De geleidehond
Kuitenbrouwer, indertijd columnist in HP de Tijd, vond dat een president van de Verenigde Staten die geprezen wordt vanwege de kwaliteit van zijn medewerkers lijkt op een blinde wiens zicht wordt bewonderd op grond van de kwaliteit van zijn geleidehond. Die opmerking was badinerend bedoeld.
Het bleekt dat Kuitenbrouwer zich nooit verdiept had in het werk van een president van de Verenigde Staten en met de soort en het aantal van de beslissingen die de drager van dat ambt dagelijks nemen moet.
De plichten van de President zijn geregeld in het tweede artikel van de Amerikaanse grondwet en zij zijn in de loop van de jaren bij bijzondere wetten verder uitgebreid.
Hij is onder meer de enige gekozen hoge bestuursambtenaar en verantwoordelijk voor de benoeming van alle anderen. Hij vertegenwoordigt de VS tegenover vreemde mogendheden. Hij is opperbevelhebber van het leger. Hij is de initiator van al het binnenlandse en buitenlandse beleid. Hij is de leider van de politieke partij die hem voor het presidentschap heeft voorgedragen, maar daarnaast zowel symbolisch als feitelijk de leider van zijn natie. Onze koningin en minister president tezamen, maar met veel meer feitelijke bevoegdheden dan elk van die twee.
En dan: Amerika is een superpower met een bevolking van 324.000.000 mensen. De president is de spil waar het hele politieke leven in Amerika en ook in rest van de wereld om draait. ”The buck stops here” zei een bordje boven het presidentiële bureau van president Truman. Dat bordje refereerde aan de Amerikaanse uitdrukking “to pass the buck” die het afschuiven van verantwoordelijkheid op een ander betekent. Een president draagt eindverantwoordelijkheid voor de US, zoals een ceo die draagt voor zijn vennootschap. Alleen, de US of A is veel groter en machtiger dan General Motors en de beslissingen van haar president wegen onevenredig veel zwaarder.
Het is ondenkbaar dat een man er ook maar aan kan beginnen om alle beslissingen die tot het presidentiële takenpakket behoren zelf te nemen. De laatste president die dat in zijn onschuld probeerde was Jimmy Carter. Die werkte naar het schijnt achttien uur per dag, maar hij bleek de minst effectieve president te zijn uit de naoorlogse periode. Achttien uur per dag is niet voldoende. Achttien honderd uur per dag zou niet voldoende zijn geweest. Zijn opvolger president Reagan sliep acht uur per dag en ging ’s middags een partijtje golven. Hij had plezier in zijn werk en nam de beslissingen die hij alleen kon nemen relaxed en zonder de vermoeidheid en stress die het lot waren van Carter en andere overwerkte executives.
De belangrijkste beslissingen van de president, de beslissingen waar het succes of het falen van zijn ambtsperiode van afhangen zijn achtereenvolgens
- het uitzoeken van zijn naaste medewerkers.
- het bepalen welke beslissingen die door die medewerkers zijn voorbereid, aan hem moeten worden voorgelegd, bij voorkeur zo dat hij een reële keuze kan maken;
- het bepalen van de vorm van de organisatie die wordt opgezet voor de voorbereiding en uitvoering van het besluitvormingsproces.
Misschien was de beeldspraak van Kuitenbrouwer toch zo gek nog niet. Als je iets zelf niet kunt, zoals een blinde het verkeer niet kan zien terwijl hij er toch doorheen moet, dan is het uitzoeken van een goede geleidehond inderdaad het belangrijkste wat je doen kunt.
Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp
Tja. Kuitenbrouwer.