Wat defensie van Rusland kan leren (deel 2: Hervorm de defensietop)
Dit artikel is niet bedoeld om de Nederlandse militaire capaciteiten te vergelijken met die van Rusland. Dit artikel is puur bedoeld om inzicht te verschaffen in hoe Rusland, door schade en schande wijs geworden, zijn oude, logge bureaucratische Sovjetlegers en defensie getransformeerd heeft naar een moderne effectieve vechtmachine die in staat is om wereldwijd de Russische belangen te verdedigen.
Door de juiste personen op de juiste stoelen te plaatsen, is het Poetin gelukt om een krijgsmacht op de bouwen die weer serieus mee kan doen op het wereldtoneel. Van de vele effectieve maatregelen die Rusland heeft getroffen om zijn leger te moderniseren, kan Nederland veel leren. Echter, het grote verschil blijft dat Rusland een leger heeft met de wil om te winnen, en aan die wil ontbreekt het nog wel eens binnen de Nederlandse defensietop!
Het is dankzij Poetin dat het leger mee heeft kunnen profiteren van de grootschalige hervormingen die Poetin in zijn land heeft ingevoerd nadat hij de leider werd van Rusland. Toen hij in 1999 als eerste minister (en mogelijke opvolger van Jeltsin) werd aangesteld, erfde hij niet alleen een land in chaos, maar ook een krijgsmacht die in wanorde verkeerde. De eerste decennia na de instorting van de Sovjet-Unie, was het voor veel militairen een hel om in het leger te dienen. Daarnaast werd het militaire personeel thuis ook nog eens geconfronteerd met economische problemen en slecht welzijn, wat resulteerde in grootschalig drankmisbruik en mishandelingen onder de militairen. Corruptie bloeide onder de officieren, die maandenlang niet werden uitbetaald. Fatsoenlijke huisvesting was schaars en de criminaliteit binnen de rangen nam als maar toe. Het onderhoud van militaire apparatuur werd zwaar verwaarloosd en de financiering van militaire ontwikkeling lag volledig stil. Kortom, Poetin stond voor een zware klus om van deze rommel weer een effectieve krijgsmachine te bouwen.
De mankementen werden nog pijnlijker zichtbaar toen de Russische troepen in 1994 werden geconfronteerd met een separatistische opstand in Tsjetsjenië. In de eerste twee jaar van het conflict werd het overduidelijk dat het moraal van de Russische militairen zeer laag was en dat het ontbrak aan een effectieve counter insurgency strategie. Deze zwakheden werden verergerd door een gebrek aan effectieve commandovoering en een onevenredig gebruik van geweld tegen de menselijkheid, of het nou tegen de vijand was, tegen de lokale bevolking of zelfs tegen de eigen soldaten. In 1996 werd er uiteindelijk een staakt-het-vuren overeenkomst getekend tussen de beide partijen. Hierdoor voelden veel Russische militairen, na het verlies van de Koude Oorlog, zich opnieuw vernederd en verraden. Commandanten hadden duizenden soldaten verloren, ruim 2000 meer dan hun tegenstander, en nog eens honderden Russische soldaten werden vermist. Vele officieren legden de schuld hiervan neer bij het korte-termijn denken van de politiek en het ontbreken van een duidelijke politieke visie over de toestand in Tsjetsjenië (mogelijk in verband met de herverkiezing van Jeltsin in 1996, werd besloten het conflict te beëindigen zonder winst). Ook ergerden de lagere commandanten zich aan de corruptie die zich afspeelde op hoog niveau. Er ontstond een groeiende kloof tussen het Kremlin en het ontevreden militaire leiderschap van Rusland.
In de huidige conflicten zien we een soortgelijke ontevredenheid bij westerse militairen eveneens toenemen. Na de oorlog in Irak en Afghanistan (2003/2010) werden duizenden Amerikaanse veteranen aan hun lot overgelaten, zonder op steun te hoeven rekenen van de staat waarvoor zij hun leven hadden geriskeerd. Tegelijkertijd zagen zij een kleine groep elitaire politici en multinationals stinkend rijk worden van de olieopbrengsten waar de oorlog uiteindelijk om draaide. Uiteindelijk begonnen politici zich toch zorgen te maken over de ontevredenheid die heerste bij de veteranen, waarna zij besloten om meer te investeren in veteranenzorg.
Ook in Nederland zien we ontevredenheid bij militairen, zij het op een wat kleinere schaal. Uit onderzoek blijkt ruim 80 procent geen vertrouwen te hebben in de militaire en politieke bestuursorganen. Net als de Russische soldaten in Tsjetsjenië, twijfelen ook Nederlandse militairen aan het niveau van de militaire top. Beschikken zij wel over voldoende kennis en kunde om moderne conflicten te begrijpen? Waar Russische militairen zich ergerden aan de corruptie binnen hun defensietop, zal dat in Nederland een stuk minder zijn. Echter, we moeten niet vergeten dat een groot deel van de Nederlandse militaire top ook financieel gedreven wordt. Het salaris van een generaal kan namelijk als middel dienen om hem binnen de politiek-correcte kaders te houden en hij zal daarom eerder uit eigenbelang handelen, dan in het landsbelang of in het belang van de frontsoldaat. Voor Poetin was het in ieder geval overduidelijk dat het vertrouwen van de lagere militaire structuren in de defensietop eerst herwonnen moest worden, als hij een effectieve krijgsmacht wilde gaan opbouwen. Daarvoor moest hij de top drastisch hervormen, te beginnen bij de minister van Defensie.
De ministers van Defensie onder Poetin
De eerste minister van Defensie onder Poetin was Generaal Igor Sergeyev, die gold als een overblijfsel van de Jeltsin periode. Poetin had echter zeer weinig vertrouwen in deze minister (veel militairen zagen hem ook als de verantwoordelijke voor het drama in Tsjetsjenië door zijn onvoldoende (counterinsurgency) strategische inzicht). In 2001 besloot Poetin hem daarom te vervangen door oud-KGB’er Sergey Ivanov, die hij nog kende uit hun KGB verleden.
Door het aanstellen van Ivanov als eerste civiele minister van Defensie, liet Poetin meteen zien wie het leger controleerde. Tijdens de Sovjetperiode hadden militairen namelijk een disproportionele rol binnen de overheid, economie en maatschappij, en om die macht meer naar zichzelf toe te trekken bood Poetin zijn vertrouweling de toppositie aan. Tevens lag dit in lijn met zijn hervormingen om Rusland te moderniseren en de corruptie binnen de militaire top een halt toe te roepen. Ivanov zou zeker zes jaar onder Poetin de rol van minister van Defensie vervullen, waar hij een belangrijke bijdrage leverde aan het herstructureren van het militaire apparaat en meehielp met het construeren van het fundament waarop de nieuwe krijgsmacht herbouwd moest worden.
In 2007 werd Ivanov onverwachts opgevolgd door Anatoli Serdjoekov als minister. Serdjoekov had minimale ervaring op het gebied van militaire of veiligheidszaken. Waar hij echter wel ervaring in had, was belastingen. De nieuwe minister was namelijk hoofd belastinginspectie binnen het Kremlin en is wellicht het meest bekend door zijn agressieve onderzoeken tegen de van belastingfraude verdachte oligarch Mikhail Khodorkovsky. Voor velen zal het onbegrijpelijk zijn geweest waarom Poetin besloten heeft om een voormalig belastinginspecteur aan te stellen als nieuwe minister van Defensie, maar ook hier zit een strategie achter. Het Kremlin besloot namelijk serieus werk te maken van het probleem dat het Russische leger nog steeds teisterde: corruptie.
Het was onder Serdjoekov dat Rusland begon aan de meest substantiële militaire hervormingen van de afgelopen eeuw. Na het conflict in Georgië in 2008, concludeerde het Kremlin dat de Russische belangen alleen verdedigd kunnen worden door robuuste en snel inzetbare eenheden. Grote logge mobilisatie-eenheden werden vervangen door kleinere eenheden, waardoor er meteen een einde kwam aan de oververtegenwoordiging van officieren. Vele topmilitairen begonnen zich uit te spreken tegen de radicale hervormingen en zagen de nieuwe krijgsmacht als kopie van de Amerikaanse strijdkrachten, hetgeen volgens hen de Russische veiligheid – militair gezien – ernstig zou verzwakken.
Door de hervormingen toch door te voeren, verloor het Kremlin aan populariteit binnen de top van de krijgsmacht. Om toch de steun te behouden van zijn generaals, schoof het Kremlin de schuld van de hervormingen vervolgens heel snel in de richting van Serdjoekov, waardoor hij als minister nog maar weinig vertrouwen genoot bij zijn militairen.
Poetin zag, voordat hij in 2012 opnieuw tot president werd herkozen, al in dat het vertrouwen van zijn militairen opnieuw herwonnen moest worden, als hij verder wilde gaan met het moderniseren van de krijgsmacht. Daarom maakte hij al voor zijn aantreden bekend dat hij fors zou investeren in het verbeteren van de binnenlandse wapenindustrie en dat hij de eenheden opnieuw zou herbewapenen met moderne middelen. Hierdoor begon het Kremlin weer langzaam het vertrouwen te winnen van de militairen. Er was echter nog steeds onvoldoende vertrouwen in Serdjoekov. Toen de media Serdjoekov ook nog begonnen te beschuldigen van corruptie (in verband met het grootschalige herbewapeningsprogramma), bereikte het vertrouwen in hem een dieptepunt. Daarop besloot Poetin opnieuw zijn minister te vervangen, dit keer door zijn vertrouweling Sergey Shoygu.
Na het hiervoor al genoemde onderzoek waaruit bleek dat Nederlandse militairen geen vertrouwen meer hebben in hun minister, bleef het akelig stil binnen defensie en de politiek. Eigenlijk is het schandalig dat er uiteindelijk niks met het onderzoek gedaan is. Dat er geen verdere actie op is ondernomen, geeft aan hoe onbelangrijk men defensie vindt binnen de samenleving en de politiek. Het leiderschap in Rusland weet juist als geen ander hoe belangrijk het is om het vertrouwen van de militairen te waarborgen. Poetin schroomt daarom niet om zijn ministers te vervangen als het vertrouwen is geschaad. Natuurlijk hebben Nederland en Rusland verschillende opvattingen over hoe zij om moeten gaan met hun militairen. Het grote verschil daarbij is dat Rusland een krijgsmacht heeft om zijn volk en zijn belangen te beschermen, en dat Nederland een leger heeft dat dienst doet als humanitaire hulptroep, waarvan de gemiddelde Nederlander zelf nauwelijks profiteert.
De hervorming van de legerleiding
Shoygu’s aanstelling als defensie minister geeft aan dat het Kremlin door wil gaan met het moderniseringsprogramma voor zijn strijdkrachten. Shoygu staat namelijk bekend om zijn zeer effectieve manier van managen, wat hij jarenlang heeft bewezen in zijn hoedanigheid van minister voor noodsituaties. Hij verkreeg zijn populariteit door zijn doortastende manier van optreden bij verschillende rampsituaties. Het is deze ervaring die een complexe, bureaucratisch ingerichte organisatie als de Russische krijgsmacht nodig heeft om te kunnen transformeren. Dankzij zijn ervaring met het in noodsituaties razendsnel ontplooien van (hulp-)eenheden in een enorm groot gebied, is Shoygu de aangewezen persoon om Russische eenheden te hervormen in snel inzetbare taakeenheden met het juiste command and control (C2) systeem.
Shoygu is het perfecte voorbeeld van de juiste persoon op de juiste stoel. Hij is groot bewonderaar van Suvorov, een groot Russische militaire leider, strateeg en nationale volksheld uit de 18de eeuw (de slogan train hard, fight easy, komt bij hem vandaan). Suvorov was een generaal die breed werd gedragen door zijn manschappen en daardoor veel respect genoot. Hij stond erom bekend vaak uit eigen initiatief te handelen en nieuwe tactieken te ontplooien op het slagveld, wat hem belangrijke overwinningen opleverde. Voor Shoygu was Suvorov het ideale voorbeeld van hoe een effectieve strijdmacht geleid diende te worden. De belangrijkste les die Shoygu wellicht overnam, is dat een militaire eenheid pas echt effectief is, wanneer er een kameraadschappelijke vertrouwensband ontstaat tussen de manschappen en hun leider(s). Als minister van Defensie eiste hij daarom van zichzelf, maar ook van zijn militaire commandanten, dat deze vertrouwensband gewaarborgd moest zijn.
De minister ging op zoek naar generaals (zoals Chief of the General Staff Gerasimov) die nauwe overeenkomsten vertoonden met Suvorov en die ook uit eigen initiatief durfden te experimenteren en mee dachten. Maar de militaire top bestond nog voor een overgrote meerderheid uit stoffige bureaucratische generaals, die de top uitsluitend hadden bereikt dankzij vriendjespolitiek en politieke correctheid. Shoygu wou ze het liefst allemaal inruilen voor de nieuwe zelfdenkende generatie aanvoerders. Dat dit deels gelukt is, is wellicht al te zien op het wereldtoneel.
Om te beginnen begon Shoygu na zijn aantreden al met het voeren van onderhandelingen met Venezuela, Vietnam, Cuba, Nicaragua, de Seychellen en Singapore, om permanente militaire bases en brandstofstations voor Russische vliegtuigen te kunnen bouwen op hun territorium. Dit natuurlijk met het oogmerk om wereldwijd inzetbaar te zijn. Daarnaast hebben Russische commandanten van artillerie tot elite-eenheden tot gevechtsvliegers laten zien wat hun niveau is, tijdens de overname van de Krim, waarbij geen enkele dode is gevallen, tot aan de effectieve grond/luchtoperaties in Syrië, waar de nieuwe generatie zich eveneens heeft kunnen bewijzen.
Nederland kan op zijn beurt veel leren van Shoygu. Om te beginnen zal het defensie goed doen als er wordt gesneden in de defensietop. Het is belachelijk dat zo’n kleine krijgsmacht zoveel generaals in zijn systeem heeft (VS heeft 1 generaal per 1,467, Rusland 1 op 1,370, Nederland ongeveer 1 op 450!!!…burgerpersoneel niet meegerekend). Het is onnodig, inefficiënt en het kost veel geld. Het resulteert alleen maar in een bureaucratisch wanorde, doordat elke generaal zichzelf een onnodige functie toe-eigent om zichzelf belangrijk te maken. Verhoudingsgewijs had zelfs het Duitse leger ten tijde van Nazi-Duitsland nog minder generaals in zijn gelederen dan Nederland op dit moment. Een ander probleem waarmee Nederland kampt, is doorgeschoten politieke correctheid, waardoor topposities alleen nog maar worden vergeven aan personen die voldoen aan de eisen van politieke correctheid. Zo ontstaat, net als in het voormalige Sovjetleger, een militaire bevelsstructuur van ja-knikkers, waarin slimme, innoverende en onorthodoxe leiders worden gehinderd in hun carrière. Dit veroorzaakt een inefficiënte krijgsmacht, waar ruim 80 procent van de eigen medewerkers geen vertrouwen in heeft. Immers, zo leert Suvorov, militairen hechten aan onorthodoxe leiders die opkomen voor de troepen en de eigen bevolking, en zich niet laten leiden door politieke correctheid.
Anders dan in Nederland, was het in Rusland de politiek die ervoor zorgde dat de defensietop hervormd moest worden. Het voordeel wat zij daarbij hadden, was dat meerdere Russische politici, met name door hun achtergrond bij de inlichtingendiensten, het belang van nationale veiligheid inzagen. Zij wilden juist dat hun veiligheidsdiensten geleid worden door patriottistische haviken, die het belang van hun eigen land voorop stellen. Dit geldt overigens niet alleen voor Rusland, want ook landen als Israël, VS en Turkije zien hiervan het belang in. In Nederland is dat totaal anders. Nederlandse politici zijn over het algemeen veel te naïef op het gebied van veiligheid en hechten weinig waarde aan de eigen cultuur, doordat zij een multiculturele samenleving moeten nastreven en de nationale soevereiniteit al grotendeels hebben overgeheveld naar Brussel. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom de Nederlandse politietop en de defensietop niet bestuurd worden door haviken, maar door bestuurders met exact dezelfde denkwijze als de politici. U kunt zich voorstellen dat politici en generaals continue met elkaar in de clinch zouden liggen, als de generaals tegenovergestelde opvattingen zouden hebben. Zo is er in feite een systeem ontstaan, een soort fluwelen dictatuur binnen de ambtelijke bestuurslagen, waarin iedereen hetzelfde denkbeeld moet hebben. Wie daarvan afwijkt, ligt eruit. En zo durft geen enkel individu, ook de generaal met al zijn medailles niet, zijn zorgen over de nationale veiligheid naar buiten te brengen en geeft men liever het klimaat de schuld.(link)
Jarenlang heeft het westen Rusland uitgelachen om zijn achteloze dictatoriale bevelsstructuur in het Sovjettijdperk, waarin de top alleen bereikt kon worden als men voldeed aan het politiek correcte profiel dat was opgelegd door de politiek-commissaris. Die rol lijkt nu echter over te zijn genomen door het westen. Wie is er nu achterlijk?
Dit artikel verscheen eerder op Valkyries.nl
Sterk artikel, hartelijk dank. Kunnen de politiek ‘correct’ heulende media van NL een puntje aan zuigen.
Het leger hier wemelt van de policor generaals. Om cariere te maken papegaaien die de globalisten na.
Heel leerzaam artikel. En zeer belangrijk.
Net als Deel I, verplicht leesvoer voor alle politici die zich met defensie bezighouden.