Democratie en linkse elites
Het gebrek aan geloof in politieke elites kan leiden tot wantrouwen jegens de democratie zelf, zegt Ian Buruma in een recent artikel. Onder democratie verstaat hij geloof ik het regime dat we sinds de tweede wereldoorlog in Europa en Amerika hebben gehad. Elites die onderling om de macht strijden met vreedzame middelen en bevolkingen die via vrije verkiezingen kunnen kiezen tussen wat hun wordt aangeboden.
Mensen als Trump in de VS en Wilders bij ons breken daar door heen door het publiek op te zetten tegen de elites en op grond van persoonlijke populariteit een greep naar de macht te doen, vindt Buruma. Maar het is duidelijk dat het de elites zelf zijn die hier tekort geschoten zijn en dat populisten eigenlijk niets anders doen dan gebruik maken van hun geboden kansen.
Buruma ziet ook de invloed van het internet als een bedreiging voor de democratie, omdat de invloed van de pers erdoor wordt ondermijnd. Iedereen kan nu vrij zijn mening uiten zonder dat daar een filter van redactionele kritiek aan te pas komt. Dan heeft hij het dus duidelijk niet over democratie als een regering door of uit naam van een meerderheid van de bevolking maar over het regime zoals we dat in een vorige periode van onze geschiedenis hier hebben gekend, in de naoorlogse periode. Een aristocratie was dat eigenlijk, die het beste partitocratie zou kunnen worden genoemd. De partijen die ons nu nog steeds regeren stammen allemaal uit het begin van de vorige eeuw of uit nog een eeuw eerder en zijn ooit tot stand gekomen voor het oplossen van problemen die er intussen niet meer zijn.
Dat nu verouderde regime kenmerkte zich door een progressieve ideologie waarin niet de zorg voor de samenleving maar voor de minst bedeelden in de samenleving voorop stond. Dat regime heeft overal in Europa tot een impasse geleid. In de zuidelijke landen van Europa tot een onaanvaardbaar hoge werkloosheid en hier in Nederland en andere Noordelijke landen tot grote ontevredenheid bij het gewone volk dat zich achtergesteld voelt bij vreemdelingen.
In Afrika en Arabië bevinden zich ergens tussen de half en anderhalf miljard potentiële immigranten naar Europa en de vrees van de bevolking is dat als we niet vlug van regime veranderen die immigratie straks over de hoofden van onze kinderen en kleinkinderen heen zal walsen. De stroom van immigranten van bezuiden de Middellandse Zee naar Europa zal op een of andere manier gestopt moeten worden of afgeleid. De Europese regeringen in hun tegenwoordige vorm blijken daar niet toe in staat.
Mij persoonlijk lijkt het onvermijdelijk dat we die economische vluchtelingen uit het zuiden een alternatief zullen moeten bieden. We zullen met andere woorden een heel groot economisch centrum moeten bouwen ergens ten zuiden van de Middellandse Zee en Afrikanen en Arabieren in staat stellen daar hun toekomst op te bouwen. Alleen dan kunnen we de stroom richting Europa afbuigen. Alleen zo’n centrum is straks in staat om het opvoedkundige werk te verrichten dat nodig is om de gebieden bezuiden de Sahara zelf voldoende productief te maken. Het ontwikkelingswerk van de Europeanen heeft niet tot iets geleid. Zonder autonome economische groei in Afrika zijn de armoede en het geweld daar niet weg te krijgen en de emigratie deze kant op dus ook niet.
Maar voor een dergelijk biljoenenproject ontbreekt het de bestaande regimes in Europa aan fantasie en doorzettingsvermogen.
——————————————————————————————-
Vandaag ook verschenen op het Blog van Toon Kasdorp
Oplossing: We geven de hele Sahara aan Israel. Binnen 20 jaar is het een vruchtbaar gebied waar honderden miljoenen een rijk bestaan kunnen opbouwen.
Misschien is de oplossing wel dat ze daar zelf een oplossing moeten zien te vinden voor de problemen die men daar al meer dan 1400 jaar heeft en het Westen eindelijk zijn handen er eens vanaf trekt.
Hoewel ik ook wel wat zie in de oplossing van Cornelis, enige moeilijkheid zal zijn dat de moslims, niet in een welvarend land met gelijke kansen als Israël willen wonen.
@Cornelis en @M.Brandenburg : helemaal mee eens! [ zo lezen we ze graag ]
-Maar:
Over het begin van bovenstaand artikel:
Het gebruik van de termen: regime, democratie en elite, is misleidend en foutief:
– Een democratie is geen regime; een regime is een dictatuur.
– Een elite is geen institutie, maar een zelf geschapen groep.
In een parlementaire democratie, met evenredige vertegenwoordiging, bepalen in principe, de meerderheid van de kiezers het beleid.
In een democratische rechtstaat gebeurt dat binnen de kaders van de Grondwet ,wetten en beschermend recht-systeem, en onder de “trias politica”: de gescheiden uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht.
Zelf-benoemde elite-leden mogen in geen enkel opzicht meer macht hebben dan
andere kiezers; zij kunnen wel hun deskundigheid of inzichten inbrengen, maar als
andere kiezers daar weinig/ niets in zien, is hun rol voorbij.
Figuurlijk: Democracy = one [wo]man, one vote.
Democratie is inderdaad geen regime maar een regime is niet noodzakelijk een dictatuur,. Elite is geen institutie en ook geen zelf geschapen groep. Een elite is de leidende groepering in een samenleving, ongeacht hoe die tot stand gekomen is. De meerderheid van de kiezers bepaalt niet het beleid, dat doen de regerende partijen. De kiezers kunnen door het uitbrengen van hun stem de macht van partijen vergroten of verkleinen en in sommige landen, maar niet in Nederland, bepalen ze daarmee welk van twee partijen de volgende regering gaat vormen. De trias politica en met name de rechterlijke macht heeft niets met het formuleren van beleid te maken. Een land moet bestuurd worden en de mensen die dat doen hebben macht. Mensen die in een land de macht uitoefenen noemen we elite. Dat is een puur feitelijke begrip en hoe die elite aan zijn macht komt doet er niets toe voor de naamgeving