De welzijnseconomie richt zich op meer dan alleen het BNP (Bruto nationaal product). David van Overbeek in gesprek met Sam de Muijnck, hoofdeconoom bij stichting ‘Our New Economy,’ over de welzijnseconomie. “Economen moeten veel meer open-minded zijn.”

In zekere zin is dit een pleidooi voor een meer politiek gemanagede economie.

Als de Corona-crisis ons iets heeft geleerd, dan is het dat maatschappelijk welzijn meer indicatoren kent dan alleen het bruto binnenlands product. Levenskwaliteit en duurzaamheid blijken minstens zo belangrijk als de hoeveelheid geld die jaarlijks door onze markten wordt gepompt.

Toch hanteren veel hedendaagse economen een vrij nauw begrip van welvaart, met als resultaat dat bredere maatschappelijke waarden buiten het kader vallen. Waren de IC’s bijvoorbeeld onder eenzelfde druk komen te staan als er in de jaren daarvoor niet zoveel bedden waren wegbezuinigd? Daar gaat iets helemaal mis, vindt Sam de Muijnck. In een aankomend rapport doet hij enkele suggesties voor een diepgravende hervorming van de economie..

“Waar neoklassieke economen vaak kijken naar kwesties van efficiëntie, zien zij de maatschappelijke vraagstukken over het hoofd,” stelt De Muijnck. Dit doorgeschoten efficiëntie denken heeft een ondermijnende uitwerking op het welzijn van de samenleving. Het creëert namelijk een dynamiek waarin politieke belangen steeds opnieuw het onderspit delven tegen top-down geïmplementeerde, technocratische modellen.

Hoe dichter men aanschurkt tegen die technocratische kern, hoe groter de invloed op regelgeving. “Uit statistieken blijkt dat vooral hoge inkomensgroepen invloed hebben op beleid,” constateert De Muijnck. “Dat had ik nooit gedacht vóórdat ik aan dit onderzoek begon.” Om deze ondemocratische ontwikkelingen tegen te gaan moet er dan ook meer macht komen voor de burger. Van burgerraden tot ‘corporate social audits,’ Sam de Muijnck biedt ons een kijkje in de mogelijke toekomst van onze politieke economie.

Het rapport is hier te vinden.

Duur: 58:32 min.

Publicatie 15 april