Het is niet voor het eerst dat de overheid komt met een suggestie voor een vleesbelasting, maar Rutte4 lijkt er werk van te willen maken.

Want ons kabinet van konijnenvoerverwerkers vindt dat we minder vlees moeten eten. En dan komt zo’n vleesbelasting eigenlijk wel goed uit. Zowiezo is de heersende ideologie er een die voorschrijft wat al dan niet gezond is, en wat men dientengevolge geacht wordt te consumeren. Het rechtvaardigt volgens Rutte4 een onderzoek “hoe de vleeseters te manipuleren”. Na de elitair redenerende delen van de bevolking die zich graag extra geld uit de zak laten kloppen voor ‘groen’ voedsel, is nu de beurt aan de lagere klassen, waarvoor nu de poorten van de financiële hel op een kier worden gezet als die het wagen te kiezen voor vlees op tafel. Zodat:

Het kabinet onderzoekt of belasting op vlees mensen ertoe kan brengen minder vlees te eten. Ook wordt onderzocht of zo’n heffing uitvoerbaar is. Het is een van de ideeën uit de evaluatie van het voedselbeleid van 2016 tot 2020.

Bedrijven als AH voeren al langer campagnes om de bevolking meer knaagvoer op tafel te geven. Zo krijgen Amsterdamse abonnees op bezorgd voedsel al enige jaren een bonus bij hun bestelling, die ‘gratis’ wordt meegeleverd onder de titel ‘vergeten groenten’. Ergens in mijn schoonfamilie kwam dat binnen, en deze consumenten gaven deze rapen en aanverwant voedsel door aan mijn partner, in de hoop dat die er iets eetbaars van maken kon. Deze ‘terecht vergeten groenten’ zijn een leuke aanvulling voor mensen waar men de kinderen toestaat konijnen te houden, maar voor menselijke consumptie zijn ze naar mijn oordeel minder geschikt. Van bloembollen ga je ook niet dood, maar dat is geen reden ze uit nostalgische overwegingen rond 5 mei weer op tafel te zetten. Gevolg is derhalve dat:

Uit de evaluatie komt naar voren dat er veel verschillende losstaande projecten zijn die op zich wel werken, maar beter samengebracht kunnen worden tot een totale visie op het voedselsysteem.

Voorts wordt de manipulatie van voedseladviezen zodanig aangepast dat de ideologische overtuiging van Knaag & co. er in verwerkt wordt:

Naast het verminderen van de vleesconsumptie blijft de Schijf van Vijf belangrijk voor het kabinet. “Als meer mensen eten volgens de Schijf van Vijf, met daarin een goede balans tussen de consumptie van dierlijke en plantaardige eiwitten, draagt dat zowel bij aan duurzaamheid als aan gezondheid”, schrijft minister Staghouwer aan de Tweede Kamer.
Het streven is dat in 2030 consumenten 50 procent dierlijke en 50 procent plantaardige eiwitten eten, in plaats van de huidige 60/40-verhouding. Staghouwer: “Dit is een ambitieus doel: dit vraagt over de gehele populatie een gedragsverandering in het eetpatroon.”

Daar komt niet te vergeten de stikstofobsessie met boerenbedrijven nog eens boven op:

Boeren die vrijwillig ophouden met hun veebedrijf krijgen meer geld van de overheid naarmate zij eerder stoppen. Met deze maatregel wil het kabinet het stikstofprobleem versneld oplossen.
Minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof maakte eerder al bekend dat zij gedwongen uitkoop van boeren niet kan uitsluiten. Met deze maatregel wil ze het aantrekkelijker maken voor boeren om snel zelf te stoppen, in plaats van af te wachten of zij in de toekomst een hogere prijs voor hun bedrijf krijgen.
Daarnaast gaat de minister strenger kijken naar vergunningen die al zijn afgegeven. Boeren mogen de stikstofruimte die ze met een vergunning hebben gekregen volledig gebruiken. Als ze die ruimte langdurig niet helemaal gebruiken, neemt de overheid die stikstofruimte terug.

Kortom, mocht u zich langere tijd houden aan de voorschriften die u via de Schijf van Vijf zullen bereiken, dan zou men in de toekomst uw vleeseetvergunning wel eens kunnen intrekken. Als u de u gegeven ruimte niet gebruikt, voelt de overheid zich niet geremd die gepercipieerde ruimte naar believen terug te nemen. Wat voor boeren geldt, zal zeker ook gelden voor de consumenten van hun waren.

Politiek is er geen meerderheid voor – nog niet. De prijs van de boodschappen is hun argument, niet de inperking va de ideologische strijd die hier wordt ingezet.

Er is op dit moment geen meerderheid in de Tweede Kamer voor een vleestaks. De regeringspartijen VVD en CDA zijn tegen, net als de oppositiepartijen PVV, SP, JA21, SGP, Denk, Groep Van Haga en BBB. Zij vinden dat de boodschappen niet nog duurder moeten worden.

Maar Dramdram & de Knaagjes hebben het als doelwit voor de komende decennia, zodat u er rekening mee moet houden dat er in deze richting nog wel het een en ander zal gaan gebeuren, onder andere door het beleid van schoolkantines aan te pakken.

Minister Staghouwer (ChristenUnie) kondigde gisteren aan dat hij een onderzoek laat doen naar de vleestaks. Hij wil weten of zo’n heffing mensen ertoe kan brengen om minder vlees te eten. Zijn partij en D66 zien de maatregel wel zitten.

Het antwoord op deze vraag is zowel simpel als eenvoudig voorspelbaar: wie nu al vrijwillig de hoofdprijs betaalt voor ‘groen’ vlees, zal het om die reden ook wel in het schap laten liggen als het nog onbetaalbaarder wordt, dan het nu al vaak is. Er zijn in de Kamer en daar buiten mensen die dat begrijpen:

Volgens Kamerlid Eppink van JA21 zijn we “op weg naar de culinaire dictatuur”. Hij vindt dat de overheid niet moet bepalen wat iemand wel of niet mag eten. Net als veel andere tegenstanders in de oppositie vindt hij dat de gehaktbal ook voor de gewone man of vrouw betaalbaar moet blijven.

Er zitten al teveel gehaktballen in de Kamer.

LTO Nederland vindt dat dat er zelfs geen onderzoek moet worden gedaan naar de vleestaks. Van zo’n onderzoek gaat volgens de landbouworganisatie een “onjuist signaal naar de samenleving” uit. “Het idee van een vleestaks is niet nieuw”, zegt LTO-voorzitter Van der Tak, “en de conclusie is bekend: de consument wil het niet, de producent gelooft het niet, en de overheid kan het niet.”