Wilders gewogen? Politicologenbeweringen zonder basis
In een serie analyses van de partijen in de huidige Nederlandse politiek mag de PVV vanzelfsprekend niet ontbreken. Wilders gewogen zou dat boek moeten zijn, maar is het niet. Dat de schrijvers met de PVV worstelden spat echter aan alle kanten van dit boek af.
De presentatie van Wilders gewogen werd geopend met de mededeling dat het in de bedoeling van de uitgeverij lag een publieksboek te brengen. Mij deed dat direct denken aan “De tovenaarsleerling” van Meindert Fennema – van wie in dit boek geen analyse te vinden is. Maar deze bundel kan niet in de schaduw daarvan staan. Ook de titel van dit boek deugt niet. Voor een recensie over het boek Wilders gewogen moet me eerst van het hart dat je mag verwachten dat niet alleen een kwalitatieve analyse wordt gegeven, maar tenminste ook een aanzet aanwezig is van wat de PVV – de partij van Wilders waarover het hier feitelijk gaan moest – ideologisch nu eigenlijk precies is. Daarvoor is de term ‘populistisch’ veel te mager, en zelfs die wordt nauwelijks gedefinieerd (zie daarvoor ook hieronder).
Bovendien is de termijn van 15 jaar PVV niet toevallig gekozen; het lijkt vooral de gelegenheid om ook enige vergelijkingen met en reflecties op het FvD mee te leveren die de doorslag heeft gegeven. Dat politicologen na 15 jaar PVV nog niet helemaal door hebben wat de PVV is en hoe haar functioneren te bezien is niet onverwacht, maar dit blijft desalniettemin de bedroevende conclusie, die zich na lezing opdringt. Hier en daar zie je de vage hoop dat de PVV definitief door het FvD zal worden afgelost, maar in de bijdragen die tegen de deadline van het boek zijn geproduceerd zie je die gedachte al verdwijnen. De verdenking nog eenmaal mee te liften op de publiciteitswaarde van de naam Wilders/PVV is daarmee gewekt.
Politieke richting PVV?
Wat is de politieke richting van de PVV en hoe die in een groter verband te duiden? Verder dan de constatering dat de PVV populistisch is komt niemand – het gereedschap van de politicologie blijkt onvoldoende, en van een zoektocht naar nieuwe gereedschappen valt niets te bespeuren. Dat maakt dat veel van de auteurs van bijdragen in dit boek de indruk wekken moeite hebben de PVV in een groter verband te trekken. Dat begint met de constatering dat de PVV eigenlijk hetzelfde is als de persoon van Geert Wilders, en eindigt met de opmerking van één der scribenten dat een politieke partij gebaseerd op één persoon eigenlijk niet kan bestaan in het Nederlandse politieke stelsel.
Een geschiedkundig interessant artikel waarin Tjitske Akkerman de programmatische en ideologische ontwikkeling van de PVV in kaart brengt, opent met een alinea waarin als uitgangspunt wordt gemeld dat de PVV “al snel populistisch werd door zich scherp af te zetten tegen de politieke en culturele elites”. Dat klinkt beter dan het is; de essentie van àlle nieuwe politieke partijen is juist dat zij ontevreden zijn met de bestaande politieke situatie. Als dat de definitie van populisme is, dan geldt dat derhalve voor alle nieuwe politieke partijen in hun eerste levensfase. Dat het belang van dit probleem bij schrijvers noch samenstellers voldoende is doorgedrongen, maakt dat het hele werk nogal in de lucht komt te hangen.
Dat blijkt ook nadrukkelijk als de overeenkomsten van de PVV met andere Europese partijen vergeleken wordt. Die blijken – o wonder – zich ook al af te zetten tegen de politieke en culturele elites, en daardoor ook thema’s en standpunten met de PVV te delen. Dat dit mede wordt veroorzaakt door de vergroeiing van de Europese de politieke en culturele elites. Het was juist daarom logisch, in plaats van paradoxaal, zoals Léonie de Jonge hierover schrijft, dat juist in het EU-parlement een samenwerking van deze Europese nieuwkomers tot stand kwam. Nergens is de vergroeiing van Europese politieke ideeën zelfs maar bij benadering zo pregnant als in het EU-parlement.
Geheel zo rechts niet
Interessant was wel dat Joop Holsteyn en Galen Irwin in hun artikel constateerden dat de PVV politiek-economisch geheel zo rechts niet is. Dat daarmee de gangbare kwalificatie van “extreemrechts’ voor de PVV komt te ‘hangen’ wordt door hen niet nader uitgewerkt, maar speelt herkenbaar een rol in hun betoog. Hun opmerking dat de PVV overwegend een mannenpartij blijkt (60-40, ongeveer) wordt niet specifieker geduid, maar deed bij mij de gedachte op komen dat vrouwen sociaal meer geneigd zijn zich te conformeren aan scherp geformuleerde meningen over ‘extremisme’ dan mannen. Met andere woorden: vrouwen zijn politiek meer geneigd het midden te zoeken; zo had ooit het CDA de roep vooral door vrouwen te worden gedragen, en dat te cultiveren. Dit artikel, met als titel “de strijd om de middelvinger” kon me meer bekoren dan veel van de andere.
De voornaamste samensteller Koen Vossen doet in zijn bijdragen grote moeite te laten blijken dat hij van de PVV en haar koers niet veel hebben moet. Dat is herkenbaar aan de kleine kwalificaties die in zijn zinnen binnen slopen – je kunt moeilijk eerst beweren dat de PVV een eenmanspartij is met een variërend aantal Kamerleden die zich naar de leider moeten richten, om vervolgens een paar pagina’s verder te schrijven dat Wilders eigenmachtig (!) de koers van de partij bepaalde. Het klakkeloos vasthouden aan geaccordeerde mythes als dat de PVV zonder specifieke provocatie van het CDA de stekker uit het Catshuis-overleg trok in 2012 is een ander punt dat me nogal ergerde. Dat minister Hans Hillen dat later recht zette is kennelijk niet tot iedereen doorgedrongen, en dat had in een boek als dit niet mogen ontbreken. Ook slordigheden als de coalitie van VVD en PvdA (2012-2017) betitelen als het derde kabinet-Rutte suggereert meer distantie dan acceptabel is.
Samensteller Vossen
Het was ook merkbaar bij Vossens inleidende woorden tijdens de presentatie. De inleiding die Arie-Jan Korteweg tijdens de presentatie uitsprak vindt u hier in de Volkskrant terug. Ook die was te gemakzuchtig – contact met de PVV is minder moeilijk te krijgen dan hier werd voorgespiegeld, mits men er tijd voor maken wil. Diverse journalisten klagen geregeld dat Wilders teveel zelf zijn persmomenten kiest – dat dat voor contacten in het algemeen ook geldt voelt blijkbaar niet als logisch. Maar bij de PVV ga je niet zomaar op de koffie. Dat journalisten en politicologen dat niet als logisch ervaren is niet iets waarover men zich bij de PVV druk maakt.
Oordeel
Over geschiedkundige publicaties hoor je vaak – en terecht – dat het minstens zoveel zegt over het tijdperk waarin het werk geschreven werd als over het onderwerp zelf. Mutatis mutandis geldt dat voor dit boek en voor het gros van de auteurs die er aan meewerkten. Het boek brengt naar mijn gevel ook prima in kaart welk een moeite de gevestigde politicologie heeft partijen als de PVV te duiden. Wie de achterban en de voorlieden zijn is meetbaar, maar de analyses er van rammelen. Zo was na de Boreale speech van Thierry Baudet direct een deel van de gepeilde aanhang verdwenen – deels ging die ook terug naar de PVV. Alle media concludeerden dat dat een stap te ver was van Baudet. Dat een deel van de PVV-aanhang niets moet hebben van mensen die zich bedienen van woorden als boreaal, en zeker niet als onderdeel van warrige speeches die langer duren dan drie minuten, heb ik echter nergens terug kunnen vinden. Dat biedt weinig hoop dat op enige termijn een beter werk over de PVV dan dit verschijnen zal. Vier jaar geleden was ik uitermate negatief over het boekje van Chris Aalberts over De puinhopen van Rechts, die ik onder andere verweet:
Wat voorts nog pijnlijk ontbreekt, is een gedegen analyse van de ontstaansredenen van het succes van deze partijen. Dat een gepromoveerd politicoloog als Chris Aalberts die analyse niet levert is teleurstellend, of een getuigenis van grote luiheid. In de huidige vorm is De Puinhopen van Rechts eerder een kroniek dan een analyse.
In Wilders gewogen wordt halfhartig gepoogd de analyse die ik bij Aalberts miste te geven, maar blijft men hangen op een te gebrekkig voorstellingsvermogen om het onderwerp goed aan te voelen. Je voelt aan alles dat dit geschreven is door buitenstaanders zonder bij benadering voldoende contacten met het onderwerp. Met een onderwerp als dit is dat een handicap, iets dat je ook terugvindt in de perspectiefwisseling dat de PVV soms met de persoon Wilders wordt geïdentificeerd, maar soms ook niet. Ook voelde ik heel sterk het gemis aan mensen die zelf voldoende politieke ervaring hebben om de beschreven zaken en manoeuvres deskundig te duiden. Ten laatste ontbreekt een breder kader van analyse en een hanteerbare theoretische achtergrond om de PVV adequaat te kunnen analyseren – wat overigens op dit moment een algemeen geldend probleem is binnen de politicologie. De analyses zelf zijn meestal het lezen wel waard, maar meer dan een interessant opstapje voor de uiteindelijke wetenschappelijk geduide geschiedenis van de PVV is dit niet[1]. Een publieksboek gaat Wilders gewogen naar mijn idee niet worden.
Wilders gewogen – 15 jaar reuring in de Nederlandse politiek
Grappig, het woord ‘islam’ staat niet in de recensie. Misschien staat het ook niet in het boek. Is klaarblijkelijk een moeilijk onderwerp voor politicologen. Ook lees ik dat het CDA de stekker uit Rutte I heeft gehaald, maar niet dat de VVD de gedoogconstructie met de PVV heeft gebruikt om allerlei bezuiniging er door te jassen. Je vraagt je af of tegenwoordig niet alle partijen eenmanspartijen zijn geworden. Niemand doet nog een stap buiten de lijntjes die door de fractieleiders of (vice-)premiers worden aangegeven.
Zo moeilijk is het niet, de PVV is gewoon realistisch en sociaal.
En wat bij anderen “partij discipline” genoemd wordt dat wordt in het geval van de PVV “eenmanspartij”.
Dat past dan overigens prima bij dat “één issue partij”, terwijl de PVV toch gewoon een partijprogramma heeft, net als andere partijen.
En dan is daar nog dat “populistisch”, nog zo’n negatief geladen begrip, dat gebruikt wordt om niet policor denken in een kwaad daglicht te zetten.
Het (boek)werkje hangt niet in de lucht, er zit zo te lezen een luchtje aan, een policor bloemkoolluchtje om precies te wezen.
En wat dat “boreaal” betreft; eerst zeurt de kiezer dat “Wilders het niet netjes zegt”, als pover excuus om maar tegen beter weten in op het partijkartel te kunnen blijven stemmen, en als er dan een politicus komt die het wél netjes zegt, dan snappen ze het vervolgens niet.
Dat krijg je er van als je het eigen intellectuele niveau overschat…
De bespreking ‘skimmend’, zie ik het al weer : zo’n boek is geen serieuze,
inhoudelijke analyse, maar de zoveelste quasi-intellectuele, modieuze babbel-bundel,
om Geert Wilders en PVV, weg te zetten.
Wie de partij-programma’s van PVV, en van FvD, leest,
weet, dat het om zeer belangrijke standpunten gaat.