Johan Cruijff
Johan Cruijff fascineerde me, al sinds de jaren dat hij zich voorbereidde op een vertrek naar Barcelona, toen ik met hem te maken kreeg via zijn schoonvader. Je komt zelden iemand tegen die zo volledig op zijn intuïtie vaart als hij. Dat deed hij niet alleen in het voetbal maar kennelijk ook in het dagelijks leven en voor mensen die met hem moeten verkeren in een organisatorisch verband lijkt me zoiets een ramp.
Hij kwam in die tijd nooit afspraken na en hij hield zich niet aan regels. Hij keek niet naar het verleden en vergat de dingen weer even gemakkelijk als hij ze zei. Hij keek alleen naar het moment, bezag ieder probleem ‘holistisch’ en was in een oogwenk absoluut overtuigd van de enig mogelijke oplossing.
Op het voetbalveld of slagveld is dat niet zo’n slechte eigenschap. Er zijn oorlogen verloren omdat veldheren situaties probeerden te analyseren en niet in de gaten hielden wat er voor hun neus gebeurde. Dat zou Johan niet vlug gebeuren en zijn inzichten in het hier en nu klopten meestal wel. Maar je moest geen afspraken met hem maken en hem ook niet neer zetten op een plaats waar hij mensen aan zou moeten sturen die hij niet onmiddellijk onder handbereik had. Werken met blauwdrukken en organisatieschema’s was niet zijn stiel, aan abstraheren deed hij niet.
Om hem in een collegiaal gremium neer te zetten, wat een raad van commissarissen nu eenmaal is, was geen zinnige gedachte, ik weet niet wie dat bedacht heeft. Daar had een vertrouwensman van hem moeten zitten, Keje Molenaar bijvoorbeeld. Een goede voetballer en ook nog advocaat en daarom waarschijnlijk op zijn plaats als commissaris in een voetbal NV. Cruijff had les moeten geven aan de trainers van Ajax en zich zelf met de jeugdopleiding moeten bemoeien, maar wie hem een plaats gaf in het bestuurlijke vergadercircuit was niet goed bij zijn hoofd.
Van Gaal daarentegen is de organisatie man bij uitstek, op voorwaarde natuurlijk dat hij de baas is en iedereen naar hem luistert. Hij komt altijd zijn afspraken na; hij is honderd procent betrouwbaar. Hij heeft geen gemene streken, die Johan zo nu en dan wel had, en hij verkoopt ook geen onzin. Hij is minder geniaal, zoals wij qua voetbal allemaal minder geniaal zijn dan Johan Cruijff, maar als directeur van een voetbal club zou ik altijd aan hem de voorkeur geven.
In Nederland bestaat een ziekelijke verering voor Johan Cruijff. De man kon goed voetballen, dat is waar en ook als voetbaltrainer stak hij ver boven het gemiddelde uit. Maar als mens viel het allemaal nogal tegen en ik zou om die reden nooit een stadion naar de man noemen. Ik heb hem een tijdlang meegemaakt toen hij zich voorbereidde op een verhuizing naar Spanje. Toegegeven, hij was nog erg jong toen en hij zal wel knap zenuwachtig zijn geweest, maar hij gedroeg zich als een verwend kind en een verschrikkelijk eigenwijs verwend kind bovendien.
Waarom Frits Barend zo idolaat van hem is begrijp ik niet. Goede voetballers hebben we hier wel meer gehad. Abe Lenstra bijvoorbeeld, waar wel een stadion naar genoemd is en Marco van Basten die het zonder zo ’n vernoeming moet stellen. Zo belangrijk is het allemaal niet.
Is het U trouwens wel eens opgevallen dat de profielen van een goede voetballer en een geslaagde crimineel elkaar niet zo veel ontlopen? Verbaasde het U dat een uit Nederland gevluchte crimineel bij een beroemde voetballer in Spanje onderdak kreeg? Mij niet.
Johan Cruijff was een fenomeen. Het is gevaarlijk hem als voorbeeld te nemen in de discussie over wat een betere trainer oplevert, een professionele opleiding of ervaring als topvoetballer.
Laten we om te beginnen vast stellen dat allebei zijn nut heeft, de opleiding als trainer en de ervaring als topvoetballer. Maar in de eerste plaats heeft een trainer aanleg nodig voor zijn vak. Er zijn eigenschappen voor nodig die wel ontwikkeld kunnen worden maar die goeddeels zijn aangeboren. Intelligentie is er een. Lang niet alle topvoetballers hebben dat. Overwicht op spelers, rust en evenwicht in de omgang met mensen, goede zenuwen. Mentale hardheid en politiek inzicht heb je ook nodig als trainer, wil je lang genoeg overleven in die wereld om je kunsten te kunnen vertonen. Je kunt technisch een goede voetballer zijn geweest, die gehoorzaam deed wat de trainer hem had opgedragen, goed passend in het team, maar met strategisch inzicht nul. Met zo’n ex-voetballer wordt het nooit wat als trainer.
Johan was goed als voetballer en als trainer en hij heeft nauwelijks opleiding gehad in dat vak. Dat hij goed was kan objectief worden aangetoond. Alle ploegen waar hij in speelde of die hij trainde presteerden beter met hem dan zonder hem. Kijk het maar na. Toch was hij geen goed voorbeeld voor trainers en je moest ook niet alles geloven wat hij over dat onderwerp te vertellen had. Hij was een intrigant en kletste vaak maar wat hem voor de mond kwam. Iedereen slikte het voor zoete koek omdat het Johan was.
De man was een voetbalgenie en deed het op zijn talent en zijn intuïtie en dat hebben anderen niet, niet zoals hij in elk geval. Behalve Johan zijn eigenlijk alle goede trainers in Nederland subtoppers geweest als voetballers. In Duitsland geldt hetzelfde. Alleen Beckenbauer was als voetballer en trainer in de verte vergelijkbaar en bovendien is dat een heer. Ook hij heeft het in beide categorieën helemaal gemaakt, maar verder niemand van de Duitse Weltmeisterteams.
Statistisch lijkt het dus of je beter geen topvoetballer, maar liever goede middenmoter kunt zijn geweest, maar dat is natuurlijk ook weer niet zo. Er zijn nu eenmaal maar heel weinig topvoetballers en iedereen die in de eredivisie speelt is minimaal een middenmoter.
De beste trainers, lijkt het, zijn de ex-voetballers met een hoop spelinzicht, een goede trainersopleiding en een behoorlijke ervaring in het vak. Niet zo vreemd eigenlijk. De proof of the pie is in de eating, je presteert of je presteert niet. Dat is het mooie van spelers en trainers. Voor journalisten geldt dat niet. Die worden gelezen omdat men de krant toch heeft of omdat je ze op de televisie erbij krijgt als je naar een wedstrijd wilt kijken. Verstand van voetbal is geen onontbeerlijke eigenschap voor een reporter en wat voor dat vak wel onontbeerlijk is weet ik eigenlijk niet.
Ze worden door spelers en trainers naar de mond gepraat, omdat het vele geld dat verbonden is aan de publiciteit alleen via de media is te bereiken. Voetbaljournalisten menen daarom recht te hebben op de egards van iedereen en zijn woedend als ze door sommige trainers zo nu en dan niet au serieux worden genomen. Van Gaal is een bekend voorbeeld. De man is onmiskenbaar oprecht, een zeldzame eigenschap in het wereldje, want je koopt er weinig voor. Journalisten zouden daar blij mee moeten zijn want ze worden bij hem niet bedonderd of gebruikt en ze kunnen wat van hem leren. Zijn ze dat ook? Nee, natuurlijk niet. Ze vinden hem onbeleefd, alsof dat er iets toe zou doen, als ze hun vak serieus zouden nemen.
Wie Johan Cruijff onderdeel maakte van een vergader circuit was per definitie onverstandig bezig. ‘Cruijff had les moeten geven aan de trainers van Ajax en zich zelf met de jeugdopleiding moeten bemoeien, maar wie hem een plaats geeft in het bestuurlijke vergadercircuit is van God los’, schreef ik ooit. Alles wat daarna gebeurd is bevestigde die stelling. Herinnert U zich die affaire met de benoeming van een algemeen directeur bij Ajax? Daarbij had hij op twee punten gelijk.
In de eerste plaats dat een raad van commissarissen geen algemeen directeur hoort te benoemen zonder dat punt eerst op een vergadering te agenderen met een behoorlijke toelichting. En ook niet zonder alle leden van de raad de gelegenheid te geven zich erover uit te spreken. Natuurlijk was er een gevaar dat Johan de benoeming zou gaan saboteren, maar dan had men hem maar niet in de raad van commissarissen moeten benoemen. En als de voorzitter maatregelen wilde treffen om sabotage te voorkomen had hij het slimmer horen te pakken.
Beter zou naar mijn mening zijn geweest: eerst een vergadering waarvoor alle commissarissen werden opgeroepen en waar van te voren zou zijn aangekondigd dat de benoeming van een algemeen directeur op de agenda zou staan. In de toelichting had moeten staan dat die benoeming na het afzeggen van Van Basten heel urgent was geworden. Er waren allerlei achterstallige beslissingen op directieniveau. Hij zou er aan hebben kunnen toevoegen dat de zaak wegens de kwetsbaarheid mondeling zou worden behandeld onder strikte geheimhouding, om goede kandidaten niet af te schrikken. Een voorbereiding van de benoeming met Van Gaal zou hebben kunnen plaats vinden maar onder voorwaarde van een positief besluit van de Raad. Op de bewuste vergadering zou Cruijff wel of niet zijn verschenen. Als hij niet verschenen was had een benoeming of voordracht kunnen volgen keurig volgens de statuten, met eerst een bericht aan het niet aanwezige lid en dan pas een persconferentie. Als hij wel gekomen was dan was er eerst een discussie geweest en aan het eind een benoeming of een voordracht aan de algemene vergadering, al naar gelang van wat er daarover in de statuten staat. In beide gevallen met een duidelijke motivering waarom de haast en waarom de benoeming plaats vindt zonder de instemming van één van de commissarissen. Dat is dan wel de commissaris die de technische kant van de benoeming beter kan beoordelen dan alle andere tezamen, maar die nu eenmaal om persoonlijke redenen zich in dit geval beter buiten de zaak had kunnen houden.
Ook dan zou Johan buiten spel zijn gezet, maar volgens de regels. Dat dit onder de omstandigheden nodig kan zijn geweest staat voor mij wel vast, ondanks de tegenstand van de F-side en andere ‘organisatie deskundigen’ zoals bijvoorbeeld Jan Mulder. Niet omdat de raad v. commissarissen meer verstand zou hebben van voetbal dan Cruyff en ondanks dat de andere leden een korter verleden hebben bij Ajax. De NV Ajax moet bestuurd worden en de commissarissen hebben daarbij verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Dat kan niet anders. Dat neemt niet weg dat de manier waarop deze voorzitter het heeft aangepakt geen schoonheidsprijs verdient.
In de tweede plaats. Commissaris Davids heeft naar buiten gebracht dat Cruijff zich in de vergadering racistisch zou hebben uitgelaten. Desgevraagd werd dat door de voorzitter van de raad bevestigd, die er aan toevoegde dat Cruijff zich ook discriminerend had uitgelaten tegen het enige vrouwelijke lid van de Raad. Wat bleek?
Cruijff had in de vergadering bij herhaling de veronderstelling geuit dat Davids was benoemd vanwege zijn donkere huidskleur: “Jij zit hier alleen maar omdat je zwart bent.” En tegen Marjan Olfers zou hij mutatis mutandis hetzelfde hebben gezegd. Dat Olfers er alleen maar zou zitten vanwege haar achtergrond als accountant en haar grote voetbalkennis gelooft geen mens en dat Edgar Davids zwart is maakt hem meer representatief voor een deel van de spelers en van de achterban van Ajax. So what? Dat zijn goede redenen om iemand te benoemen als tenminste de noodzakelijke andere kwaliteiten ook aanwezig zijn. Over dat laatste mag Cruijff anders denken als hij wil en dat mag hij openlijk zeggen. Wie dat racistisch noemt is niet goed wijs of voelt de racist in zich zelf aangesproken door zo’n opmerking.
Kortom, ik vond die Steven Ten Have niet zo’n goede commissaris als hij werd aangekondigd en ook niet zo sociaal intelligent. En wat je verder ook tegen Cruijff mag hebben, die laatste move was een stoot onder de gordel. Jack van Gelder en Jan Mulder waren zo politiek correct dat ze hem afgevallen zijn juist op het punt waar ze hem hadden moeten verdedigen en dat is iets om treurig van te worden.
De ledenraad van Ajax verzocht de Raad van Commissarissen af te treden en de voorzitter Ten Have had geantwoord dat hij dit verzoek in beraad zou nemen.
Als hij verstandig was geweest had hij dit beraad laten duren tot het nieuwe bestuur met Van Gaal was geïnstalleerd, wat onder meer in had gehouden dat het besluit tot benoeming opnieuw had moeten worden genomen in een ordentelijke vergadering. Ordentelijk wil zeggen met een schriftelijke agenda waarop dat voorgenomen besluit staat vermeld met een toelichting. Die vergadering had tijdig moeten worden geconvoceerd cf de statuten en iedereen, inclusief Johan Cruijff, had moeten worden uitgenodigd. Deed de voorzitter het anders dan waren hij en zijn medecommissarissen aansprakelijk geworden voor de gevolgen en dat zou ik ze niet hebben aangeraden.
Dat vervolgens, nadat er een Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de NV bijeengeroepen was, de e.t. RVC vervangen had kunnen worden door een nieuwe is iets waar denk ik alle commissarissen halsreikend naar hadden uitgezien, want een pretje kan de situatie van dat moment onmogelijk voor ze geweest zijn.
De ledenraad had zich misschien van deskundige juridische adviseurs moeten voorzien. Het is duidelijk dat de omvorming van Ajax tot een NV een van de domste dingen is die de club ooit heeft gedaan. Maar zij is nu eenmaal een NV en bovendien beursgenoteerd. Dat brengt voor de commissarissen een aantal verplichtingen mee die ze niet zomaar naast zich neer kunnen leggen. De ledenraad heeft in die NV geen functie en het besluit dat die ledenraad nam was vennootschapsrechtelijk gesproken een slag in de lucht.
Natuurlijk is het belang van de club tevens een belang van de vennootschap en horen de commissarissen daar rekening mee te houden. Dat belang bracht mee dat Johan Cruijff qua voetbalkennis voor de club behouden zou blijven en dat hij organisatorisch daar nooit meer een functie in moest krijgen, zoals men dat indertijd ook in Barcelona heeft besloten, om precies dezelfde reden. Het is evident dat je daar niet anders over kunt denken zonder een gevaar vormen voor Ajax en als je dat soort risico’s neemt je ook zelf niet in een vertegenwoordigend lichaam thuis hoort..
Laten we hopen dat iedereen zich nu voortaan rustig houdt en de voetbal zaken over laat aan de trainer. Dan kan die zorgen dat er weer gevoetbald wordt in plaats van vergaderd en dat, als er ooit weer vergaderd wordt het dan wat professioneler gebeurt dan ten tijde van RC voorzitter Ten Have en commissaris Johan Cruyff.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Hopelijk komt door de naam Cruyff aan de arena te geven het voetbal weer terug in het stadion, ipv het multimedia en boekhouders spektakel wat het nu is.