DE WERELD NU

Tijden veranderen – het gaat nu sneller

tijden veranderen

Toon Kasdorp over hoe de tijden veranderen, en de eisen aan mensen er eigenlijk achterheen lopen.

Toen ik in de zestiger jaren nog op de universiteit werkte als assistent en medewerker, schreef ik mijn stukjes vlugger dan de meesten. Een week of drie en dan had ik er wel een klaar. Meestal diende mijn schrijfsel als ruw materiaal voor een veel beter stuk van een van mijn hoogleraren, maar ook tegen die achtergrond was ik best een snelle werker.

Tegenwoordig kost zoiets me een halve dag en als het om iets gaat wat ik al eens eerder geschreven heb kan ik het nog vlugger. Ik ga achter mijn computer zitten en het rolt er zo uit. Hoe dat precies werkt weet ik niet. Het is als een soort gesprek dat ik voer met mezelf. Ik beweer iets en kijk dan even of ik het daar mee eens ben. Soms niet helemaal en dan schrijf ik er een antwoord op of pas ik wat ik eerder geschreven heb aan. Als ik op iets stuit wat ik niet goed weet, ga ik naar mijn eigen bibliotheek ik google het op het internet.

Vroeger ging je voor je research naar de Universiteitsbibliotheek, of naar de Handels-Economische op de Keizersgracht en dat kostte tijd. Naar het IBDB ging iedereen pas weer nadat het verhuisd was naar de Muiderpoort en het register weer op orde was gekomen. Een eerdere bibliothecaris had dat in het honderd laten lopen door de boeken naast elkaar te zetten op formaat en kleur. Dat vond zij mooier staan en het scheelde flink in de ruimte.

Gelukkig had je als medewerker op de universiteit alle tijd van de wereld en deed het er niet zo veel toe hoe lang je ergens over deed. Later in het bedrijfsleven was dat anders. Maar daar waren academici in mijn vak toen nog een uitzondering. Als jochie van in de twintig werd ik daar met respect behandeld en ik kon er mijn eigen normen stellen. Foute boel natuurlijk, maar voor mij was het wel prettig. Pas toen ik zelf verantwoordelijk werd voor een stel medewerkers heb ik mezelf de discipline aangeleerd die ik van die andere mensen eiste.


Deze column verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp