Een generatie lang wijzigingen in het onderwijs
Het onderwijs, zei Dijsselbloem, is aan al die hervormingen van de laatste decennia stuk gegaan. Dat is zeker zo, de hervormingen die werden doorgedrukt door zijn partijgenoten, met name.
Maar kijk ook eens naar de aard van de veranderingen! We hebben nu een onderwijs dat leerlingen te kort doet en de leraren een percentage burnouts geeft dat die in alle andere beroepsgroepen overtreft. Daar nu niets meer aan veranderen lijkt me een vorm van capitulatie, met ernstige gevolgen. Maar de nieuwe veranderingen moeten wel heel heftig worden willen ze nog iets uithalen. Ze moeten de problemen aanpakken bij de wortel, anders kun je het inderdaad beter laten.
De burnouts, dat geldt dan vooral voor de middelbare scholen en niet zo voor de universiteit, onder meer door al die deeltijdhoogleraren, maar ook op de universiteiten gaat het peil wel achteruit. Neem het artikel dat U een dezer dagen in de NRC kon lezen van de hand van ene Wouter Veraart. Dat is zo’n hoogleraar als ik bedoel.
Als we op de universiteit nog een percentage goed presterende studenten hebben komt dat vaker door wat ze thuis en via hun computers hebben opgepikt, dan door het onderwijs dat ze in dit land genoten hebben. Steeds vaker ook hebben de uitblinkers op nieuwe en bijzondere soorten middelbare scholen gezeten, die zich aan de algemene malaise onttrekken.
De oorzaken van de achteruitgang van de prestaties van leerlingen op de reguliere middelbare scholen en vmbo’s zijn complex. Dijsselbloem en ook eerdere critici zoals de onderwijswetenschapper Leo Prick hebben zich met de oorzaken niet zo intensief bezig gehouden, als die buiten het onderwijs zelf lagen. Maar de oorzaken binnen het onderwijs zijn intussen wel in kaart gebracht. Slecht doordachte hervormingen en ideologisch geïnspireerde hervormingsdrang is de meest gehoorde oorzaak. Daarnaast vormen ook de toename van het aantal leerlingen, de vergroting van de scholen en de daarmee samenhangende verlaging van de gemiddelde begaafdheid. De noodzakelijk geworden verlaging van de eisen is het slot van de oorzakelijke ketting.
Voor de vergroting van de scholen, die tijdens Lubbers/Kok is begonnen, is er behalve een ideologische, ook nog een minder geruchtmakende reden geweest: grote scholen kunnen financiële tegenvallers en meevallers beter compenseren en daardoor wordt er per saldo minder vaak een beroep op het departement gedaan. Voor de financieel verantwoordelijke ambtenaren in den Haag zijn grotere scholen in feite bezuinigingen.
Terechte bezwaren tegen de schoolvergroting werden te weinig gehoord omdat ze de top van het ministerie niet goed uitkwamen, of als U wilt omdat ideologen en financiële deskundigen bondjes sloten in Den Haag. Aan de financiële kant moet U dan niet letten op de enorme investeringen in nieuwe schoolgebouwen en nieuwe organisaties, want die zijn eenmalig. U moet uitsluitend letten op de jaarlijks terugkerende uitgaven op departementaal niveau.
Een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van ons onderwijs, die in een discussie in dezelfde Volkskrant naar voren kwam, krijgt helemaal te weinig aandacht. Dat is de verminderde discipline in de scholen. De onderwijssocioloog Jaap Dronkers merkte op dat de moslim basisschool in Amsterdam, waar wethouder Ascher zo veel kritiek op had, zodat er subsidie moest worden ingetrokken, toch betere onderwijsresultaten boekte dan veel reguliere Nederlandse scholen. Dat bleek samen te hangen met de grotere discipline op die school die alle taalachterstanden compenseerde.
Voldoende discipline is een van de zaken die de imams in de Nederlandse samenleving missen en waar ze hun leerlingen tegen willen beschermen. Uit de reactie van de staatssecretaris op het artikel van Dronkers bleek wel dat Dronkers op dit punt gelijk had. De korting op de subsidie was geen reactie op te slechte onderwijsresultaten geweest maar die werd gegeven omdat de school zich niet aan de Nederlandse verhoudingen aan wilde passen. Terecht blijkt dus achteraf.
Het tekort aan discipline heeft weer een hele reeks oorzaken die lang niet allemaal met het onderwijs te maken hebben. Ouders die zich meer met hun werk en hun ontspanning bezig houden dan met de opvoeding van hun kinderen is er een van. Maar aan het gebrek aan discipline zou zeker op de scholen wat te doen zijn, want scholen zijn machtige opvoedingsinstrumenten.
Als gebrek aan discipline een van de belangrijke oorzaken is van de verslechtering van het onderwijs, zoals bleek op die basisschool As-Siddieq, dan zal daar iets aan gedaan moeten worden. Als die oorzaak in de samenleving ligt en bij het egoïsme van de ouders dan zal er aan de samenleving moeten worden gesleuteld, denk je dan. Maar hoe doe je zoiets?
Rechtstreeks ingrijpen, door bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming, dat kan niet. We leven niet in een totalitair land en we doen het dus zonder dwang. Het moet dan maar indirect. We hebben in de samenleving allerhande beloningen die we in kunnen trekken als daar voldoende aanleiding toe is.
Een van de oorzaken van de achteruitgang hadden we gezien, lag in het (te) grote aantal leerlingen die middelbare scholen en nu ook de universiteiten te verwerken krijgen. Hoger opgeleide leerlingen is goed voor de samenleving en voor de leerlingen zelf, maar niet als de hogere opleiding alleen schijn is. Als diploma’s geen garantie meer geven voor bekwaamheid, dan is het een kwestie van tijd voor de samenleving andere bewijzen voor die bekwaamheid gaat vragen. We doen dus uiteindelijk iedereen een genoegen en niemand schade door de kwaliteit van de scholen en van hun diploma’s te verbeteren. Dat de slechtere leerlingen daar het slachtoffer van zouden worden is maar schijn. Die zijn allang slachtoffer, we sluiten daar alleen tot nu toe de ogen voor.
Onderwijswetgeving waaronder de leerplichtwet moet eigenlijk nodig op de helling. Minimumnormen voor kennis aan het einde van ieder schooljaar moeten worden ingevoerd. Veel aandacht moet worden gegeven aan een praktische manier om naleving van de normen te controleren. Waarschijnlijk iets als een cito toets per leerjaar. Geen aanwezigheid dwang meer en het recht van iedere leraar om kinderen die ruzie maken of op andere manier de les verstoren de klas uit of van school te sturen. Leraren die van dat recht misbruik maken krijgen met de rechter te maken, want het belang van de leerlingen bij de integriteit van de leraar wordt dan sterk vergroot.
Wie twee keer achter elkaar een leerjaar heeft gedoubleerd gaat van school. Wie geen zin heeft of wie van school gestuurd is en geen nieuwe school meer vindt, die gaat gewoon maar niet. Dat lijkt een te erge sanctie, maar een groot deel van de doelgroep leert toch al niets en verstoort bovendien het onderwijs van de andere leerlingen. Objectief gemeten zal de vooruitgang groot zijn.
Voor ieder kind in de ‘leerplichtige’ leeftijd, dat langer dan een jaar de school niet bezoekt en de leertoets voor dat jaar niet haalt verbeuren de ouders een percentage van hun rechten tegenover de overheid. Uitkeringen, pensioenrechten, ambtenarensalarissen, huursubsidies, noem maar op. Kinderen die van school gestuurd zijn horen elders een herkansing te kunnen krijgen. Bij de tweede keer schoolverwijdering nog een keer een derde herkansing na hun achttiende levensjaar. Voor ‘inhaalonderwijs’ wordt gezorgd. Dat kan ook zonder al te veel moeite want de voorgestelde wijzigingen kosten niet, die financieren zich zelf. Gebruiken de delinquente leerlingen de herkansing niet dan hebben ze nooit meer kans op een overheidsbaan of een uitkering.
U vindt zulke maatregelen misschien te rigoureus, maar dat komt dan omdat U de gevolgen van de teloorgang van het onderwijs onderschat. Die zijn veel ernstiger dan de strafbedreiging die in de voorgestelde maatregelen zit opgesloten.
Ik denk wel dat het zou helpen. Maar ik denk ook dat het politieke draagvlak voor dit soort rigoureuze maatregelen ontbreekt en dat is jammer. Want de teloorgang van het onderwijs is met lapmiddelen niet te herstellen. Als Nederland het wel aan zou durven, zouden we op termijn van een jaar of dertig weer een schoolsysteem hebben dat zich met dat van China of India kan meten. Doet Nederland en doet de rest van de westerse wereld niets aan het gebrek aan discipline dan zal onze wereld te kort schieten bij de grote problemen die er onverbiddelijk staan aan te komen.
Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Die veranderingen in het onderwijs zijn er niet voor niks. Op het ministerie is er een enorm overschot aan ambtenaren die eigenlijk niet zoveel te doen hebben. Om hun overbodigheid te maskeren worden er iedere keer projectgroepen opgericht om een al of niet bestaand probleem te gaan uitbuiten en om met dat probleem een zo groot mogelijk bureaucratisch ambtenarenkoninkrijkje te gaan maken. Hoe hoger het budget van een projectgroep hoe meer status de probleemeigenaar heeft en hoe meer die projectgroep te overbodigheid kan maskeren. Men is ook continu bezig om iets dat echt werkt de kop in de drukken zodat er aan de horizon weer mogelijkheden zijn om nieuwe problemen te maken. Al dit rare op zijn kop op staande gedoe geeft veel onrust in de organisatie en daarmee veel ziekte door burnout. Je moet echt een ambtenaar zijn geweest om dit te begrijpen. Vooral niet praktisch zijn maar ambtenaren denken zo waarom makkelijk doen als het moeilijk kan.
Goed stuk.
Als een zeldzame met discipline afgestuurde hier in nederigland een baan verwacht te krijgen is de keuze niet aan hem maar aan de werkgever, en die kan inmiddels putten uit het aanbod uit het buitenland.Daarmee is de investering door een student en de overheid in nederigland meteen dramatisch teniet gedaan.
Het landelijke iq niveau daalt zienderogen door de import van imbecielen en moslimadepten uit bijvoorbeeld het rifgebergte, irakgebergte, Syrië gebergte.
Het gebrek aan discipline is slechts ontstaan uit het volledige gebrek aan autoriteit,dhimmitude van onderwijs ambtenaren en linkse tolerantiewaanzin
Het afstudeer niveau in de bananenrepubliek is gedoemd te worden verlaagd tot het niveau van een dorpsschooltje in de Congo jungle.
@ carthago: En ook op dit probeem worden er nogal vele “projectgroepen” geformeerd om met dit “probleem” aan de gang te gaan. Omdat het aandacht geeft en de linkskerige ambtenarij gaat er errug graag mee aan de slag. Wat dacht jij ?!
@cynicus. Protect groepen. 😃
Het stuk komt niet aan de werkelijk oorzaken van de nutteloosheid van het Nederlandse Onderwijs systeem. Er zijn wat mij betreft drie stromingen die onderkent moeten worden als we het over de toekomst van het onderwijssysteem hebben:
1. De wereldwijde technologische revolutie: digitalisering, internet, robotisering: dit maakt dat het complete vakkenpakket op de schop moet (met uitzondering van alles wat met wiskunde te maken heeft), en dit zorgt er ook voor dat leerlingen op school niets nuttig zien voor het kunnen ‘overleven’ in hun dagelijkse digitale wereld. De fixatie op (bijv. hoofd-rekenen, taal, spelling en vreemde talen leren uit boeken en uit teksten) is sleets en nu contra-productief; de wereld van de jongeren is beeld=video en geen tekst. We zijn nog steeds trots dat als onze kinderen nutteloos Latijn gaan leren, terwijl op de basis-school nog steeds niets wordt gedaan aan programmeren. Er is dus een enorme kloof tussen wat wij als oud-gymnasiasten als goed onderwijs zien en de belevingswereld van de leerlingen. Dit is de belangrijkste oorzaak van UITVAL.
2. Onze schoolsystemen vanuit de 19de eeuw zijn gebaseerd op rotten van leeftijdsgenoten en na de basis school op basis van intelligentie niveau (en doorzettingsvermogen). Het socialistische dogma van gelijkheid heeft ook dit laatste nuttige onderscheiding gebagatelliseerd met enorme negatieve effecten. De laatste effecten van “alle knusjes in dezelfde klas” versterkt de ineffectiviteit en het gemiddelde niveau van onderwijs geven en onderwijs ontvangen. Onderwijs zal als het effectief wil zijn moeten zijn gebaseerd op persoonlijkheidskenmerken, in combinatie met intelligentie-niveau’s en ambities en niet op leeftijd.
3. Kwaliteit leerkrachten: deze kwaliteit (inhoudelijke kennis en dat ook uitstralen, vaardigheid die kennis over te brengen, leerlingen enthousiast te maken, discipline bijbrengen (afspraak=afspraak) en vaardigheid met leerlingen om te gaan en groepsprocessen te beheersen). NIETS vervangt die kwaliteit: als de kwaliteit van de docent top is doen toetsen, schoolboeken, groepsgrootte, normen, onderwijssystemen er niet meer toe.
Elke onderwijsvernieuwing begint dus bij het zoeken, opleiden, belonen en in het ontwerpen van ondersteuningssystemen en status voor deze top-docenten voor de vakken die er echt toe doen: wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, Biologie, Engels beheersen, computerkunde/technologie, analyseren en redeneren, spreekvaardigheid aangeboden aan homogene groepen. De leerlingen moeten zelf hun groepen, tempo, discipline en inhoud (leren) organiseren. Misschien tot ieders verbazing kunnen ze dat ook, willen ze dat ook en maakt daarmee onderwijs ook natuurlijk en leuk.
Al het andere is van de kwaliteit van de docent afgeleid.