Voedsel of geen voedsel?
“Voedsel” is een mooi containerbegrip, maar over wat de inhoud van die container zou moeten zijn worden lokaal soms kleine burgeroorlogjes uitgevochten.
Het zit in het karakter van dit land dat we ons maar al te graag bemoeien met onze buren. Wat die buren eten is daarom een punt van groot belang:”vreemde luchtjes” zijn zo ongeveer synoniem met een vorm van racisme geworden. Zodanig zelfs, dat je er je toekomstige huurders niet op mag aanspreken, zo bleek laatst maar weer eens in Amsterdam. Nu zult u zeggen: ja, Amsterdam! Terecht. Ik weet nog dat ik een paar jaar geleden in kleine kring af gaf op de Amsterdamse geitenmelk die daar in elke kleine super verkrijgbaar is. Maar mijn supertje op de hoek heeft het nu ook, dus ik zwijg er verder maar over.
Het is dan ook geen wonder dat de paniek om de fipronil-eieren politiek van groot belang geworden lijkt. Terwijl ik dist schrijf slijpt men in de Tweede Kamer de messen in een debat over de onzalig slechte manier waarop de VWA dat akkefietje heeft aangepakt. En het is onterecht om dat te kwalificeren als een wijze waarop een klein land bewijst dan kleiner altijd mogelijk is: tot in HongKong haalt men producten die met de gewraakte eieren zijn bereid uit de schappen. Nederland heeft er de hele wereld besmet.
Dat neemt niet weg dat ik er met meewarigheid naar kijk. Zodra de paniek uitbrak heb ik in plaats van op de code van mijn pakje eieren in de koelkast te kijken eens opgeslagen wat fipronil voor schade aan zou kunnen richten, en vanaf welke hoeveelheden je je zorgen maken moet. Ik ben niet van plan de benodigde hoeveelheid eieren in de rest van mijn leven tot me te nemen, laat staan dat ik die tegelijk consumeren zou. Niets om me druk te maken en mijn hart onnodig te belasten.
Mijn angst voor voedsel en wat daarmee mis kan zijn is sowieso niet erg groot. Al jong heb ik in de horeca (je weet toch nooit wat er met voedsel is gebeurd eer je het in je vingers kreeg) geleerd dat er maar twee methodes zijn om moet voedsel om te gaan: je eet alles, of je eet niets. Als je dat anders bekijkt wordt je niet oud vanwege de overspannen leefwijze die dat vereist.
Mijn supertje verkoopt tegenwoordig de producten die op de datum zijn apart voor een spotprijsje, en ik kan u zeggen: ik ben er verzot op. Per definitie is alles wat niet tot de verse producten behoort altijd van een datum voorzien die tenminste eenderde te kort geschat is – voor de zekerheid. Als u dus weet hoe lang er gemeenlijk voor de houdbaarheid van zo’n product staat, kunt u daar de helft bij optellen en altijd veilig uitkomen. Dat geldt overigens ook voor veel Franse kaasjes en dergelijke. De zekerheidsmarge van de warenwet is uw vriend – als klant.
De houdbaarheid van veel voedsel is bovendien een kwestie van weten. Rundergehakt dat op de datum is wordt meestal al een beetje ranzig, al krijg je er niets van – laten liggen. Maar gehakt dat voorgekruid is blijft door die kruiding zeker een a twee dagen langer goed, terwijl voor de houdbaarheidsdatum dezelfde marge wordt aangehouden. Altijd kopen dus. Kipfilet en dergelijke? Dat is op de houdbaarheidsdag vaak al half bedorven. Proberen moet u zelf weten, al kan ik u garanderen dat u nooit fout zult zitten: gevogelte dat niet goed meer is doet je je maag spontaan omkeren als je er aan ruikt. Misverstanden en twijfel zijn daarom uitgesloten. Voor vis geldt iets dergelijks als voor gevogelte, al speelt ervaring daarmee wellicht de grootste rol. Voorgesneden groenten in een verpakking? Zolang de groenten geen vocht af geven is er niets aan de hand. Verder is het een kwestie van opletten, net als uw moeder vroeger groenten op de markt kocht, toen was dat niet anders. Overal kunnen plekjes op zitten die u er even af moet snijden.
Verder is voedsel vooral een kwestie van je neus en je verstand gebruiken. Wat plotseling stinkt is af, en verder is alles goed eetbaar.
Sowieso is verstand van je eigen voedsel hebben een normale voorwaarde in het leven. Het is geen wonder dat de EU er de reden van was die enorme bureaucratie op te zetten die de houdbaarheidsdata verplicht stelde. Wie zijn bestaan van de EU laat afhangen heeft eigenlijk geen leven.
Hoe zit dat met roquefort en danish blue vraag ik me ineens af.
In principe kunnen ook die schimmels beschimmelen. Het gaat net zo als met Nederlandse kaas eigenlijk: witte schimmel is geen probleem, groen schimmel is oneetbaar, en moet je er af snijden. Franse kaasjes die niet goed meer zijn herken je aan roodschimmels en dat ze in of meer ‘smelten’. Klein beetje smelten vinden mensen erg lekker, maar het is het soort ‘adellijkheid’ die niet te ver door mag gaan.