De Pegida-demo in Breda afgelopen zaterdag werd niet druk bezocht, maar de aanwezigheid van dwarse tegendemonstranten gaf het een apart resultaat.

De burgemeester van Breda concludeerde na afloop dat het openbare leven niet was verstoord door de aanpak van de lokale politie. Dat was niet gespeend van enige zelfvoldaanheid – een eerdere demonstratie in Apeldoorn verliep heel gladjes door de volledige afwezigheid van tegendemonstranten – maar in tegenstelling tot de politie bij eerdere Pegida-demonstraties liet de politie van Breda zich niet van de wijs brengen door de agressie van de tegendemontranten, en deed waarvoor ze bedoeld is: de orde handhaven. Het resultaat: geen confrontaties, en degenen die het probeerden werden gearresteerd. Van de tegendemonstranten werden er om die reden 24 opgepakt – de Pegida-aanhangers konden hun weg rustig vervolgen.

Het verschil is kristalhelder, en toont eens te meer waar het gif zit in deze demonstraties: bij de linkse tegendemonstranten die er alles aan gelegen lijkt de demonstraties van Pegida te voorkomen. Met het verloop in Breda lijkt definitief een andere koers te zijn ingezet door het bevoegd gezag. Dat zal niet zonder risico’s zijn, want wat gebeurt er als burgemeesters schrik gaan krijgen van grotere groepen demonstranten? Tot nog toe was duidelijk dat de steden waar werd gedemonstreerd niet bereid bleken om de veiligheid van de Pegida-demonstranten te garanderen. Eerder in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam werd dat maar al te duidelijk. Maar in Breda kwam onomstotelijk vast te staan waar het probleem zit: in de groepen linkse activisten, die onder het mom van bestrijden van fascisten hun eigen fascisme ongebreideld konden botvieren, daartoe nog aangemoedigd door bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam.

Wat zal nu gebeuren als ‘normale mensen’ deze eerste demonstranten – die de linkse strijdgroepen hebben getrotseerd – gaan volgen? Krijgen we dan weer een backlash van hysterische gemeenteraden en domlinks geweld? We mogen het niet hopen.

Gevolg van “Breda” is wel, dat de burgemeesters van toekomstige steden waar zal worden gedemonstreerd zich niet langer kunnen verschuilen achter eerdere laffe smoesjes. Dat is winst, want de mate waarin die linkse tegendemonstranten zich van de medewerking van het bevoegd gezag leken te hebben verzekerd was geen geruststellend gezicht. De strijdgroepen waarvoor men sinds 1980 al te veel ontzag blijkt te hebben gehad, zijn door de geweldsloze demonstraties van Pegida nu moreel gebroken. Op de enig juiste manier: door onverdroten aan hun eigen geweldsloze protestmarsformule vast te houden.

Het valt te hopen dat na het bevoegd gezag voor het handhaven van de orde nu ook de bevoegde gezagsdragers ter handhaving van het staatsgezag zich van hun plicht bewust zullen raken. Want in navolging van al te bange burgemeesters heeft het Openbaar Ministerie al te lang afgezien van de vervolging van links tuig dat een schending van de democratische rechtsstaat op hun geweten heeft. En dat dat niet nodig mag zijn – ondanks de bizar omvangrijke maatregelen die in Breda nodig waren – zou iedere magistraat dienen te beseffen.

---

Pas later opgemerkt: Geen Stijl beschrijft hoe de GutmenschGazet die ooit de geest placht te slijpen met beide handen op andermans buik meebeweegt met het linkse tuig van de Antifa’s. Verslag: hier. Misselijkmakend.