Marjolijn, tegenwoordig ook wel Maxime Februari, heet eigenlijk Drenth von Februar. Februar is Duits en von is Duitse adel. Beide signalen wil ze kennelijk verbergen. Maar op de achtergrond is die adel er wel. Het schelden en roepen naar anderen, wat zo veel Nederlandse columnisten en stukjesschrijvers doen, dat zie je bij hem/haar niet. Als hij kritiek heeft op iemand dan wordt die fraai verpakt en ingeleid; in plaats van zijn mening in te wrijven laat hij waar mogelijk de feiten voor zich zelf spreken.
Wanneer een commissie naar aanleiding van de toegenomen populariteit van het categorale gymnasium de opmerking lanceert dat dit “paradoxaal tot gevolg heeft gehad dat het niveau achteruit is gegaan”, dan merkt hij daarover op dat als meer mensen mogen meedoen met hoogspringen dan alleen de allerbesten, dat dan de lat omlaag moet. Dat leek hem logisch en hij had gelijk.
Als ik zoiets lees in de krant als het advies van deze commissie om de klassieke proefvertalingen af te schaffen, dan vertel ik daarover verontwaardigd aan mijn vrouw. Ik gebruik daarbij geen scheldwoorden, maar de toon waarop ik het zeg is wel een scheldtoon. Dat is Nederlands, denk ik dan. Mijn vrouw, die een Duitse moeder had, doet het in elk geval nooit.
Februari leidde zijn kritiek op het moderne gymnasium in met een beschouwing over de ablativus absolutus. Dat is een Latijnse stijlvorm waarbij een zelfstandig naamwoord en een werkwoordvorm apart gezet worden, die dan tezamen allerhande betekenissen kunnen hebben waarvan de juiste vaak alleen uit de context blijkt. Het is heel kernachtig en moet in een vertaling meestal met een uitgebreide bijzin worden weergegeven. Beroemd is de ablativus absolutus die als titel boven dit stukje staat.
Tussen Rome en Carthago dreigde oorlog, ongeveer als hier in Europa in de laatste maanden voor de eerste wereldoorlog. Saguntum lag binnen de invloedsfeer van Carthago maar gold als vriend van Rome. Saguntum werd bedreigd. Troepen erheen sturen ter bescherming betekende een oorlogsverklaring, maar Saguntum laten vallen was gezichtsverlies. Terecht delibereerde de Senaat intensief want de consequenties waren zwaar, wat ook de keus zou zijn. Maar terwijl het overleg in de Senaat nog aan de gang was veroverde Hannibal Saguntum.
Van dit voorbeeld van de ablativus absolutus dat algemeen aan Livius wordt toegeschreven, maar dat in het bewaard gebleven werk van de schrijver niet is terug te vinden, worden twee verschillende versies aangetroffen. De een is als hierboven weergegeven ‘Senatu deliberante Saguntum periit.’ De ander ‘Senatu deliberante perit Saguntum’ De woordverwisseling in een zin kan in het Latijn zonder problemen. Maar waarom in de laatste versie de tegenwoordige tijd en in de andere het perfectum? Wel, simpel, het klinkt beter. Probeer het maar uit.
Nog een vraag die me gesteld werd bij het lezen van een van de stukjes van Februari. Wat is het naaste familielid van een vrouw? Haar man, haar moeder, haar kinderen of haar broers en zusters? Dat hangt ervan af. Als ze één kind heeft dan is dat haar naaste familielid en als ze een jongen heeft en een meisje dan is het haar dochter. Kinderen beginnen hun leven als onderdeel van een vrouw en dichterbij kun je nooit komen. Als een jongen later trouwt dan kiest die voor zijn vrouw maar een dochter blijft na haar trouwen dichterbij haar moeder. Toen Februar het over haar naaste familielid had bedoelde ze een dochter van zes. Het was haar wens dat we daar zelf uit zouden komen en dat vond ik aardig.
Deze overpeinzing over je naasten verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Meer gedachten over onze naasten vindt u hier op Veren of Lood.
De stukjes van Kasdorp helpen soms de eruditie, voorzover daar sprake van is, wat op te vijzelen. Ik weet nu wie Maxime Februari is (winnaar P.C. Hooft-prijs 2020, nog uit te reiken) en dat een ablativus absolutus zo heet (kennelijk iets waar successieve leraren latijn ons niet mee wilden vermoeien, terwijl het toch één van die uitzonderlijkheden is waardoor latijn zo’n prachtige ultracompacte taal is). Het hoofdthema van Kasdorp’s stukje is ‘naaste’, geen onbelangrijk onderwerp gezien het belang dat eraan gehecht wordt in ‘het grote gebod’, alsmede de link daardoor met Leviticus, de joodse en christelijke ethiek, en dus de naoorlogse mensenrechten, die de laatste decennia ondergraven worden door de enorme volksstammen die kennelijk de voorkeur geven aan totalitair collectivisme met alle problemen vandien. Bij het toekeren van de andere wang zijn inmiddels zoveel doden gevallen dat het toch noodzakelijk blijkt te zijn ons te weer te stellen.
Voor normale mensen, betekent ‘naasten’ : [zorgen voor] de mensen die het dichtst bij je zijn.
Voor socialisten, betekent ‘naasten’ : iedereen onteigenen; maar zelf machtig worden.