Ahmed en zijn westerse vrouw.
De Kennismaking.
Ahmed was een prachtvent in elke betekenis van het woord. Gelovig moslim van huis uit, had hij, naast de traditionele Aziatische opvattingen, hele moderne westerse denkbeelden. Behalve een helder verstand, een open karakter en een gulle lach, had moeder natuur hem bovendien ook nog het uiterlijk van een filmster toebedeeld. Hagelwitte tanden en wimpers, waar ik als vrouw, een moord voor zou doen.
Ahmed werkte in Karachi als assistent-stationmaster voor een grote internationale luchtvaartmaatschappij en daar heb ik hem de allereerste keer ontmoet. Destijds woonde hij nog samen met zijn moeder en een zuster. Zijn vader was overleden en Ahmed was, zoals daar gebruikelijk, nu hoofd van de familie. Vanwege zijn functie bij die luchtvaartmaatschappij had hij voortdurend met buitenlanders te maken.
Op loopafstand van het vliegveld lag Hotel Midway House. Ahmed dronk daar vaak een kopje koffie in de lobby en ik overnachtte er regelmatig. Toevallig troffen wij elkaar eens in de lobby en zo raakten wij met elkaar in gesprek. Die avond vermaakten wij ons, onder vele kopjes koffie, over de verschillen in levensstijl tussen Nederland en Pakistan. Daarmee begon onze vriendschap. Ik werd voor hem zijn ‘sisterfriend’, want ik had hem duidelijk gemaakt dat ik al een partner had.
Ahmed kwam uit een hele gegoede familie. Hij had twee zusters, waarvan er een in Londen geneeskunde had gestudeerd. Zij werkte op dat moment als vrouwenarts in een ziekenhuis in Karachi.
Ik heb mij altijd verwonderd over de enorme tegenstellingen binnen de Pakistaanse cultuur. De vrouw wordt daar, naar westerse begrippen, heel erg onderdrukt maar…het was een Pakistaanse, die als eerste vrouwelijke gezagvoerder ter wereld op een passagiersvliegtuig vloog. Mijn mond viel open toen ik haar in uniform op het vliegveld van Karachi naar een van de grootste en allermodernste vliegtuigen zag lopen.
Over zijn familie was Ahmed heel open.’Ik ben het hoofd van het gezin en ik neem alle beslissingen, geen discussie mogelijk. Kom ik thuis van mijn werk, ga ik zitten. Mijn moeder of mijn zuster trekken dan mijn schoenen uit en doen de huisslippers aan mijn voeten. Ik verwacht dat het eten voor mij klaar staat en als ik me te moe voel om zelf te eten, dan word ik ook nog door een van hen gevoerd’. Ik keek hem ongelovig aan en vroeg hem: ‘En dat accepteren zij zonder meer?’ ‘Jawel’, antwoordde hij, ‘maar ze hebben wel macht hoor. Als zij het ergens niet mee eens zijn dan kunnen zij mij het leven bijzonder zuur maken met allerlei trucjes, door bijvoorbeeld dagen of zelfs weken geen woord met mij te wisselen’.
Ahmed in Nederland.
Ahmed had de grote wens om ooit eens naar Nederland te reizen.
Omdat hij bij een luchtvaartmaatschappij werkte, kon hij heel voordelig een ticket kopen. Met een paar van mijn luchtvaartcollega’s die hem ook goed kenden, werd besloten om hem uit te nodigen voor een bezoekje aan Nederland.
Wij hadden het zo geregeld dat Ahmed bij de mannelijke collega’s zou logeren. Beurtelings namen wij hem mee op een ontdekkingsreis door Nederland. Van de Deltawerken tot Volendam en Giethoorn. Rondvaart door de grachten van Amsterdam, naar Artis en Rijksmuseum. Kortom van Oost naar West, van Moord naar Zuid. Ahmed genoot zichtbaar, maar het meest werd hij gefascineerd door onze doodgewone deurbel. Als wij in Amsterdam ergens met hem op bezoek gingen, moesten wij hem beletten om op iedere huisbel in het portiek te drukken. Hij vond dat een geweldige uitvinding.
’s Avonds zaten wij met hem en wat vrienden een beetje na te praten. Ahmed maakte van die gelegenheid direct gebruik om een uitvoerig praatje aan te knopen met een van de aanwezige dames.
Wij ontdekten dat hij een geheime missie had. Ahmed was namelijk vast van plan om met een westerse vrouw thuis te komen. Hij had dit pas vlak voor zijn vertrek aan zijn familie meegedeeld en dat leidde daar tot grote ontsteltenis.
Dus…beviel de aanwezige dame hem, dan wond hij er verder geen doekjes om. Soms tot schrik, maar meestal tot vermaak van de vereerde werd zij, na een gesprekje van ongeveer een uurtje, uitgebreid ten huwelijk gevraagd. Als zij dan wat beduusd antwoordde dat zij ‘helaas’ al was voorzien of snel een andere uitvlucht verzon, geen probleem. Zijn volgende vraag aan haar was dan steevast: ‘What about your sister, do you have one?’
Zonder uitzondering kregen al mijn vriendinnen dit aanzoek.
Ahmed vermaakte zich zo in Nederland dat hij na veertien dagen nog steeds geen enkele aanstalten maakte terug te keren. Maar zijn ongeruste familie in Karachi had intussen niet stil gezeten en stuurde hem een dringend verzoek om huiswaarts te keren want… er was een geschikte vrouw voor hem gevonden!
De Bruid.
Enkele maanden na zijn bezoek aan Nederland vloog ik weer naar Karachi. Natuurlijk was ik erg nieuwsgierig hoe het erbij stond met zijn ‘romance’.
Het koppelen van zoons en dochters aan een geschikte partner is de taak van de moeder of zuster. Liefde speelt hierin geen rol. Het gaat om gelijke sociale standing, afkomst en vermogen. Uiteindelijk vond Ahmed dit wel een goede regeling. ‘My family knows me best and they know what kind of wife I need. We will learn to love each other afterwards’, verkondigde hij. Maar… zij mocht geen donkere huidskleur hebben, moest er aantrekkelijk uitzien en intelligent zijn.
Ahmeds moeder dacht dat de dochter van een van haar vriendinnen wel aan die eisen voldeed. Ahmed liet zich echter niet zomaar overtuigen. Via een van zijn zussen wist hij een fotootje van de schone in zijn bezit te krijgen. Dat beeld viel zeker niet tegen. Bovendien kreeg hij van zijn zuster de geruststelling dat zij een mooie licht getinte huidskleur had. Hijzelf was trouwens behoorlijk donker.
Hofmakerij in Pakistan is een ingewikkelde bezigheid. De man mag zijn aanstaande vrouw vóór het huwelijk niet zien, laat staan ontmoeten. Maar de beide hoofdpersonen zijn natuurlijk wel nieuwsgierig naar elkaar. Ahmeds getrouwde zuster bracht de oplossing. Zij nodigde de aanstaande bruid uit. Op een bepaald uur van de dag zou Ahmed langzaam langs het huis van zijn zuster wandelen en de toekomstige bruid zou discreet vlakbij het venster gaan zitten. Zo konden zij elkaar toch eventjes van een afstandje bekijken. Ahmed maakte tot aan zijn huwelijk regelmatig dit wandelingetje.
Een bevriende collega en ik werden verrast met een uitnodiging van Ahmed om mee te gaan op een van zijn bezoekjes aan zijn aanstaande schoonfamilie. Geen idee waarom. Misschien om met zijn buitenlandse vrienden wat indruk te maken? Wij werden heel gastvrij ontvangen door de heer des huizes en andere mannelijke leden van het gezin. De huiskamer was gemeubileerd zoals gebruikelijk in die landen, dus wat karig naar onze begrippen. Een paar stoelen, een bank en een lage tafel op de met tapijten bedekte tegelvloer. Zodra wij zaten klapte de gastheer in zijn handen en verscheen zijn gesluierde vrouw met thee en koekjes. Met neergeslagen ogen zette zij dit op het lage tafeltje en verdween weer zonder een woord met ons gewisseld te hebben.
Het traditionele Verre Oosten in optima forma!
Het Huwelijk.
Zo’n Pakistaanse bruiloft is een gebeurtenis van minimaal drie dagen. Meestal moet er lang voor worden gespaard. De bruidegom zorgt voor het door het jonge paar te betrekken huis en de inrichting ervan. De bruid neemt een bruidsschat mee. Tijdens de bruiloft overlaadt de bruidegom zijn bruid met prachtige cadeaus. Ahmed legde mij in grote trekken uit hoe een Pakistaanse huwelijksceremonie verloopt. De zwaar gesluierde bruid is prachtig gekleed, elke dag in een ander gewaad. Haar gezicht is volledig achter een sluier verscholen. Pas op de derde dag zal zij haar sluier weghalen en tot die dag heeft de bruidegom nog steeds haar gezicht niet gezien. Intussen bekijkt de familie van de bruid tijdens die dagen wat de bruidegom van zijn kant zoal heeft bijeen gebracht, dat wil zeggen wat hij voor de inrichting van het huis heeft aangekocht. Dat alles staat volledig uitgestald en is verdeeld over drie kamers. Elke dag wordt er een andere kamer bekeken. Is de familie van de bruid niet tevreden, dan gaat het huwelijk niet door. Maar dat gebeurt zelden, hoewel…? Pas op de derde dag mag de bruidegom het gezicht van de bruid zien maar… eerst via een spiegel.
Ik vroeg mij af wat er zou gebeuren als dat gezicht zou tegenvallen. Maar dat heb ik hem maar niet gevraagd. Ik was heel vereerd met de uitnodiging van Ahmed om zijn bruiloft mee te vieren. Jammer genoeg was dat onmogelijk, ik was er heel graag bij geweest.
Na de huwelijksvoltrekking woont het bruidspaar eerst bij de familie van de bruidegom, vertelde Ahmed. De eerste maand hoeft de bruid niets in het huishouden te doen. Maar…zij mag ook niets zeggen, alleen antwoorden als zij door de familie wordt toegesproken. Na die maand wordt er van haar verwacht dat zij meehelpt in het huishouden totdat zij en haar man op zichzelf gaan wonen.
Tijd verstreek. Ruim een halfjaar na het huwelijk ontmoette ik Ahmed weer. Hij was bijzonder trots op zijn jonge vrouw en hij stond erop om samen met haar voor een kopje koffie naar mijn hotel te komen. Dezelfde avond maakte ik dus kennis met zijn slanke, gesluierde jonge vrouw. Zij was werkelijk knap om te zien. Zoals gewoonlijk babbelde Ahmed er lustig op los over van alles en nog wat. Wij probeerden steeds zijn vrouw erin te betrekken, maar zij antwoordde nauwelijks en keek steeds naar de grond. Het was een beetje pijnlijk en ik had het echt met haar te doen.
De Verrassing.
Zeker een jaar of acht ging voorbij voordat ik weer eens voet in Karachi zette. Tot mijn grote vreugde werkte Ahmed nog steeds bij dezelfde baas, de grote luchtvaartmaatschappij. Hij vertelde trots dat hij inmiddels twee zoontjes had en hij nodigde mij uit voor een bezoekje aan zijn gezin.
Na al mijn vorige ervaringen met het familieleven in Pakistan was ik niet voorbereid wat ik nu zag. Een stralende schoonheid, in jeans en een vlotte blouse, begroette mij vriendelijk in een leuk en smaakvol ingericht huis. Uit die verlegen, gesluierde en traditioneel opgevoede moslimbruid had zich een zelfbewuste vrouw en moeder ontwikkeld. Zij nam deel aan alle gesprekken en zorgde voor drankjes (niet alcoholisch), koekjes en andere lekkernijen. Dit was voor mij een ongelofelijk verrassende, hartverwarmende ontwikkeling en een groot compliment zowel voor Ahmed als voor haar.
Ahmed vertelde dat hij in de afgelopen jaren zich het lot van de laagstbetaalden bij die luchtvaartmaatschappij had aangetrokken, het bagagepersoneel. Wat zij verdienden was een fooi. Hij was nu voorzitter van een soort vakbond voor grondpersoneel. Terwijl hij daarover vertelde, borrelde spontaan een andere herinnering over Karachi in mij op. De keer dat ik met Ahmed door de stad wandelde en een spiernaakte man door de straten zag strompelen. Geschokt keek ik naar die stakker. Ahmed legde uit dat dit een uitgestotene was, een paria. Gestraft vanwege een of ander vergrijp. Alles was van hem afgenomen, kleding mag hij niet dragen en niemand mag hem helpen. Paria’s zijn onrein. Onmenselijke wetten mijmerde ik, het andere gezicht van dit land.
‘De luchtvaartmaatschappij’, vervolgde intussen Ahmed zijn verhaal, ‘neemt mij mijn prominente rol bij de vakbond niet in dank af. De vooruitzichten voor mijn verdere carrière zijn, als gevolg daarvan niet erg rooskleurig, ondanks dat ik bijna vijfentwintig jaar tot volle tevredenheid van mijn werkgever mijn werk heb gedaan en een uitstekende staat van dienst heb. Ik ben erg teleurgesteld. Nu ben ik bezig met het solliciteren bij andere luchtvaartmaatschappijen’, zei hij wat verbitterd.
Die avond was voor mij in meerdere opzichten heel gedenkwaardig en bijzonder, want, hoewel ik dat toen nog niet wist, was het ook de laatste keer dat ik Ahmed zou zien.
Bij mijn volgende bezoek aan Karachi vernam ik dat hij met zijn gezin verhuisd was naar Lahore.
Dit zijn mijn herinneringen aan een bijzonder mens, Ahmed, onze vriend in Pakistan.