Voor wie de klok luidt
Enigszins buiten ons reguliere aandachtsveld op dit moment, maar desalniettemin zeer dichtbij, is het reilen en zeilen van het UK. S&P heeft zojuist de Triple-A-status van het land bevestigd, en doordat het pond indertijd niet opging in de euro doen de Britten het nu prima. Zegt men wel eens.
De realiteit is ingewikkelder, om niet te zeggen dat zich donkere financiële wolken samenpakken boven de regering in Londen. In de eerste plaats is daar natuurlijk de eurocrisis. Ook de UK heeft daar last van en betaalt er via de ECB voor een klein deel aan mee.
Maar omdat in de moderne wereldeconomie niets nog simpel is, is dat nog maar een begin van de problemen waarmee Cameron c.s. worstelen. Na twee jaar pretendeert Chancellor Osborne weer enige controle over de staatskas te hebben, maar ondertussen is de economie het afgelopen kwartaal verzonken in een ‘double dip’ (-0,7% in het 2e kwartaal).
De Engelse banken zitten tot hun nek in Spaanse (u weet wel) en Russische staatsleningen, maar het ernstigste is de structuur van de Britse economie. 2% van het GDP wordt verdiend met de landbouw, slechts 13% komt uit industriële productie, en maar liefst 75% wordt geleverd door ‘financial services’. Met een aanzwellende crisis in juist deze laatste sector is dat een heel wankele economische basis. Dat het UK maar voor 47% van haar afzet afhankelijk is van de EU is in dat verband nog een geluk bij een ongeluk.
Hoe zwaar die financiële sector in Londen zal worden getroffen door de nasleep van het LIBOR-schandaal is ook nog steeds niet duidelijk, maar het onderzoek heeft zich nu ook verplaatst naar de thuisbases van niet-Britse banken. Zo doet DNB nu ook onderzoek naar de RABO-bank. Dat vergroot de kans op meer onthullingen ietwat, aangezien nu aan meerdere fronten lekken kunnen ontstaan. De veronderstelde betrokkenheid van veel centrale banken (van de FED staat dit al vast) leek de kans op een doofpot erg groot te maken, maar daarentegen lijkt het nu dat LIBOR een financiële veenbrand worden kan.
Ook is onduidelijk waar de verwachtingen die S&P uitspreekt over groei in het 3e kwartaal op zijn gebaseerd – zelfs de laatste projecties van het resultaat van de Olympische Spelen die zojuist van start zijn gegaan, houden het er op dat Londen het verlies tot 11 miljard pond zal weten te beperken. Dat moet een hele geruststelling zijn voor de activisten die zich hard maken om de Spelen in 2028 naar Amsterdam te halen, aangezien het de concurrentie voor hun streven verminderen zal. Helaas.
De toekomst van Groot-Brittannië lijkt echter weinig rooskleurig. Het rapport van de Bank for International Settlements, waaruit ik eerder deze week al citeerde, geeft een prognose voor de schulden van het UK in 2040 waar de honden geen brood van lusten. Volgens het BIS-rapport zal het UK in 2040 – afhankelijk van de inzet waarmee men nu bezuinigen gaat – tussen de 300% en 500% GDP bedragen. Aangezien dit volstrekt onbetaalbaar is in termen van rente, staat vast dat het Britse pond de komende jaren in een vrije val zal belanden.
Italië
Een heel verontustend artikel over de eurocrisis las ik gisteren. Hierin wordt beargumenteerd, dat het voor Italië – en zelfs Ierland, mogelijk heel gunstige effecten hebben kan om als eerste land de Eurozone te verlaten. Op de conclusie, dat de Eurozone in ieder geval op een periode van depreciatie afstevent, lijkt me in ieder geval weinig af te dingen. Feitelijk is dat nu al gaande, vooral tegenover andere munten als de dollar, pond en yen – valuta’s van landen die het economisch ook niet zo heel goed doen.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.