Gezondheidszorg – bureaucratie in ziekenhuizen
Een jaar of acht geleden was ik bij een symposium in den Haag, waarin afscheid genomen werd van een door mij gewaardeerde ambtenaar uit de gezondheidszorg.
Ik heb in de vorige eeuw tien jaar in het bestuur gezeten van een grote medisch-charitatieve instelling en toen regelmatig met ambtenaren uit de medische sector van doen gehad. Veel van die mensen waren bij het afscheid aanwezig. Ik kon tot mijn genoegen vaststellen dat er in die wereld weinig verandert. Nog steeds hetzelfde soort mensen. Vriendelijk, welwillend, maar slecht op de hoogte, van wat er in de zorg gebeurt.
De vertrekkende man werd toegesproken door de voorzitter van de Raad en door een aantal leden met wie hij had samengewerkt in zijn carrière en zo te horen was men over het werk van de betrokkene tevreden geweest. Dat maakte dat er een plezierige en welwillende stemming was onder de aanwezigen en ik denk niet dat het veel van de aanwezigen zal zijn opgevallen hoe vreemd veel van wat zij zeiden overkwam op een buitenstaander.
Een van de hooggeleerde sprekers vroeg aandacht voor het merkwaardige fenomeen dat bij enquêtes steeds weer bleek dat de mensen in Nederland tevreden waren over de zorg die zij ontvingen van artsen en zorginstellingen maar heel ontevreden over het systeem waarin de zorg werd verstrekt en dus over het bestuur van de gezondheidszorg, de governance. Dat was tien jaar geleden zo, zei hij, en dat is nog steeds zo, terwijl er in die tussentijd toch wel erg veel veranderd is in het systeem. En toch, laten we wel wezen, tevredenheid over het een kan niet blijvend samengaan met ontevredenheid over het ander!
Dat betekent dus, vervolgde hij, dat het aan ons niet liggen kan en dat het onverstandig zou zijn om ons van die kritiek veel aan te trekken. Waarschijnlijk is er hier sprake van een hetze van de pers die een ontevredenheid construeert en er dan een instemming van het publiek bij creëert door de kritiek maar vaak genoeg te herhalen.
Ik schoot in de lach toen ik dat hoorde en werd daar door de spreker en anderen in mijn omgeving verbaasd voor aangekeken. De logica van het betoog ontging me, maar de man was kennelijk oprecht overtuigd van de juistheid van zijn redenering.
Ik heb ooit een dag of tien in een ziekenhuis gelegen en deed daar de ervaring op die vrijwel iedereen volgens de enquêtes in de Nederlandse gezondheidszorg opdoet. De mensen die er werken zijn welwillend en doen erg hun best. De sfeer is plezierig, maar de organisatie deugt van geen kanten. Dat kan dus prima samengaan en dat men dat op ministeries en bij de adviesraden niet begrijpen kan, ligt aan die mensen daar. Die komen kennelijk nooit in ziekenhuizen of bejaardenoorden en waar hun adviezen en beleid op gebaseerd zijn is dan ook een raadsel. Het is niet moeilijk om een reeks gebreken in de gezondheidszorg op te noemen die al decennia bestaan en waar nooit wat aan gedaan is.
Nederland, een klein land met korte en goede verbindingen, zou evident beter af zijn met gespecialiseerde klinieken dan met grote algemene ziekenhuizen. Neem bijvoorbeeld het absurde fenomeen dat operaties en bevallingen plaats vinden in de meest sceptische omgeving die er te vinden is, in algemene ziekenhuizen, in plaats van in aparte klinieken waar men ziekenhuisbacteriën buiten de deur kan houden.
Of, om een triviaal voorbeeld te geven, het fenomeen dat het alarm van een infuus alleen in de kamer van de patiënt afgaat wanneer het zakje leeg is of hij per ongeluk op het slangetje is gaan liggen, zodat de doorstroming stopt. Dat alarm is door de verpleging niet te horen. Wordt er door een van de medepatiënten gebeld om te waarschuwen, dan kan het twintig minuten duren voor er iemand komt. Wie er even over nadenkt ziet dat dit gemakkelijk te voorkomen zou zijn, maar het gebeurt niet.
Wie in het ziekenhuis ligt en bij toeval al een afspraak had in hetzelfde ziekenhuis die eerder gemaakt was, ziet zijn afspraak door de verpleging afgezegd. Niet omdat het moeilijk zou zijn om de patiënt naar de betreffende poli te brengen, maar omdat de afspraak waar men vanuit het ziekenhuis naar toegaat dan niet meer vergoed zou worden door de verzekering. Die viel dan onder de DBC waarvoor men was opgenomen. Dit zijn drie willekeurige voorbeelden, maar de organisatie van de zorg zit er vol mee. Die is niet gericht op de patiënt en waar wel op is een raadsel.
Dat de mensen dus ondanks alle wijzigingen weinig op hebben met het systeem van de gezondheidszorg zou niemand moeten verbazen die er als patiënt of als gezondheidsprofessional mee te maken heeft. Artsen en verplegend personeel doen hun best en dat wordt door de patiënten gewaardeerd. Maar dat er op grond van de gebreken in de organisatie onnodig veel doden vallen is evident.
Ook is het in het algemeen onverstandig om ontevredenheid in de samenleving toe te schrijven aan kwade krachten die naar believen de mening van het volk zouden kunnen manipuleren. Kennelijk gaat het bij de ontevredenheid over de zorg om informatie die in Den Haag niet doorkomt en die men ook niet probeert te verzamelen als men daar beleidsnota’s schrijft. De aandacht van al die vriendelijke mensen op het symposium was naar binnen gericht, maar dat is iets dat kennelijk alleen aan buitenstaanders opvalt.
Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp
Zeer waar.
De ziekenhuizen lijken een teveel aan ‘managers’ en ‘consultants’ te hebben, tegen buitengewoon riante vergoedingen, maar een tekort aan (deskundige) ‘handen aan het bed’.
Zelf helaas moeten constateren bij een verpleeghuis dat er op iedere verdieping voor iedere vleugel (van nog geen 20 kamers) een aparte manager was, maar ook slechts 1 personeelslid om de mensen echt te helpen.
Dus 3 verdiepingenx3 vleugels maakt 9 vleugelmanagers, plus een algemeen manager, met 12 personeelsleden, die dan ook de balie bemannen. Ik ben op een gegeven moment maar buiten gaan staan om even af te koelen, want ik kan er echt niet bij en begon me enorm op te winden over de situatie van mijn grootmoeder. en dat lag echt niet aan het personeel, dat is welwillend genoeg, maar loopt zich de benen uit hun gat.
Overigens zie je exact dezelfde gang van zaken ook in ziekenhuizen.
kan geen 2 afspraken op 1 dag plannen, want dat vindt de verzekering niet goed. Kan als ik er ben voor A niet ook voor B worden behandeld, etc etc.
Als de mensen op het ministerie het probleem niet snappen zouden ze eens een maandje mee moeten draaien als vrijwilliger op de werkvloer. Daarna snappen ze het heel erg goed. Als ze het tenminste een maand volhouden, wat ik betwijfel.