Brussel Halle Vilvoorde
Tientallen jaren al speelt er een praktisch onoplosbaar taalprobleem in de Brusselse agglomeratie. De kwestie Brussel Halle Vilvoorde.
Brussel is officieel tweetalig maar in de praktijk Franstalig. De stad ligt in Vlaanderen en als haar inwoners er voor kozen om ‘buiten te gaan wonen’ kwamen ze daarom automatisch in Nederlands sprekende gemeenten terecht. Die gemeenten veranderden daardoor langzaam maar zeker van karakter. Door de influx van forensen zijn zij qua inwoners intussen in meerderheid Franstalig geworden en in het kader van een aantal compromissen hebben die nieuwe inwoners daarvoor in de loop der jaren ‘faciliteiten’ gekregen. Dat wil zeggen dat de taalwetten anders worden toegepast dan in de grondwet is voorzien. Men mag daar bijvoorbeeld stemmen op partijen die eigenlijk uit de francofonie stammen en die in Vlaanderen niet staan ingeschreven.
Zoals te begrijpen valt, pakt men in plaats van de toegereikte vinger daar de hele hand. Men noemt het ondemocratisch als er in die dorpen en stadjes met hun inmiddels Franssprekende meerderheid niet alles in het Frans kan worden afgedaan. Dat spitste zich toe op de benoeming van de burgemeesters. Die benoeming is een kwestie van de Vlaamse regering en die weigert mensen te benoemen die niet Nederlandstalig zijn. De gemeenteraden stellen francofone mensen uit hun midden aan en die moeten het vervolgens zonder officiële benoeming en zonder salaris en andere arbeidsvoorwaarden doen.
Een andere acuut probleem zijn de scholen die nu in plaats van faciliteiten voor Franstaligen te bieden in de praktijk gewoon Franstalig zijn geworden zodat het tegenwoordig de autochtone Vlamingen zijn die naar elders moeten uitwijken. Praktisch gesproken verfransen de randgemeenten zonder dat de Vlaamse regio daar de consequentie uit wil trekken om het betrokken gebied aan Brussel af te staan.
De Belgische rechter heeft al in een grijs verleden een arrest gewezen waarbij is besloten dat er nu geen legale verkiezingen meer kunnen worden gehouden zonder een hervorming van het kiesdistrict Brussel Halle Vilvoorde en daarvoor lag er een wetsvoorstel bij de Kamer. Een Vlaamse meerderheid zou het voorstel kunnen doordrukken maar dat betekende de val van het regerende tweetalige kabinet en de onmogelijkheid om tot een nieuwe regering te vormen met Francofone en Vlaamse partijen. Het maakte België praktisch onregeerbaar en dreigde het land in een splitsing te duwen.
Jean-Luc Dehaene heeft nog even geprobeerd een nieuw compromis uit te werken maar hij heeft die opdracht snel weer teruggegeven Zijn voorstel was geheim maar uitgelekt en zoals te verwachten was ging het voor de Francofonen niet ver genoeg en voor de Vlamingen te ver. Toenmalig premier Leterme leek niet in staat om op basis van het compromis van Dehaene een oplossing binnen zijn regering te vinden. Maar België werd EU voorzitter en om dat voorzitterschap zonder meerderheid in het parlement en in het kabinet te moeten vervullen leek Leterme al te bezwaarlijk. Een uitsluitend Vlaamse federale regering tot er nieuwe verkiezingen kwamen leek het enige alternatief voor een regeling waarbij de randgemeenten werden overgedragen aan de Francofonie.
De Vlaamse socialisten hadden bij een eerdere gelegenheid al laten weten aan zo’n Vlaamse oplossing alleen mee te willen werken als het verkiezingsprogramma waarop zij bij de vorige verkiezingen verloren hadden alsnog zou worden uitgevoerd, zodat er ook langs die kant een blokkade lag. De bevolking haalde intussen de schouders op en vond het een probleem van de politici, waar ze weinig begrip voor konden opbrengen. Men eiste dat er geregeerd werd.
U ziet het, het kan allemaal nog veel rommeliger dan in Nederland.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp