Aso-politiek van de leden der Tweede Kamer
Een meerderheid in de Tweede Kamer vond een paar jaar geleden dat de artsen van de bloedbank onethisch handelden door homo’s af te wijzen als bloeddonoren.
Artsen doen dat, omdat de ervaring hun heeft geleerd dat homo’s honderd keer zo vaak met een onontdekte en ook niet meteen op te sporen HIV-infectie rondlopen dan hetero’s. Dat is een feitelijk en geen normatief gegeven. Artsen moeten dan een afweging maken: wat is het grootste kwaad? Onschuldige bloedtransfusie patiënten aan een gevaar bloot stellen of een bevolkingsgroep discrimineren, maar buiten de publiciteit en zonder kwaadaardige bedoeling.
Rationele en ethische artsen zouden in mijn ogen onverantwoordelijk handelen als ze het anders deden. Gelukkig waren ze ook niet van plan om hun handelswijze op verzoek van een Kamermeerderheid aan te gaan passen. Een mevrouw uit die Tweede Kamer, die over het onderwerp geïnterviewd werd, vond dat, als maar vast stond dat de homo in kwestie een monogaam leven leidde, hij net zo behandeld hoorde te worden als een willekeurige hetero. Het ging om promiscuïteit en niet om homo of hetero zijn.
Hoe je vast moet stellen of iemand monogaam leeft en of hij formulieren naar waarheid invult, zei ze er niet bij. Over het leefgedrag van hun partners weten donoren niet altijd alles.
Onzin allemaal natuurlijk. Een bloedbank kan nu eenmaal niet alleen afgaan op wat mensen invullen op een formuliertje. De statistieken liegen niet, tenminste niet als zij door bèta’s wordt toegepast, die weten wat ze doen. Wanneer artsen ervaren dat homo’s een gevaar zijn voor de bloedbank, ondanks hun pogingen om via de gevraagde informatie de risicogevallen uit te sluiten, dan rest alleen het uitsluiten van de bevolkingsgroep. Parlementariërs die daar anders over denken zou ik niet in mijn partij willen hebben.
Zoiets vreemds als een Kamermeerderheid die wil dat de bloedbank homobloed accepteert op dezelfde voet als het bloed van hetero’s, dat kan eigenlijk maar een ding betekenen: de meerderheid van de Kamer treedt hier eigenlijk niet op in het belang van de homo’s maar bestrijdt haar eigen verborgen discriminatie. Ze willen gewoon niet weten dat ze eigenlijk net zo anti-homo zijn als Poetin en schreeuwen als het ware over dat gevoel heen.
Wie zich niet door dit verkeerde soort emoties op sleeptouw laat nemen, komt er niet om heen: het is de plicht van de bloedbank om de risico’s voor de patiënten te minimaliseren. Homo’s die daar aanstoot aan nemen zijn aso’s en Kamerleden die hun daarbij steunen zijn onethisch bezig.
Dit artikel over aso-politiek in de Tweede kamer verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Meer over het reilen en zeilen van de Tweede Kamer vindt u hier.
Dit is typisch een gevalletje GL/D66 deugscoren. De discriminatiekwestie speelde ook in 2018 al jaren. Zo vond ik een vraag van het mij verder onbekende kamerlid Voortman (GL) uit 2010. Ook het superdeugende EUP houdt zich er nadrukkelijk mee bezig. Dit soort deuggedrag is natuurlijk levensgevaarlijk. Het geeft aan dat het deugen onder het inroepen van bepaalde mantra’s bij GL/D66 hoger in het vaandel staat dan het verstandig mijden van risico’s, ook als die risico’s vooral anderen betreft. Dat is uiterst laakbaar gedrag, maar op politiek niveau mag dat, zij het binnen bepaalde grenzen. Om binnen die grenzen te bljiven wordt het betreffende gelijkheidsprobleem verpakt als ongekwalificeerde ideaal. Het specifieke probleem dat bij bloeddonoren homo’s gemeden worden, die zich vervolgens uiterst verongelijkt gediscrimineerd voelen, wordt niet steeds bij name genoemd. Totdat de tijdgeest er rijp voor is en dan wordt de waanzin bloot gelegd. Kasdorp is jurist en kan dat als geen ander. Maar hij heeft wel een erg hoge pet op van beta’s: “De statistieken liegen niet, tenminste niet als zij door bèta’s wordt toegepast, die weten wat ze doen.” Dat hangt volgens mij erg af van het onderwerp. Er zijn namelijk “lies, damned lies, and statistics”. Ook Maurice de Hond heeft dat laten zien aan de hand van het Ro getal. Als je na een superspread event een soort gemiddelde neemt en daar je model op baseert dan lijkt een pandemie vele malen erger dan deze in werkelijk is. En het verhult tevens de rol van superspreading en de mechanismes die erachter schuil gaan. Een beter voorbeeld van een “verdraaide leugen” is er in de recente geschiedenis niet te vinden. De Wageningse beta’s (dierenhoudkundige epidemiologen) bij het RIVM zijn er met open ogen ingetuind. Of overdrijf ik nu?
@BegrensEuropa!
Over Linda Voortman zijn veel boeiende verhalen te vertellen, maar niets wat vrolijk stemt. Uw redenatie er na ziet er redelijk uit, maar het is voor mij op het moment te laat er degelijk ober na te denken.