intens, enerzijds met de gedachte dat het toch niet mogelijk was, een sprekend figuurtje in een fles, maar anderzijds hoorde en zag hij het toch echt.

“Laat me eruit”, zei het figuurtje in de fles, “laat me eruit, en ik zal drie wensen, en het geeft niet wat, van je vervullen.”

“Zo, en dat moet ik geloven?”, vroeg de jonge man.

“Ja, want wat heb je te verliezen, anders dan dat je me bevrijd hebt van een vreselijk lot dat ik al eeuwen draag? Als je me dan al niet uit winstbejag bevrijdt, doe het dan uit goedheid.”

En omdat de jonge man nog een eenvoudige soep zonder ballen verkoper was, was zijn hart nog zacht. En omdat het figuurtje klein genoeg leek om desnoods weer terug te stoppen in de fles, trok hij de stop er zonder verder dralen uit.

Woejizzzzzzzzzzzzz, en opeens stond daar een enorme reus voor de neus van de jonge man. “Dank, dank, duizendmaal dank”, baste de reus, “en kom nu maar op met je drie wensen, want beloofd is beloofd en belofte maakt schuld, en ik zeg je van te voren maar dat je dat beter in je oren kunt knopen”.

“Dat zal ik doen, dat beloof ik”, zei de toch wat geschrokken jonge man, en misschien was het die schrik wel die maakte dat hij zijn eerste wens wat verkeerd formuleerde, en wenste niet de baas te worden, maar de premier van het land. “Jouw wens, die ik eerlijk gezegd niet helemaal begrijp, die zal vervuld worden. Wil je eerst nog wat levenswijsheid opdoen, of liever zo snel mogelijk?”

“Als het niet telt als aparte wens, dan liefst maar zo snel mogelijk”.

Woejizzzzzzzzzzzz. En met een donderend geraas stortte het kabinet in met een zo harde klap en een zo luid gerinkel dat het op het strand te horen was. Later zou nog menig politiek analist zich het hoofd breken over het hoe en waarom, maar dat was later en dus van later zorg. De jonge man bedankte de reus, en ging spoorslags richting regeringscentrum om het premierschap te aanvaarden. Het “Pas op met wat je wenst” van de reus verwaaide in de wind en de jonge man hoorde het niet eens meer.

Premier dus en dat hij daartoe zonder moeite te hoeven doen tot lijsttrekker van een voorop lopende partij werd aangewezen en zijn verkiezingscampagne een succesvolle was, verraste hem niet, want dat zat nu eenmaal bij zijn wens inbegrepen.

Op de uitslagenavond was het feest, en zijn aanvaardingstoespraak was even geestig als deemoedig als recht doende aan al die mensen die het samen met hem toch maar voor elkaar hadden gekregen. Het ene na het andere glas werd geheven en het behoeft geen betoog dat de jonge man al snel het idee kreeg er eens een schep bovenop te doen. En dat deed hij, en helaas, hij deed een beetje dom: want wat deed hij, hij wenste dat zijn politieke vrienden en vijanden hem altijd zouden zien als een eerlijke vent met wie goed zaken te doen zou zijn, en dat als hij ooit zou liegen, ze dat aan hem zouden zien, want zo wisten ze dan altijd dat hij zei wat hij meende, en meende wat hij zei. Want ja, is de wijn eenmaal in de man, dan zit de wijsheid in de kan, en is de geest uit de fles, dan doe je er niets meer aan. Maar dat bedacht de jonge man dus allemaal te laat.

Kabinetsformatie2021 - leugenpremier politiek dood - Veren Of Lood

Woejizzzzzzzzzzzz, en een lichte tinteling in zijn neus zoals hij nog nooit eerder gevoeld had, deden de jonge man zijn blunder beseffen. In de spiegels bij de toiletten bekeek hij zich van alle kanten, en verdraaid, zijn neus leek inderdaad anders dan anders. Niet veel, maar dat er iets anders was, dat was duidelijk. Hij kneep er in en kneedde, en duwde daarna zijn neus zo stevig mogelijk naar achter, en de dop leek even te houden, maar plopte al heel snel weer op zijn oude nieuwe plaats. Bovendien zag het er nog gekker uit, een van het knijpen en kneden rood geworden neus met een ingedrukte dop dan eentje die hooguit ietsje langer was. Ach, wat een ellende, en wat zou ik graag weten hoe ik hier weer van af kan komen, want als politicus en staatsman kan ik zo een neus niet gebruiken, zo wenste zich de jongeman.

Woejizzzzzzzzzzzz, “Je kan hier van afkomen door je tweede wens ongewenst te wensen, tenminste dat had je kunnen doen als dit antwoord niet de vervulling van je derde wens geweest zou zijn, en je dus nog een wens te wensen zou hebben gehad. Een beetje minder loslippigheid en een beetje preciezer formuleren had veel ellende kunnen voorkomen” zo baste een bekende basstem uit het niets.

“Hoho, dat gaat zomaar niet, en ik heb je toch bevrijd en mag ik echt niet nog één wens, want die laatste, die telt toch eigenlijk niet als zelfstandige wens, wel?”

“Jawel, en misschien is dat eigenlijk wel zo goed want of je wordt de eerlijkste premier die dit land ooit gehad heeft, of je wordt de Pinokkio van het land die zich al snel nergens meer met goed fatsoen kan vertonen, want jouw neus die kan wel langer worden, maar niet korter. Als gezegd, je moet echt een beetje preciezer leren formuleren. Aan jou de keuze, en ik ga er weer van tussen, want ik heb gedaan wat ik beloofd heb, en ben nu dus werkelijk vrij om te gaan en te staan waar ik wil. En hoewel ik mijn woord gehouden heb, ben ik van nature geen goede geest, dus wees zo verstandig me verder met rust te laten en niet meer op te roepen, want dan is die neus al snel nog de minste van je problemen, tabee en de groeten.”

Woejizzzzzzzzzzzz

Verbijsterd en verslagen en in het besef voor de belangrijkste keuze in zijn carrière te staan, slaakte de jonge man een diepe en tevens zijn eerste staatsmannelijke zucht en opende de deur van het toilet om zich weer in het feestgedruis van hossende partijgenoten te storten.

Het volk ging in ieder geval een vrolijke tijd tegemoet, maar of dat was vanwege het eerlijke bewind van de premier dan wel diens lachwekkend lange neus, dat vermeldt deze ware geschiedenis niet.


Dit sprookje werd al in 2013 geschreven, en is toen gepubliceerd bij Joost Niemöller, maar daar staat het niet meer (we konden het er iig niet meer vinden).


Meer van Caroline vindt u hier.

De leugenpremier  hebben we vaker benoemd voor wat hij is.

3 reacties

  1. Caroline schreef:

    Sprookje is uit 2013.

  2. Bas schreef:

    Met wie het meeste medelijden te hebben? Met ons, de burgers. Bestuurd door kwaadaardig incompetente corrupte narcisten.

  3. Thomas schreef:

    Caroline heeft een meer dan uitstekende en vooruitziende neus voor politiek.