DE WERELD NU

De zin en onzin van klimaatverandering (2)

De COP21 is in Parijs heeft een akkoord gebaard. De klimaatalarmisten hebben hun slag gehaald. Voor diegenen die niet in een hoerastemming zijn geef ik een overzicht van de antwoorden op veel gestelde vragen. Hier volgt het tweede deel.

Waarom is links begaan met klimaatverandering en rechts niet?
In een eerste blog besprak ik voornamelijk het wetenschappelijk luik achter klimaatverandering. Eerlijk gezegd is dit het minst interessante. Het is zeer technisch en droog, als leek kom je vaak geen stap dichter bij de waarheid en het is moeilijk te bevatten. Het politiek-ideologische luik is veel relevanter.

Het doet er weinig toe wat klimaatverandering is. Het is niet meer dan een dekmantel voor een grootschalig gedachtegoed. Het is daarom dat er een links-rechts dichotomie is als het gaat om klimaatverandering. Klimaatverandering is een symbool waarvoor links staat en rechts verafschuwt. Symbooldossiers zoals deze zijn dan ook makkelijk vervangbaar voor andere polariserende zaken, denk maar aan zure regen.

Een lange introductie, wat zijn de fundamenten van het linkse verhaal rond klimaatverandering? Ik heb dit al reeds besproken in verscheidene blogs. Ik zou deze samenvatten in één boutade: links is verrechtst.

Natuurlijk is dit een open deur intrappen. De strikte muren tussen beide zijn jaren geleden gesloopt, wat nu overblijft is puur op economie gebaseerd: ben je economisch liberaal (in linksspeak, neoliberaal) dan ben je rechts, ben je economisch socialistisch (in rechtsspeak gewoon socialist) dan ben je links. Oh en dan heb je nog extreemrechts, een containerbegrip waar je iedereen insteekt waar je niet mee eens bent en, erger nog, vaak gelijk heeft en door de kiezers ervoor beloond wordt (zeg maar Vlaams Belang, PVV, FN en consorten).

De fervente klimaatalarmisten, zelfverklaard links, zijn allemaal ecologisten en ecologisme is een rechts-conservatieve ideologie. Het conservatisme, het nationalisme en het ecologisme zijn alledrie kinderen van de Romantiek. Romantici zijn ontstaan als tegenbeweging van de Verlichting: het socialisme, het liberalisme, het humanisme en het vaak vergeten republicanisme. Romantici hebben een voorliefde voor alles dat eigen en natuurlijk is en een afkeer voor het vreemde en mechanische. Ze zijn behoudsgezind tot het nostalgische en denken in organicistische en holistische termen.

De ecologistische klimaatalarmisten denken in romantische termen. Klimaatalarmisten stellen het klimaat voor als een statisch gegeven en dat pas sinds de industriële periode er veranderingen optraden. De befaamde “hockeystick” van Michael E. Mann heeft het Middeleeuwse Optimum en de Kleine IJstijd volledig uitgewist om de klimaatopwarming in de verf te zetten. Dit kadert in het romantisch denken dat allergisch is voor veranderingen, de invloed van de mens verwerpt en het natuurlijke verheerlijkt. Klimaatalarmisten willen reactionair terugkeren naar een staat van voor de mens. Wanneer die ideologie niet in overeenstemming is met die realiteit, wordt de realiteit veranderd tot het wel is. Daarom kan er geen andere hypothese zijn dan de AGW – Anthropogenic Global Warming.

Ecologisten zijn net als conservatieven geworteld in een christelijk denken. Zowel christenen, conservatieven en ecologisten denken in termen van geboden & verboden, zonde & verlossing. “Gij zult geen CO2 uitstoten”, staat er op de klimaatalarmistische kleitabletten. Stoot je dan toch CO2 uit? Betaal een CO2 aflaat – excuseer taks. Het Einde Der Tijden, de Klimaatopwarming Apocalyps, komt altijd maar dichterbij. De zondvloed die komen gaat kan nog net vermeden worden, als we naar de klimaatalarmist luisteren. Luisteren moeten we, want wij westerlingen dragen een erfzonde van economische voorspoed en sociale vooruitgang met ecologische degradatie tot gevolg. Werken en ploeteren zullen de mannen, zodat de staat de helft kan afromen om zonnepaneelsubsidies en in klimaatgerechtigheid verpakte ontwikkelingstransfers te betalen. Pijn zullen de vrouwen hebben, beseffende dat hun blank kind niet welkom is op deze overbevolkte en overconsumerende planeet. De klimaatreligie accepteert geen ketters of apostasie, wie twijfel zaait zal vermorzeld worden door de toorn van Moeder Natuur (en soms moet een klimaatextremist de almachtige Moeder een handje helpen).

Ecologisten hebben in hun retoriek niet enkel het oorspronkelijk conservatief moralisme overgenomen. Elke ideologie heeft zijn denkkader om maatschappelijke problemen te verklaren en op te lossen:

  • Liberalisme ~ economisme: elk probleem is voornamelijk een economisch probleem, geëxternaliseerd op de falende markt. Individuen worden geacht rationeel te handelen en door te morrelen aan de kosten-batenanalyse kan men individuen in de juiste richting sturen. Economisten zullen dan ook nieuwe markten creëren (zoals de CO2-markt) of in extremis belastingen heffen (zoals een CO2 taks).
  • Socialisme ~ constructivisme: elk probleem is voornamelijk een sociaal probleem, geëxternaliseerd op de falende samenleving. Omdat de samenleving één groot sociaal construct is, zijn problemen dan ook foute sociale constructen, niet individuen (die zijn slaaf van die constructen). Constructivisten ijveren er dan ook voor om de basis van die constructen radicaal te veranderen (consuminderen, alternatieven, weg met het kapitalisme, einde van de groei).
  • Conservatisme ~ moralisme: elk probleem is voornamelijk een moreel probleem, geïnternaliseerd op een zondig individu en geëxtrapoleerd op de gehele gemeenschap. Zondige individuen handelen niet volgens het algemeen belang, de sociale normen & waarden en de civiele deugden & plichten. De overheid moet volgens de moralisten het individu of de gehele gemeenschap in de juiste richting duwen, ofwel door sociale controle (schuld- & schaamtegevoel wanneer de gemeenschap tekort wordt gedaan), door law & order (culpabiliseren & penaliseren via het strafrecht) of door educatie (opvoeden & sensibiliseren door campagnes en scholen). Daarvoor moet er eerst een moreel framework bestaan van geboden & verboden (men sluikstort niet, men sorteert afval, men is milieubewust).

De laatste twee zijn de kern van het ecologisme (economisme ook maar dit is in veel mindere mate). Ecologisten wijzen altijd met het vingertje, dat wij-bakken over hoe slecht wij (maar vooral zij want zij zijn vroom) zijn. Zij geven donderpreken en nagelen hele naties aan de schandpaal. Als men de brave man/vrouw in de straat geen schuldgevoel probeert aan te spreken, dan is men de beleidsmakers de levieten aan het lezen.

Het is kort door de bocht om ecologisme in het rechtse kamp te duwen. Het ecologisme is en blijft een links clubje etatisten en constructivisten dat van de politici verwacht dat deze hun religie uitvoeren. De staat moet de samenleving sturen, niet dienen. Hij moet deze kneden volgens hun maakbaarheidsideaal. Alles wat fout loopt is dan ook de fout van de staat en indien nodig moet deze juridisch gedwongen worden hun ideologie uit te voeren (zie Urgenda en Klimaatzaak).

Ecologisten denken in termen van structuren (zie boven), omtrent het milieu is dit het consumentisme, het marktisme, het neoliberalisme, kortom het kapitalisme. De groene strijd is vooral een dieprode strijd, waar de grote woorden niet worden geschuwd. Klimaat kan leiden tot de nieuwe Holocaust, klimaat leidt tot schaarste en oorlog (zelfs de Syrische burgeroorlog maar zelfs The Guardian gelooft dit niet) en extremisme (grappig genoeg nooit bij klimaatalarmisten).

In extremis moet de hele maatschappij op de schop voor links. De sociale en economische controle kan niet ver genoeg gaan om de klimaatverandering tegen te gaan: klimaatnegationisten moeten wegrotten in de bak/bajes wegens nalatigheid. De tijden van McCarthy zijn terug, wetenschappers worden gebrandmerkt als ze zich kenbaar maken als klimaatsceptisch. Sommige wetenschappers pleiten openlijk voor het verwijderen van de democratie en het invoeren van een autoritaire dictatuur.

Ook anderen stellen de fundamenten van de maatschappij in vraag omwille van het klimaat. Voor Naomi Klein is het tijd om het systeem, dat onze welvaart en welzijn heeft opgebouwd, af te breken. Zij pleit voor een planeconomie, een einde aan de groei (behalve natuurlijk haar linkse dada’s zoals cultuur en welzijn) en zij wil de sociale orde omverwerpen. Voor haar zijn de huidige groenen pussies die de klassenstrijd klimaatstrijd niet willen voeren. Radicaler dan dat kun je als linkse niet worden.

Het klimaatalarmisme is bij uitstek een giftige mix van het slechtste van beide zijden: van rechts erfde het het reactionisme, moralisme en het christelijk wereldbeeld van zonde en boete, van links erfde het het anti-kapitalisme, revolutionarisme en etatisme. Samen zorgt dit voor autoritaire en totalitaire ideologie die als een zuur door onze maatschappij vreet.

Wat voor beleid is nodig, wat werkt en wat werkt niet?
De beleidsmatige kant van het klimaatakkoord is bekend. Hallucinante cijfers passeren de revue: 100 miljard, of 100 000 miljoen of 100 000 000 000 dollar, krijgen de ontwikkelingslanden, gratis en voor niks. Een onbenoemde zak geld krijgen landen die economisch lijden onder klimaatverandering. Wie gaat dat betalen? Heeft dit enig effect op het klimaat?

Een nieuwe studie stelt dat als de wishful thinking list van Parijs tegen 2100 de zogenaamde opwarming van de aarde met 0,05 °C vertraagt, zelfs maar 0,17 °C als men het voor 70 jaar volhoudt. Reden tot gejuich is het niet in vergelijking met de economische aderlating die vooral de westerse wereld moet ondergaan om het akkoord uit te voeren.

Zo kan men nog kanttekeningen plaatsen bij het hernieuwbare-energiecircus. Google zette een paar ingenieurs aan het werk. Niet alleen kon hernieuwbare energie economisch niet tippen aan fossiele brandstoffen zonder bv. een koolstoftaks of zonnepaneelsubsidies, ook bleef hun impact beperkt door de lange residentietijd van CO2 in de atmosfeer. Enkel een radicale (en utopische) omschakeling naar hernieuwbare energie én een manier om CO2 op te slaan zou het tij kunnen keren.

Nochtans als men overschakelt op kernenergie, de meest goedkope en de meest energiedense energiebron, dan kan men makkelijker de utopie halen. Een nieuw rapport van het International Atomic Energy Agency is duidelijk: kernenergie hoort bij de toekomst. Betrouwbaar, altijd paraat, economisch rendabel, lage ecologische voetafdruk, waar wacht men op? Spijtig genoeg hebben ecologisten een ressentiment, een wat ik noem “nucleofobie“. Omdat ecologisten bepalen wat groen is en wat niet, wordt er een gevaarlijk spel gespeeld met onze economische welvaart en zelfs onze biodiversiteit. Zelfs klimaatpaus James Hanssen vindt klimaatapocalypse belangrijker dan nucleofobie en vraagt dat de ecologisten hun vooroordelen tegenover kernenergie laten vallen.

Het meest recente staaltje nucleofobie (of beter gezegd, nucleohysterie) was de Energiewende van Duitsland. Opeens werd de stekker uit alle kerncentrales getrokken na Fukushima (ook al is de dodentol door de kernramp een dikke nul). De energiefactuur van de Duitsers steeg, de CO2 emissies stegen, allemaal door paniekvoetbal. Ook in de rest van de Europa wurgen de groene subsidies de industrie. In Vlaanderen kosten de schulden van de groenestroomcertificaten de gezinnen een €100 extra op hun elektriciteitsrekening.

Het grote probleem van de te nemen beleidsmaatregelen omtrent klimaatverandering is dat deze onderdeel zijn van een groter (ecologisch) kader. De omslag naar zonne- en windenergie is ook nodig omdat de fossiele brandstoffen eindig zijn en ons onafhankelijk maakt van islamfundamentalistische oliesjeiks. Alleen worden zonnepanelen en windmolens gemaakt met zeldzame aardmetalen, dewelke enorm milieuvervuilend zijn om te mijnen en geïmporteerd moeten worden uit China. Biomassa kan dan weer wel in Europa gemaakt worden maar dit kan ten koste gaan van vruchtbare landbouwgrond en meer luchtvervuiling uitstoten dan koolcentrales. Hernieuwbare energie past dus in een breed ecologistisch-economisch-buitenlands beleid.

Conclusie
Klimaatverandering is voornamelijk een politieke zaak eerder dan iets wetenschappelijks. Achter het klimaatalarmisme staat een ideologie die het slechte van progressief-links en conservatief-rechts combineert. In extremis is klimaatverandering een dekmantel om autoritarisme in onze liberale democratie te laten insijpelen.

Beleidsmatig schort er vaak aan de oplossingen die de klimaatalarmisten voorstellen. COP21 heeft nagenoeg geen effect op de temperatuur. Ook heb ik bedenkingen bij het subsidiëren van hernieuwbare energie ten koste van onze economie. De nucleofobie bij de ecologisten houdt een goed alternatief tegen.

Klimaatverandering heeft ook de neiging om alle aandacht op te slorpen. Zo is er bv. het trage herstel van kabeljauw, die enkel interessant is voor de media als deze de schuld is van klimaatverandering en daardoor wordt de echte oorzaak (overbevissing) vergeten. Door klimaatverandering op te lossen gaan de ecologische problemen niet opgelost zijn.

——————————————————————————————-

Dit stuk verscheen eerder ook op De Mondige Student